Achter in mijn Bijbel heb ik een brief geplakt waarop een aantal regels staan afgedrukt, afkomstig uit een boekje dat heet: ‘Wie wil naar mij luisteren?’
Er staat: ‘Het komt me voor dat de volwassenen het gered hebben. Ze geloven. Ze kunnen de dingen zo correct zeggen. Ze weten alles van de Bijbelse geschiedenis. Ze vertellen je, hoe het geloof hen geholpen heeft. Ze zijn zo zeker van zichzelf, en daarom voel ik me niet op mijn gemak. Ik ben niet zo zeker van mijzelf. Ik heb mijn twijfels. Ik doe heel wat dingen waarop ik niet trots kan zijn. Ik vraag me af, of de volwassenen zich ooit zo voelen als ik. Is hun geloofsleven altijd zonder enige twijfel? Misschien zou ik het een van hen eens moeten vragen.’
Wat zou jij zeggen aan iemand die twijfelt aan zijn of haar geloof, omdat het nog zoveel dingen doet die volgens zijn of haar maatstaven niet door de beugel kunnen? Wat ga jij zeggen als iemand je toevertrouwt dat hij of zij verslaafd is aan pornografie en zelfbevrediging? Wat zeg je aan iemand die elke zondag naar de kerk gaat, maar desondanks soms twijfelt aan het bestaan van God? Hoe reageer ik op de zwakheden en twijfels van anderen? Confronteren we onze medemensen gelijk met onze eigen overwinningen en vertellen we meteen dat de Heer óns altijd zo goed heeft geholpen? Hebben we onmiddellijk alle teksten uit de Bijbel bij de hand en slaan we onze medemens met onze ervaringen en Bijbelkennis om de oren? Of zouden de openhartige vragenstellers meer hebben aan openheid over onze eigen fouten, onzekerheden en twijfels – zodat we tegen die achtergrond een tijdje met hen meedenken en meelijden. Waarom zien wij er zo tegenop om aan elkaar te vertellen van onze zonden en fouten? Waarom meten we onze goede daden en prestaties zo breed mogelijk uit en verdoezelen we onze missers? We houden met deze houding onszelf en anderen voortdurend voor het lapje! De wereld lijkt één groot toneel, waarin iedereen zijn rolletje speelt. Vol zijn met onreinheid, ergernis, eerzucht, maar doen alsof je vervuld bent met liefde, blijdschap en vrede, is geen zeldzaamheid.
Het is bijna een cliché aan het worden, toch moet het zo af en toe worden gezegd en geschreven: demasqué, maskers af! Kom dichter bij jezelf, bij God en je medemens!
17-05-2009
133