Verwachtingsvol bidden

Als ik de titel boven dit stukje zie, klinkt het haast als de titel van een workshop of tien-stappen-plan-boekje waardoor wij eens goed leren hoe wij ‘verwachtingsvol (dus goed) kunnen bidden’. Als een kwaliteit of talent. Ik heb leren bidden met verwachting en kan God nu in beweging brengen. De gedachte alleen al is absurd natuurlijk…

Ik geloof niet in een gebed dat door technieken en grotere inzet van onze kant meer kracht heeft. God gaat niet meer God zijn als wij verwachtingsvol bidden. Ik geloof dat het andersom werkt. Als wij God meer gaan erkennen, vertrouwen en zicht krijgen op Hem, dan gaan we verwachtingsvol bidden als reactie op wat we hebben geleerd van en over God. In de bijbel staan veel verhalen over hoe God gebeden verhoorde en wonderen deed. Soms staan gebeden ook opgetekend zodat we kunnen proeven van het geloof en de verwachting van mensen. Wat was nou hun ‘geheim’…

TOEKOMSTIGE VERWACHTING IS GEBASEERD OP OPGEDANE ERVARINGEN

Als je iets vraagt aan mensen die je goed kent, weet je vaak al wat het antwoord is. Dat kan je inschatten. Als ik mijn vriend vraag om te helpen bij mijn verhuizing, zal hij komen. Waarom weet ik dit en heb ik die verwachting? Simpelweg omdat ik ervaring heb opgedaan met die vriend. Ik ken hem, hij is behulpzaam en praktisch ingesteld. Dus als ik vraag, heb ik de vaste hoop dat hij me te hulp zal komen. Als ik dezelfde vraag stel aan een wildvreemde op straat, heb ik geen flauw idee wat de reactie zal zijn. Ik kan de reactie van de ander niet inschatten. Simpelweg omdat ik hem of haar niet ken. Als ik het vraag aan die hele luie, egocentrische figuur waar ik niet mee kan opschieten, kan ik zijn reactie wel inschatten en zal die inschatting niet positief zijn. Weinig verwachting dus in dat geval.

Geloof en Vertrouwen

God vraagt van Zijn kinderen geloof en vertrouwen. In het gebed hebben we dat ook nodig.

Laten we kijken naar een duidelijke uitspraak die Jakobus ons meegeeft. Deze uitspraak heeft mij in het verleden wel eens schrik aangejaagd

Jak 1:5 Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. 6 Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel. Wie twijfelt is als een golf in zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. 7-8 Wie zo aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij iets van de Heer zal krijgen. [7–8] 8

Verkeerd beeld

Deze uitspraak is heel duidelijk, maar kan ons toch ook een heel verkeerd idee van gebed geven. Het zegt haast, als je dus twijfel en ongeloof kent in je gebed zal God niet verhoren. Dus ik moet mezelf oppeppen en als een soort supergelovige bidden. Dit kan heel erg ontmoedigend zijn voor gewone christenen als wij en als een onmenselijke opgave voelen. De Bijbel, Gods woord, is NOOIT ontmoedigend naar kinderen van God over de wens van onze Vader om onze gebeden te horen en verhoren. Gods woord is (hoewel altijd uitdagend en confronterend) altijd opbouwend, liefdevol en met het goede op het oog. Dus wat wil God ons leren door Jakobus 1. Laten we de tekst nog eens goed bekijken.

In vers 5 zien we denk ik een sleutel die heel belangrijk is. Het gaat me om de tweede zin.

Daar staat: Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven.

Ontdek het anker

Jakobus moedigt aan om te bidden, in dit geval voor wijsheid. En hij geeft iets mee als bemoediging en anker: ‘God geeft aan iedereen, zonder voorbehoud en zonder verwijt’. Hij laat dus zien dat Hij God heeft LEREN KENNEN als een God die geeft zonder voorbehoud en verwijt. God heeft zich op die manier aan de mensen geopenbaard. Daarom staat er in vers 6 dat we vol vertrouwen kunnen zijn.

Dus gebaseerd op kennis en kennen van God kunnen we verwachtingsvol bidden.

Nog wat voorbeelden

We gaan nog een paar voorbeelden hiervan bekijken. Hier is Jezus zelf aan het woord.

Mat. 7:7 Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 8 Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 9 Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om een brood vraagt, een steen zou geven? 10 Of een slang, als het om een vis vraagt? 11 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede geven aan wie hem daarom vragen.

Ons anker: God WIL ZIJN KINDEREN het goede geven

Ook hier zien we dat Jezus ons eerst bemoedigd en iets op het hart drukt. Vraag, zoek en klop. En er zal gegeven, gevonden en opengedaan worden. En dan gaat Jezus ons, net als Jakobus deed, iets leren over de Vader, aan wie ons gebed als kinderen is gericht. Hij laat zijn toehoorders nadenken over aardse vaders die het beste willen geven aan hun kinderen, al lukt dat vaak niet eens omdat we onvolmaakt zijn. Daarna zegt Jezus, des te meer zal jullie Vader in de hemel je het goede geven als je daarom vraagt. Jezus leert ons dus iets over de Vader waardoor we met gefundeerd vertrouwen kunnen vragen, zoeken en kloppen. Het anker hierin is dus: God is een vader die het goede wil geven. Dat anker geeft ons kracht en versterkt ons vertrouwen en geloof en onze liefde voor God.

We gaan nu naar een andere uitspraak van Jezus over het gebed kijken en aan jou de vraag om te ontdekken wat de oproep en het anker is in deze uitspraak.

Johannes 16:25 Ik heb jullie dit alles in beelden verteld, maar er komt een tijd dat ik niet meer in beelden spreek, maar jullie zonder omwegen over de Vader vertel. 26 Als je dan iets vraagt in mijn naam, hoef ik het niet meer namens jullie aan de Vader te vragen, 27 want de Vader zelf heeft jullie lief, omdat jullie mij liefhebben en geloven dat ik van God ben gekomen. 28 Ik ben bij de Vader vandaan gegaan en naar de wereld gekomen, nu verlaat ik de wereld weer en ga ik terug naar de Vader.’

OPROEP: Vraag in mijn naam. ANKER: God zelf heeft jullie lief omdat jullie mij liefhebben en geloven dat ik van God ben gekomen.

Wat wij dus nodig hebben als we vol verwachting en geloof willen leven en bidden is VEEL ANKERS om ons geloof en verwachting te bieden. Het anker is Gods woord dat nooit veranderd en altijd doet wat het belooft. Als je de bijbel leest, is het wijs om de ankers (wat leer ik over God, mezelf en de wereld) in je hart te overdenken en op te schrijven om te onthouden.

Jozua 10:12-14

12 Want op die dag, de dag dat de HEER de Amorieten aan Israël overleverde, had Jozua gebeden tot de HEER. In aanwezigheid van Israël sprak hij:

‘Zon, sta stil boven Gibeon, maan, blijf staan boven de vlakte van Ajjalon.’

13 En de zon stond stil en de maan bleef staan, tot Israël zijn vijanden had afgestraft.

Dit staat opgetekend in het Boek van de oprechte. De zon bleef een volle dag boven aan de hemel staan voordat ze onderging. 14 Het is voor noch na die dag ooit voorgekomen dat de HEER op die manier gehoor gaf aan de bede van een mens, maar de HEER streed dan ook voor Israël.

Waardoor kon Jozua dit bidden? Omdat God zich aan hem had geopenbaard als een God die Hem terzijde zou staan en de opdracht gaf om het beloofde land in te gaan. Ook Jozua heeft aan de schelfzee gestaan toen God deze in tweeen spleet voor het volk Israel. God deed iets wonderlijks, en het gebed van een mens wilde Hij gebruiken voor de uitwerking van ZIJN VOORNEMENS.Ook bij profeten en gebeden in de psalmen zien we dat profeten en psalmisten Gods eigenschappen steeds weer noemen in hun gebeden en profetieën.

Let op! God is geen systeem of mac-drive

We moeten oppassen dat we van God nu geen systeem gaan maken, misschien zelfs met de beste bedoelingen en gebaseerd op bijbelteksten. God verrast ons. God doet dingen anders dan wij voor ogen hebben. Vaak zullen we God niet begrijpen als Hij onze gebeden niet lijkt te verhoren, of wij de verhoring niet herkennen. Dan komt het aan op vertrouwen. Op de relatie die we met God hebben.

Dan komt God is souverein, dat wil zeggen, Hij doet wat Hij wil, hoe Hij het wil en wanneer Hij het wil. Een God die ons niet verrast, volgens onze vaste systemen werkt en doet wat wij zeggen is waarschijnlijk een zelfgeschapen beeld God en niet de ware God. God is allesbehalve ons schoothondje.

Jes 55:

6 Zoek de HEER nu hij zich laat vinden,

roep hem terwijl hij nabij is.

7 Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten,

laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien.

Laat hij terugkeren naar de HEER,

die zich over hem zal ontfermen;

laat hij terugkeren naar onze God,

die hem ruimhartig zal vergeven.

8 Mijn plannen zijn niet jullie plannen,

en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER.

9 Want zo hoog als de hemel is boven de aarde,

zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven,

en mijn plannen jullie plannen.

VOLWASSEN GEBED OF KINDERLIJK GEBED

Als we bidden mogen we naar Gods wil bidden en in Jezus naam. We mogen leren om onszelf in Gods handen te leggen en de uitkomst van onze gebeden ook. We mogen vol vuur bidden en verwachten. En God vragen om te doen wat Hij het beste vind voor ons en anderen. Wat hebben we voor ogen als we bidden? Jezus had altijd de verhoging van Zijn Vader en de uitbreiding van het koninkrijk op het oog. Jezus zegt dat we het belang van de ander voor ons belang mogen leren stellen. Hoe komt dit principe in ons gebed naar voren op dit moment?

God houdt van ons en wil ons zegenen. Maar dit is niet de reden van Zijn bestaan. Ook niet de reden dat we het voorrecht hebben om tot God te bidden. Wij bestaan om God te dienen, lief te hebben en meer en meer op Hem te gaan lijken. Van die houding mag ons gebed steeds meer vol worden. Als wij opgroeien in het geloof en de heilige geest ons meer en meer gaat vormen, zal ons gebed ook steeds minder egoïstisch worden. Kinderen denken van nature vooral aan zichzelf. Denk maar eens aan baby’s. Die willen eten, slapen en aandacht. En dat hoort ook bij het kind zijn. Volwassenen krijgen verantwoordelijkheid voor hun omgeving en andere mensen. Zo is dat ook met ons gebed. WE mogen door te bidden, meewerken met Gods plannen voor onze omgeving en de mensen in onze buurt.

SPECIALE ROEPING, GEEST VAN GOD

Er zijn mensen in de gemeente die van God een speciale roeping hebben gekregen tot gebed. Deze mensen vertellen verhalen over ‘wakker gemaakt worden’ om specifiek voor mensen en situaties te bidden en geestelijk te strijden. Dat wil niet zeggen dat andere christenen niet hoeven te bidden.

De bijbel zegt: bid voortdurend, deel alles met God, dank God, aanbid God… En we mogen gelukkig hierin de hulp verwachten van de heilige Geest die ons leert hoe te bidden. Die ons leert God te kennen en onze positie tegenover God te ervaren. Kinderen van Abba (Vader).

Ef 6:18 Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen. 19 Bid ook voor mij, dat mij de juiste woorden gegeven worden wanneer ik verkondig, zodat ik met vrijmoedigheid het mysterie mag openbaren van het evangelie 20 waarvan ik gezant ben, ook in de gevangenis. Bid dat ik daarbij zo vrijmoedig spreek als nodig is.

Rom 8:22 Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. 23 En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan. 24 In deze hoop zijn we gered. Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? 25 Maar als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden. 26 De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. 27 God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens zijn wil pleit voor allen die hem toebehoren. 28 En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.

Dus samengevat:

1. Vol verwachting bidden kan als we Gods woord kennen, geloven en aanvaarden.

2. Als we geestelijk tot leven zijn gekomen door de heilige Geest

3. Ervaringen met God opdoen in ons leven die ons vertrouwen/geloof vergroten

Vervolgens hebben we de voortgang van Gods koninkrijk op het oog en willen we eerbiedig God, God laten zijn. Uw wil, niet onze wil, geschiede. Leg Uw wil in ons. Boven alle dingen! Tot slot nog een indrukwekkend, herkenbaar en ook wel lachwekkend verhaal uit de bijbel. We lezen over een gebedsverhoring en de reactie van de bidders. Ze hadden eigenlijk niet eens verwacht dat God zo’n groot wonder zou doen. Maar Hij deed het wel! Hij doet wat Hij wil. Hij is God. Gelukkig! Dit verhaal gaat over Petrus die gevangen was gezet en wachtte op zijn berechting.

Handelingen 12:3 Toen hij zag dat de Joden hier gunstig op reageerden, liet hij ook Petrus aanhouden – dat was tijdens het feest van het Ongedesemde brood. 4 Na de arrestatie sloot hij hem op in de gevangenis, waar hij hem door vier groepen soldaten van steeds vier man liet bewaken, met de bedoeling hem na het pesachfeest ten overstaan van het volk te berechten. 5 Terwijl Petrus onder zware bewaking zat opgesloten, bleef de gemeente vol vuur voor hem bidden tot God.

6 In de nacht voordat hij voorgeleid zou worden, lag Petrus te slapen tussen twee soldaten, aan wie hij met twee kettingen was vastgeketend. Ook voor de deur van de kerker stonden bewakers. 7 Toen verscheen er plotseling een engel van de Heer en een stralend licht vulde de hele ruimte. De engel stootte Petrus aan om hem wakker te maken en zei: ‘Vlug, sta op.’ Meteen vielen de ketens van zijn handen. 8 De engel zei tegen hem: ‘Doe je gordel om en trek je sandalen aan.’ Dat deed hij. Daarop zei de engel: ‘Sla je mantel om en volg mij.’ 9 Petrus volgde de engel naar buiten, maar zonder te beseffen dat de dingen die de engel liet gebeuren werkelijk plaatsvonden; hij meende een visioen te zien. 10 Toen ze de eerste en tweede wachtpost voorbij waren, kwamen ze bij de ijzeren poort die toegang gaf tot de stad. De poort ging vanzelf voor hen open, en toen ze buiten waren gekomen liepen ze nog één straat verder, waarna de engel Petrus opeens alleen achterliet. 11 Nadat Petrus weer tot zichzelf gekomen was, zei hij: ‘Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden om me uit de handen van Herodes te bevrijden en me te behoeden voor wat het Joodse volk hoopte dat gebeuren zou.’ 12 Toen dit tot hem was doorgedrongen, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus, waar een groot gezelschap bijeen was gekomen om te bidden. 13 Nadat hij op de deur van het voorportaal had geklopt, kwam er een dienstmeisje, dat Rhode heette, om open te doen, 14 maar toen ze de stem van Petrus herkende, was ze zo blij dat ze vergat de deur te openen en naar binnen rende om te zeggen dat Petrus voor de poort stond. 15 ‘Je bent niet goed wijs,’ zeiden ze tegen haar, maar ze bleef volhouden dat het echt zo was. ‘Dan is het zijn beschermengel,’ zeiden ze ten slotte. 16 Intussen stond Petrus nog steeds aan de poort te kloppen. Toen ze dan toch opendeden, zagen ze tot hun grote verbazing dat hij het was.

13-04-2009
136

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies