Veiligheidsobsessie en maatschappelijk onbehagen

Ronald van Steden: Waar komt ons gevoel van onveiligheid vandaan? Is dat te danken aan een stijging van criminaliteitsproblemen? Niet zozeer, stelt Ronald van Steden. Ons gevoel onveilig te zijn heeft grotendeels ook te maken met maatschappelijk onbehagen.

Een spook waart door Nederland – het spook van maatschappelijk onbehagen. ‘Met mij gaat het goed, met ons slecht’, zo vatte het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) deze negatieve stemming ooit puntig samen. Economische crisis, onvrede over het functioneren van de politiek, de aanwas van migranten uit andere culturen, niet bij te benen technologische veranderingen, baanonzekerheid, noem maar op. Openlijk chagrijn over hoe de samenleving ervoor staat en onzekerheid over waar het heen moet, zijn het resultaat. Vooral lager opgeleide bevolkingsgroepen, mensen met lagere inkomens, bewoners van rurale provincies (met name Overijssel en Limburg) en lezers van ‘de krant van wakker Nederland’ maken zich flinke zorgen.[1] Zij zouden zich aan de verkeerde kant van een zich verdiepende maatschappelijke kloof bevinden.

Objectief of subjectief?

Opmerkelijk genoeg gaat het met het gevoel van veiligheid an sich niet zo slecht. Het aantal Nederlanders dat zich ‘weleens’ onveilig voelt in hun buurt, is volgens droge statistieken al ongeveer dertig jaar min of meer stabiel[2] en lijkt de laatste jaren zelfs iets te dalen. Het gaat om ongeveer twintig procent van de bevolking, waarbij minder dan vijf procent zich ‘vaak’ onveilig zegt te voelen. Objectief gezien behoort Nederland wereldwijd tot de landen met relatief weinig criminaliteits­problemen, al is elk slachtoffer er een te veel en moeten we niet luchtig doen over onzichtbare en ondermijnende vormen van georganiseerde misdaad. Tegelijk hebben objectieve (feitelijke) en subjectieve (beleefde) veiligheid soms weinig met elkaar gemeen. Mensen kunnen zich unheimisch voelen in een buurt zonder veel overlast en criminaliteit – en vice versa. Wat onveiligheid is, blijkt nogal persoonlijk.

Precies om deze reden kan maatschappelijk onbehagen gemakkelijk op het thema (on)veiligheid worden geprojecteerd. Het diffuse begrip appelleert immers aan allerlei, door (sociale) media gevoede, kriebels in de onderbuik. Denk bijvoorbeeld aan ‘hufters’ in het verkeer, oplopende sociale spanningen over migranten, een algeheel ‘gevoel van dreiging’ en worstelingen met persoonlijke kwetsbaarheid. Van direct slachtofferschap is geen sprake; eerder komt de wereld onbestemd op mensen over. Zij ervaren hulpeloosheid en pessimisme over uiteenlopende zaken die erop wijzen dat het met de samenleving de ‘verkeerde kant’ opgaat: afnemende gemeenschapszin, gebrek aan vooruitgang of verlies van baanvastheid. Het aantal pessimistische burgers zou schommelen rond de 65 procent, waarbij een kleine groep van maximaal acht procent echt boos en emotioneel is.[3] Niettemin heeft de appellerende werking van onbehagen en onveiligheid een samens­medende functie. Om te beginnen gebeurt dat in normatief-moreel opzicht. Mensen houden er uiteenlopende leefstijlen, normen en waarden op na, maar zijn het over één ding roerend eens: niemand wil worden geconfronteerd met ‘het kwaad’ in welke vorm dan ook.

Gewin

Voorts hangt veiligheid samen met politiek-bestuurlijk gewin. Aan ambigu onbehagen kunnen politici weinig doen en op mondiale ontwikkelingen – vluchtelingenstromen, ineenstortende banken, milieucrises, enzovoort – hebben zij weinig of geen grip. Maar politici kunnen wel zichzelf in de kaart spelen met uit te spreken dat ‘politie en justitie over u waken’. Tot slot: vlak de financieel-economische belangen achter onveiligheid niet uit. Bewakingsbedrijven vormen een miljardenindustrie. Voor de deur van zo’n beetje elke disco of bar staat tegenwoordig een portier. Kinderen krijgen een smartphone mee, zodat ouders hen overal kunnen vinden. En afgeschermd wonen in luxe resorts is aantrekkelijk voor wie het zich kan veroorloven.

Sense of belonging

Dat maatschappelijke onzekerheid het onveiligheidsgevoel zo versterkt laat zien dat veiligheid ook te maken heeft met geborgenheid, een term die nota bene in het Engels rechtstreeks met het woord security kan worden aangeduid. Veiligheid in deze diepere betekenis ontspringt uit de zekerheid van sociale verbanden en een sense of belonging die meer met geloof, hoop en liefde van doen heeft dan met politie, justitie en beveiliging. Maar met een beetje optimisme bieden de beschreven gevoelens van onbehagen en onmacht zelfs kansen. Voorwaarde is wel dat mensen zich serieus genomen voelen, dat politici, bestuurders en ambtenaren luisteren naar – terechte – zorgen en dat enthousiaste burgers ruimte krijgen om eigen antwoorden aan te dragen. Soms ontkiemen zaadjes zelfs op zanderige grond.

Ronald van Steden is universitair hoofddocent aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen aan de VU.

Meer weten over dit onderwerp? Kom op 30 juni naar de presentatie van het boek Veiligheid in verbondenheid tijdens het symposium Veiligheid en burgerparticipatie’. Sprekers zijn dr. Ronald van Steden, Pieter-Jaap Aalbersberg (Politie Regio Amsterdam) en prof. Monica den Boer (kandidaat voor D66 bij de Tweede Kamerverkiezingen 2017 en wetenschapper op het gebied van strafrecht en openbaar bestuur).

Wetenschappelijk instituut ChristenUnie
© Henk-Jan Oudenampsen
21-06-2017
Samenleving
wi.christenunie.nl/

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies