We hoeven niet bang te zijn

‘Voor hetgeen zij bang zijn, zult u niet bang te zijn.’ Dat zijn me even bemoedigende woorden! Geen vrees… terwijl de wereld vol is van angst en paniek! Angst voor de coronabesmettingen en voor de gevolgen, paniek over een economische crisis, zorgen over medicijnen- en grondstoffengebrek, angst voor… noem maar op.

Hoeven we dan toch geen vrees te hebben? Inderdaad, we hoeven geen angst te hebben, maar… dan geldt er wel een voorwaarde en om die op te speuren gaan we bovenstaande uitspraak wat nader bekijken.

Wie zegt dit?

Ten eerste moeten we weten wie deze woorden heeft gesproken, want per slot van rekening kan iedereen wel beweren dat je geen angst hoeft te hebben, maar dat zegt op zichzelf natuurlijk niets. Men moet met kennis van zaken en met gezag zoiets kunnen zeggen, wil je er wat aan hebben.

Stel u gerust, de spreker is niemand minder dan God Zelf, de Schepper van hemel en aarde. Oh… dat zegt u niets? Dat is jammer! U hecht meer waarde aan wat de regering zegt, of het RIVM… Dan beklaag ik u. Meer geloof in mensen dan in God… Moet u eens zien wat er in het verleden van al die beweringen van mensen is terechtgekomen. En zet u daar de uitspraken van de Bijbel, het Woord van God, eens tegenover! Het is precies zo’n contrast als moeras ten opzichte van rotsgrond.

God sprak dus deze woorden! Hij is de

Alwetende en Hij is de Almachtige.

Deze uitspraak komt uit de meest

betrouwbare bron!

Tot wie is dit gericht?

Ten tweede willen we weten tot wie deze woorden gericht zijn. Wel, u vindt ze in Jesaja 8 vers 12 en ze zijn geadresseerd aan Jesaja, de dienstknecht van God. Hier stuiten we nu op de voorwaarde waarover we het zoeven hadden. Woorden van steun en troost betreffen namelijk niet de vijanden van God! Als u nog met uw rug naar God toe staat, geldt deze uitspraak om geen angst te hebben niet voor u (of nog niet voor u). God heeft dan een boodschap voor u, die u wel met vrees moet vervullen, namelijk deze: “Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God” (Hebreeen 10 vers 31).

Gelukkig echter hoeft u niet als een verloren zondaar in Gods hand te vallen. God roept u toe dat u zich moet bekeren. Hij roept u op om met berouw van uw zonden tot Hem te gaan en te geloven in de Here Jezus, zijn Zoon, die Hij ook voor u overgaf in de dood op het kruis!

Kijk, als u aan die oproep gehoor geeft, wordt u een dienstknecht van God, ja, u wordt zelfs Zijn kind. En dan kunt u zeggen dat de beloften van God ook voor u gelden. Dàn… niet eerder dus.

In welke situatie

Ten derde gaan we na in welke situatie Jesaja en zijn volk verkeerde. Wel, dat was een crisissituatie. Judea werd bedreigd door een krachtig bondgenootschap van vijandige volken, die gezworen hadden een eind aan het Judese volksbestaan te maken. Zo ernstig was de situatie dat de koning en zijn volk beefden van angst (Jesaja 7 vers 2).

In die situatie komt het Woord van God tot Jesaja, dat hij niet moet vrezen, zoals het ongelovige volk met zijn ongelovige koning doen. Want God zal de toeleg van de vijanden doen mislukken. Hij is de Immanuel, dat betekent “God is met ons”. Vervolgens spreekt God over Hem die in volle zin Immanuel zou wezen, namelijk over Jezus Christus.

Over de toenmalige situatie heen wijst de Heer op Hem, die voor allen die in Hem geloven, de Rotssteen van behoud wil zijn. Voor hen echter die in ongeloof volharden, is Hij een steen van aanstoot en een rots van ergernis (Jesaja 8 vers 14).

Allen die in Jezus Christus geloven, behoeven niet te vrezen zoals de wereld vreest. Het woord aan Jesaja gericht heeft veel uitgebreider zin gekregen. Dat blijkt al daaruit dat de apostel Petrus heel wat eeuwen later het overneemt en zegt: “Vreest echter niet zoals zij vrezen” (1 Petrus 3 vers 14).

Het is een bemoediging voor allen die zich bekeren en in geloof tot Christus gaan. Zij zijn veilig bij Hem. Voor hen geldt: “Ik zal u geenszins begeven en u geenszins verlaten”.

Wees niet bang, want Ik ben bij je, vrees niet,

want Ik ben je God. Ik zal je sterken, Ik zal je

helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke

rechterhand. (Jesaja 41:10)

Daarom kunnen zij getuigen: “De Heere is mij een Helper en ik zal niet vrezen; wat zal een mens mij doen? (Hebreeen 13 vers 5 en 6).

Ander perspectief

Is ons probleem of de crisis daarmee opgelost? Nee, zeker niet. Maar ons perspectief is wel drastisch veranderd. We zien dat God alles in Zijn hand heeft, zelfs wanneer het in ons leven anders gaat dan we hadden gehoopt, zelfs als er ziekte en lijden is of komt. De Heere God staat er boven en we mogen op Hem vertrouwen, hoe de omstandigheden ook zijn. Hij is erbij, Hij weet ervan, maar Hij handelt op Zijn soevereine manier. Dat geeft innerlijke rust en vast vertrouwen. In het Engels vat men het prachtig samen: ‘God is God and I am not.’

Het oorspronkelijke artikel is iets aangepast en geactualiseerd door de redactie.

Jaap Fijnvandraat

Jaap Fijnvandraat ( * 30 november 1925 – † 31 maart 2012).

Via de site www.jaapfijnvandraat.nl publiceerde de auteur gedurende de laatste jaren van zijn leven regelmatig artikelen en bijbelstudies. In de loop van de tijd schreef hij vele publicaties, artikelen, brochures en boeken. Deze site bevat een deel hiervan en daarnaast ook unieke publicaties die niet eerder op papier zijn uitgegeven.

Jaap Fijnvandraat – redactie christelijknieuws
© Henk-Jan Oudenampsen
30-03-2020
Onderwijs
https://www.jaapfijnvandraat.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies