Een man bracht een bezoek aan zijn huisarts en vertelde hem dat hij zich de laatste tijd niet erg lekker voelde. Op de vraag van de dokter: ‘Heb je pijn’? antwoordde de patiënt: ‘Pijn en geen pijn, dokter’. Op de vraag hoe het met zijn eetlust ging, was het antwoord: ‘Trek en geen trek, dokter’. Op de vraag naar zijn nachtrust, kreeg de dokter te horen: ‘Slapen en niet slapen’.
‘Mooi’ zei de arts, ‘Ik weet genoeg. Kom straks het medicijn maar halen’. Na een uurtje haalde de man het drankje op. Toen hij het thuis uitpakte, zag hij dat op het flesje stond: ‘Innemen en niet innemen’.
In geestelijk opzicht lijken veel mensen op de man uit deze anekdote. Als je hen namelijk vraagt, of ze weten zondaars te zijn, dan volgt er een bevestiging die tegelijk ook een ontkenning inhoudt: ‘Natuurlijk heb ik wel verkeerde dingen gedaan, maar dat doen we toch allemaal’? Met andere woorden bedoelen ze te zeggen: ‘Er mankeert wel wat aan mij, maar zo erg is het nu ook weer niet’.
Als iemand echt geestelijk genezen wil worden, dan moet hij ronduit belijden: ‘Ik heb gezondigd – ik ben een zondaar’. Dan is er redding mogelijk.
07-04-2010
132
https://www.christelijknieuws.nl/Piet-Oudenampsen