Bijdrage Van der Staaij aan het verkennersdebat

De kabinetsformatie is begonnen met een valse start. Ronduit ontluisterend was de opmerking “positie Omtzigt, functie elders”. Dat raakt niet alleen onze collega persoonlijk, maar ook de positie van het parlement. Want hoe je de gewraakte zin ook uitlegt, er gaat de suggestie van uit dat een kritisch en vasthoudend Kamerlid op een zijspoor moet worden gezet.

Ik moet bekennen: dat verzin je niet. Sterker nog, als iemand het wel verzonnen zou hebben, dan zouden velen dit als complotdenken van de hand hebben gewezen. Een dringende opgave is nu juist om meer recht te doen aan de positie van het parlement als tegenmacht van de regering. Kijk naar de brieven die bij de verkenners zijn ingeleverd. Iedereen zegt: wat na alle affaires nodig is, is herstel van vertrouwen in de overheid. Nodig is daarom een versterking van de medewetgevende taak, van de controlerende rol van het parlement. Dat staat natuurlijk haaks op de suggestie die uitgaat van die passage: een kritisch Kamerlid wegpromoveren. Die uitgelekte notities hebben veel wantrouwen gezaaid, terwijl niet alleen voor de opgave van herstel van vertrouwen in de overheid, maar ook voor de vorming van een kabinet juist onderling vertrouwen nodig is. Vertrouwen komt niet spoorslags terug door een pittig debat, maar het begint er wel mee. En daarom was en is die opheldering broodnodig.

In de interruptiedebatten met de heer Rutte hebben we al gesproken over de schadelijkheid van het feit dat wat hij eerder zei, niet bleek te kloppen. Maar de vragen zijn natuurlijk ook gericht aan het adres van de oud-verkenners. Want ook wat in de brief staat die zij verstuurd hebben, namelijk dat met geen van de fractievoorzitters zou zijn gesproken over de positie van de heer Omtzigt, klopt niet. Willen zij daar opheldering over bieden? Hoe kan het dat dit in die brief aan de Kamer terechtgekomen is? Waarom wilden zij als verkenners de positie van een Kamerlid bespreken met de heer Rutte en mevrouw Kaag?

Mijn derde vraag sluit aan op wat er nog staande dit debat gebeurde. Hoe zit het nu met de informatie over deze kwestie? In ieder geval is bekend geworden dat met de heer Rutte wel is gesproken over de positie van de heer Omtzigt en dat dit vervolgens ook bij mevrouw Ollongren en mevrouw Jorritsma is meegedeeld. In hoeverre kan dat via via niet met de hele Kamer gedeeld zijn, is mijn vraag aan, in het bijzonder, mevrouw Ollongren.

De gang van zaken waar we vandaag over spreken, is ook een stresstest voor het formeren nieuwe stijl. Het zou goed zijn als deze formatie op een later moment grondig wordt geëvalueerd, net als de eerdere. Een verkenner, een tamelijk nieuwe figuur op het staatstoneel, loopt op staatsrechtelijk weinig ontgonnen terrein. Daarom heb ik ook drie kanttekeningen/vragen.

Allereerst deze. De aftrap van de formatie begint sinds enige tijd in de Rooksalon van de Tweede Kamer. Het is niet mistig wat daar gebeurt. De wens van de grootste partij voor een aan te stellen verkenner is leidend. Maar dat heeft kwetsbaarheden in zich; dat zien we ook. Is het niet beter als er, juist in deze kwetsbare beginfase, iemand optreedt die in staat moet worden geacht om boven het partijpolitieke gewoel uit te komen? Het is misschien wel erg vernieuwend wat ik nu voorstel, maar ik denk daarbij aan iemand die onpartijdigheid al met de paplepel kreeg ingegoten, iemand die een breed vertrouwen heeft in de Nederlandse bevolking, die te allen tijde een beroep kan doen op adviseurs die het klappen van de zweep kennen, iemand die volgens de Grondwet ook zelf later een taak heeft in het formeel benoemen van ministers. Zou dat niet een idee zijn, om juist in die beginfase van die formatie een rol voor deze persoon te laten terugkomen?

Mijn tweede punt gaat over de rekrutering van de verkenners, omdat het op dit moment allemaal figuren zijn die nog met beide benen in de politieke modder staan, zowel de oude als de nieuwe verkenners. Zou het niet verfrissend zijn om te rade te gaan bij mensen die net ietsje verder van de actuele politiek staan?

En mijn derde en laatste opmerking betreft de ambtelijke ondersteuning van de formatie. Het kwetsbare van de al jarenlange ondersteuning vanuit Algemene Zaken, hoe deskundig ook, is dat er hoe dan ook een lijn naar het Torentje loopt. Het zou goed zijn als dat bij de evaluatie ook opnieuw wordt gewogen.

SGP – Kees van der Staaij
© Henk-Jan Oudenampsen
05-04-2021
Samenleving
https://www.sgp.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies