Talentvolle mensen oogsten bewondering
Als je kijkt naar talentenjachten op tv zie je hoe mensen met een bepaald specifiek talent (helaas soms ook zonder) zichzelf laten zien aan de rest van de wereld. Uitvinders, dansers, sporters, zangers, circusartiesten, helaas zelf occultisten worden in allerlei programma’s gezocht.
Sommigen zijn nog wat bescheiden en zelfs onzeker. Anderen zijn overtuigd van hun eigen kunnen en soms zelfs arrogant. Hun portie talent zorgt ervoor dat ze zich beter voelen dan een ander met minder zichtbaar talent (op dat gebied). Soms stralen ze dit zonder te zeggen uit. IK KAN… IK HEB… IK BEN…
Als je kijkt naar talentenjachten op tv zie je hoe mensen met een bepaald specifiek talent (helaas soms ook zonder) zichzelf laten zien aan de rest van de wereld. Uitvinders, dansers, sporters, zangers, circusartiesten, helaas zelf occultisten worden in allerlei programma’s gezocht. Sommigen zijn nog wat bescheiden en zelfs onzeker. Anderen zijn overtuigd van hun eigen kunnen en soms zelfs arrogant. Hun portie talent zorgt ervoor dat ze zich beter voelen dan een ander met minder zichtbaar talent (op dat gebied). Soms stralen ze dit zonder te zeggen uit. IK KAN… IK HEB… IK BEN…
The sky is the limit
Mensen met uitzonderlijk talent kunnen daarmee veel bereiken. We denken aan steenrijke acteurs en andere artiesten, mensen met groot zakelijk talent, architecten, sporters, etc etc etc. Met talent en inzet kan je ver komen. Rijk worden, bekend en populair. Een groot en ontwikkeld talent krijgt een grote spot op iemand. Deze persoon is in staat een Idol te worden, iemand waar anderen tegenop kijken en van dromen. De letterlijke vertaling van Idol is trouwens ‘afgod’. Interessante gedachte…
Het schilderij heeft zichzelf niet geschilderd
Vanuit een wereldbeeld waarin God als Schepper niet wordt erkend, is het logisch dat de mens zelf in het middelpunt staat. Alsof de geweldige zangeres haar zichzelf een prachtige stem en muzikaliteit heeft gegeven en daarvoor vereert moet worden.
Als je door een expositie loopt langs prachtige schilderijen en je stopt bij elk kunstwerk om los te barsten in een applaus om het schilderij te bedanken voor zijn schoonheid en vervolgens de schilder van het werk straal voorbij loopt zonder hem een blik waardig te gunnen, is er iets redelijk mis toch? Zo zie ik de verering van talentvolle mensen. We vereren het schepsel, en gaan vaak voorbij aan de schepper. Dat is eigenlijk onlogisch en ook een belediging voor God. God wil dan we Hem erkennen als liefdevolle Vader en Schepper. In de bijbel zien we steeds weer dat God trots en hoogmoed afwijst en mensen terugzet op hun juiste plaats.
Bijvoorbeeld in Jesaja 29:16 Jullie draaien de zaken om!
Is de klei soms meer dan de pottenbakker?
Kan het maaksel over zijn maker zeggen:
‘Hij heeft mij niet gemaakt’?
Of het aardewerk over de pottenbakker:
‘Hij brengt er weinig van terecht’?
Een voetstuk asjeblieft
De honger naar erkenning, applaus, aandacht en een mooi voetstuk zit diep in de meesten van ons. Niet alleen zangers en podiumtalenten worstelen daarmee. Ook de professor, schrijver, pedagoog, moeder, leraar, bouwvakker… Iedereen wil erkenning voor zichzelf. Ik kan… Ik heb… ik ben…
Hoe zit het met talenten en gaven volgens de bijbel?
De bijbel is heel duidelijk over deze dingen. Wij zijn geschapen naar het evenbeeld van God. God heeft ons uniek gemaakt, met unieke eigenschappen, de haren op ons hoofd zijn geteld, en God heeft ons lief. We zijn op aarde met een doel. We leven niet zomaar vandaag. Jij leeft in deze tijd met een taak, een eigen unieke plek in deze wereld. Er zijn een aantal belangrijke stappen die ieder mens moet zetten om tot zijn of haar specifieke doel te komen.
1. Wedergeboorte en bekering
Het is Gods bedoeling dat wij Hem leren (er)kennen door Jezus Christus, Zijn Zoon. Het is Zijn grote voornemen om door Jezus Zijn liefde in jou en mij uit te storten! Het is onmogelijk om God te dienen met je leven en talenten als je Hem niet eerst leert kennen. Wij hebben een vertekend beeld van de wereld en onszelf (en onze talenten/cariere) totdat we een vernieuwde blik van God krijgen. We moeten worden ‘gereset’ zeg maar… De bijbel noemt dit ‘wedergeboorte’. Dit is geen illustratie of mooie beeldspraak. Het is realiteit en nodig in ieders leven.
