Mijn vader had een heel schrandere hond, die hij allerlei kunstjes geleerd had. Eén daarvan heb ik nog altijd onthouden. Hij legde wel eens een klontje suiker op de grond neer, vlak voor de hond en zei alleen maar: ‘Nee’. De hond begreep dat hij er niet aan mocht komen. E
n wat deed de hond? Hij keek niet naar het verleidelijke stukje suiker, maar hij hield zijn ogen vast op zijn baas gericht. Hij begreep, dat als hij naar de lekkernij zou kijken, hij voor de verzoeking zou kunnen bezwijken.
Een vriend van mijn vader, die bij ons op bezoek was, keek er met verbazing naar en zei toen: ‘Dat is een goede les, die deze hond ons geeft’.
Wij moeten ook niet naar de verzoeking kijken wanneer die tot ons komt, maar ons oog gericht houden op de Heer Jezus. Dat is de enige mogelijkheid om niet ten val te komen. Als er een gedachte in ons opkomt, om iets verkeerds te doen, dan kunnen we er zeker van zijn: die gedachte komt van de duivel. Daarom moet ons oog steeds op de Heer Jezus gericht zijn. Hij kan ons bewaren, Hij zal ons de overwinning geven.
17-05-2009
132