Zet bij wijze van proef een zonnebril op met roodgekleurde, bolvormige glazen. Blanke mensen worden rood en kleintjes groot. Het verschil met wat je door deze bril ziet en hoe de werkelijk er uitziet, is soms net zo groot als het verschil tussen hoe wij kijken naar het verleden, heden en toekomst, en de werkelijkheid. Geschiedenissen worden verdraaid, eenzijdig doorverteld, sommige passages worden weggelaten. Het is maar net wat de verteller het beste uitkomt. En door deze bril kijken wij naar Napoleon, Roosevelt, Amin, moeder Theresa en Florence Nightingale.
Op dezelfde manier vertellen wij onze verhalen aan elkaar en luisteren we naar elkaar. Heel selectief. Ik hoor wat ik kan gebruiken en wat ik niet wil horen vergeet ik weer. Ik op mijn beurt vertel dat verhaal dan weer verder; verkromd en verkleurd.
En zo vertellen we aan elkaar wat ons is gebeurd, hoe we ons voelen, wat we denken, wat we hebben gedaan en wat we van plan zijn om te gaan doen. We reiken met onze verhalen elkaar een gekleurde bril met misvormde glazen aan. Onze woorden drijven een wig tussen de werkelijkheid en onszelf.
´Alles goed?´ vroeg onlangs iemand aan me. ´Ja´, zei ik. Maar het ging helemaal niet goed met mij. ´Met jou ook?´vroeg ik. ´Uitstekend’, antwoordde hij toneelmatig. Met hem ging het eigenlijk ook niet zo best, bleek later…
Ik hoorde eens het verhaal van een jongeman die bij de dokter zat. Hij was moe, depressief en verward. Na een lang gesprek zei de arts dat het goed zou zijn om ´s avonds wat vaker uit te gaan. En hij wees de jongeman op een optreden in het circus in de stad, die nog dezelfde avond een voorstelling zou geven. Er zou – zo vertelde de arts – een buitengewoon goed optreden van een clown in plaatsvinden. ´Maar dokter,´ zei de jongeman, ´die clown…., dat ben ik.´
Waarom vertellen we niet gewoon wat vaker aan elkaar (en aan God) wat we écht willen, denken en voelen en wat ons is gebeurd?
Bert Streuper
Ps. Alles goed?
27-01-2010
133