Johannes 3:1 Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. 2 Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht.’ 3 Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ 4 ‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ 5 Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. 6 Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. 7 Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden.
Nieuw middelpunt
Op het moment dat we Jezus gaan volgen, wordt Hij het nieuwe middelpunt in ons leven. Dus niet meer ‘ik’ op de troon. Dit is Gods manier om met onze trots af te rekenen. Nu Jezus in het middelpunt staat, kunnen wij op een heel gezonde manier onze talenten verder ontwikkelen. Niet meer voor onze eigen eer, want wij leven niet meer. Jezus leeft in ons. Het gaat voortaan om Hem. We stellen ons in dienst van God. We willen geen voetstuk meer voor onszelf. We willen een voetstuk ZIJN voor Jezus.
Romeinen 6:10 Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu hij leeft, leeft hij voor God. 11 Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God. 12 Laat de zonde dus niet heersen over uw sterfelijke bestaan, geef niet toe aan uw begeerten. 13 Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar stel uzelf in dienst van God. Denk aan uzelf als levenden die uit de dood zijn opgewekt en stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid.
2. Gods gezin (de gemeente) en onszelf in dienst stellen van God
Als we christen zijn geworden, komen we tot de ontdekking dat we deel zijn van een groter plaatje. Het draait niet alleen om God en mij. Ik ben deel gemaakt van Zijn Gezin. Ik hoor bij de gemeente van Jezus Christus. Naast de aangeboren talenten, die we altijd al hadden, krijgen we er ook geestelijke gaven bij. De een dit, de ander dat. Het is Gods wil dat jij en ik onze plaats innemen binnen de gemeente en daarin een levende bouwsteen zijn. We hebben elkaar nodig. De gemeente is niet compleet zonder jou als jij een wedergeboren christen bent! We zijn ingelijfd in Gods volk. Daarin mogen wij ook een bijdrage leveren. Iedereen op de manier waarop God hem/haar heeft geschapen.
1 Petrus 2: 3 U hebt toch ondervonden hoe goed de Heer is? 4 Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, 5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn. 6 In de Schrift staat immers: ‘In Sion leg ik een hoeksteen die ik heb uitgekozen om zijn kostbaarheid; wie daarop vertrouwt, komt niet bedrogen uit.’ 7 Kostbaar is hij voor u, die erop vertrouwen. Voor wie er niet op vertrouwen, geldt echter: ‘De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden.’ 8 En: ‘Het is een steen waarover men struikelt, een rotsblok waaraan men zich stoot.’ Zij struikelen omdat ze Gods woord niet gehoorzamen, daartoe zijn ze bestemd. 9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. 10 Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken.
Bewust worden van verantwoordelijkheid
We worden ons als christen dus bewust van onze verantwoordelijkheid om met onze, door God toevertrouwde, talenten tot zegen te zijn voor anderen. In de gemeente en midden in de wereld waar we leven. God geeft jou je talenten in bruikleen en op een dag vraagt Hij ons wat we hebben ermee hebben gedaan. Dan wil je toch niet zeggen: ‘ik heb vooral aan mijn eigen koninkrijkje gebouwd Heer’. Wij zijn stuk voor stuk geroepen als werkers voor Gods koninkrijk.
Niet krampachtig!
We hoeven hier niet krampachtig of angstig mee om te gaan. We hoeven niet bang te zijn dat God ons zal terecht wijzen als we niet continu alleen maar met de kerk bezig zijn of anderen over Hem vertellen. Het is tot eer van God als wij betrouwbare goede werknemers zijn op ons werk, positieve collega’s, enthousiaste studenten. Als we onze hartsgesteldheid maar in de gaten houden. We mogen niet trots en egocentrisch in het leven staan. Buig voor God en geef je leven (compleet met alle talenten en gaven) over aan Hem. Wees bereid om Hem te volgen en bid om Zijn leiding in je leven. En gebruik je talenten tot eer van Jezus Christus.
Natuurlijk mogen we blij zijn met complimenten die mensen ons geven. We moeten elkaar ook zeker bevestigen en positieve woorden spreken over elkaars talenten. We hoeven niet bang te zijn dat mensen gelijk arrogant worden als we eens een complimentje geven. Als we maar niet vergeten de maker de hoogste eer te geven voor het maaksel van Zijn Hand.
