De bekende hertog van Wellington was eens in een dorpskerkje vlak bij zijn landgoed. Het avondmaal werd gevierd. De hertog kwam naar voren en knielde neer voor de avondmaalstafel. Gelijk met hem kwam een armoedig geklede man naar voren, die vlak naast de hertog neerknielde.
Meteen kwam de koster naar voren. Hij legde even zijn hand op de schouder van de man en fluisterde hem in zijn oor dat hij moest weggaan en wachten tot de hertog van het brood en de wijn genomen had. De grote legeraanvoerder begreep meteen de bedoeling van de koster. En nog voordat de arme man op kon staan, legde hij zijn hand op zijn arm en verhinderde hem hierdoor op te staan. Hij zei zacht, maar heel duidelijk: ‘Blijf waar je bent, want hier zijn we allemaal gelijk’.
Inderdaad, voor het aangezicht van de Here, en in het bijzonder aan het avondmaal, zijn we allemaal gelijk en vallen de maatschappelijke verschillen weg.
‘Daar is geen Jood of Griek, daar is geen slaaf of vrije, daar is geen man of vrouw; want u bent allen één in Christus Jezus’ (Gal.3:28).
17-05-2009
132