God heeft de sterren geschapen om in de donkere nacht te schijnen op aarde (Gen. 1:16). Toen de Heer Jezus op aarde was, zei Hij: ‘Ik ben het licht van de wereld, zolang Ik in de wereld ben’. Maar Hij werd door zijn volk niet aangenomen. Hij werd verworpen.
Toen Hij gevangen genomen werd in de hof van Gethsémané zei Hij: ‘Dit is uw uur en de macht van de duisternis’ (Luk.22:53). Met de afwijzing van de Heer Jezus daalde de nacht over de wereld. Overal heerst geestelijke en morele duisternis.
Van de gelovigen wordt gezegd dat zij nu het licht van de wereld zijn. In deze duisternis mogen u en ik, als gelovigen, ons licht laten schijnen. We mogen schijnen als lichtende sterren in de wereld (Fil.2:16). Zoals staat in de Nieuwe Bijbelvertaling: ‘Waartussen u schittert als sterren aan de hemel’.
Of zoals staat in het kinderversje: ‘Jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn’.
17-05-2009
132