God geeft talenten in bruikleen, in beheer
Mat 25:14 Of het zal zijn als met een man die op reis ging, zijn dienaren bij zich riep en het geld dat hij bezat aan hen in beheer gaf. 15 Aan de een gaf hij vijf talent, aan een ander twee, en aan nog een ander één, ieder naar wat hij aankon. Toen vertrok hij. Meteen 16 ging de man die vijf talent ontvangen had op weg om er handel mee te drijven, en zo verdiende hij er vijf talent bij. 17 Op dezelfde wijze verdiende de man die er twee had gekregen er twee bij. 18 Degene die één talent ontvangen had, besloot het geld van zijn heer te verstoppen: hij begroef het.
19 Na lange tijd keerde de heer van die dienaren terug en vroeg hun rekenschap. 20 Degene die vijf talent ontvangen had, kwam naar hem toe en overhandigde hem nog vijf talent erbij met de woorden: “Heer, u hebt mij vijf talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er vijf talent bij verdiend.” 21 Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” 22 Ook degene die twee talent ontvangen had, kwam naar hem toe en zei: “Heer, u hebt mij twee talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er twee talent bij verdiend.” 23 Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” 24 Nu kwam ook degene die één talent ontvangen had naar hem toe, hij zei: “Heer, ik wist van u dat u streng bent, dat u maait waar u niet hebt gezaaid en oogst waar u niet hebt geplant, 25 en uit angst besloot ik uw talent te begraven; alstublieft, hier hebt u het terug.” 26 Zijn heer antwoordde hem: “Je bent een slechte, laffe dienaar. Je wist dus dat ik maai waar ik niet heb gezaaid en oogst waar ik niet heb geplant? 27 Had mijn geld dan bij de bank in bewaring gegeven, dan zou ik bij terugkomst mijn kapitaal met rente hebben terugontvangen. 28 Pak hem dat talent maar af en geef het aan degene die er tien heeft. 29 Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. 30 En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.”
God geeft talenten heel bewust
Ex 35:30 Mozes zei tegen de Israëlieten: ‘De HEER heeft zijn keuze laten vallen op Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda. 31 Hij heeft hem uitzonderlijke talenten geschonken, wijsheid, vakmanschap en inzicht op allerlei gebied: 32 hij kan ontwerpen maken en ze uitvoeren in goud, zilver, koper en brons, 33 hij kan stenen snijden en zetten en hout bewerken en hij beheerst ook allerlei andere vaardigheden om ontwerpen uit te voeren. 34 De HEER heeft aan hem en aan Oholiab, de zoon van Achisamach, uit de stam Dan, ook de gave geschonken hun kennis over te dragen. 35 Hij heeft hun vakmanschap geschonken op allerlei gebied: zij hebben verstand van wol weven, van borduren met blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en van het weven van fijn linnen. Ze beheersen de technieken en maken zelf de ontwerpen.
Gaven van de geest, voor ieder iets anders
1 Kor 12:4 Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; 5 er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer; 6 er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. 7 In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente. 8 Aan de een wordt door de Geest het verkondigen van wijsheid geschonken, aan de ander door diezelfde Geest het overdragen van kennis; 9 de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gave om te genezen. 10 En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om in klanktaal te spreken of om uit te leggen wat daar de betekenis van is. 11 Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil.
12 Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus. 13 Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn. 14 Immers, een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. 15 Als de voet zou zeggen: ‘Ik ben geen hand, dus ik hoor niet bij het lichaam,’ hoort hij er dan werkelijk niet bij? 16 En als het oor zou zeggen: ‘Ik ben geen oog, dus ik hoor niet bij het lichaam,’ hoort het er dan werkelijk niet bij? 17 Als het hele lichaam oog zou zijn, waarmee zou het dan kunnen horen? Als het hele lichaam oor zou zijn, waarmee zou het dan kunnen ruiken? 18 God heeft nu eenmaal alle lichaamsdelen hun eigen plaats gegeven, precies zoals hij dat wilde. 19 Als ze met elkaar slechts één lichaamsdeel zouden vormen, zou dat dan een lichaam zijn? 20 Het is juist zo dat er een groot aantal delen is en dat die met elkaar één lichaam vormen. 21 Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig,’ en het hoofd kan dat evenmin tegen de voeten zeggen. 22 Integendeel, juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk. 23 De delen van ons lichaam waarvoor we ons schamen en die we liever bedekken, behandelen we zorgvuldiger en met meer respect 24 dan die waarvoor we ons niet schamen. Die hebben dat niet nodig. God heeft ons lichaam zo samengesteld dat de delen die het nodig hebben ook zorgvuldiger behandeld worden, 25 zodat het lichaam niet zijn samenhang verliest, maar alle delen elkaar met dezelfde zorg omringen. 26 Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee; wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde. 27 Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit
21-03-2009
136
https://www.martinbrand.nu