Marten Hiemstra vaart mee op de Logos Hope. Operatie Mobilisatie brengt zo het goede nieuws op tal van plaatsen in de wereld. Met z’n gitaar maakt hij graag muziek met de mensen ter plaatse. Soms wordt hij geconfronteerd met de echte armoede, en dat laat hem niet los. Lees hier een stukje van z’n dagboek.
© foto christelijknieuws.nl
Het is zaterdagmiddag en de “bossun” (scheepsterm voor: diegene die je elke dag aan het werk zet) besloot om het werk te stoppen en om als team de stad in te gaan om simpel op straat te gaan evangeliseren. We worden verdeeld in groepjes van 5 waarop we snel wat water halen, zondebrandcreme en een handvol flyers. We lopen naar de poort van de haven, waar we al snel een paar flyers kwijtraken aan de bewakers. maar zodra we de poort uit lopen…
Tien-tal-len kinderen komen op ons aflopen en al snel wordt ik als enige persoon met flyers bedolven door kinderhanden. Binnen een paar minuten ben ik al m’n flyers kwijt. We lopen over de enige weg die naar de haven leid richting de stad. Honderden mensen zijn er op straat. Het grootste gedeelte kinderen. Veel kinderen lopen met zelfgemaakte karren naar de stad om water op te halen. We praten met heel veel mensen. Soms is het erg moeilijk te verstaan, sommigen spreken beter engels dan anderen. De meeste mensen praten een soort van straattaal-engels. Bijna niemand hier op de straat heeft werk. Het belangrijkste wat zij voor ogen hebben is om simpel te overleven.
We lopen verder en slaan op een gegeven moment een zijstraatje in. We lopen tussen de krotten door over een modderig weggetje, nog steeds met allemaal kinderen om ons heen die ons bij de hand vasthouden. Dan opeens hoorden we een stem schreeuwend iets roepen. Daar aan de rechterkant van de weg zit een man op de grond. Hij lijkt erg verward en kijkt een beetje glazig uit de ogen. Matthijs(NL) en ik kijken elkaar eens aan en dan weer naar de man. Bij ons allebei flitste de gedachte door ons hoofd:” o nee, als dit maar niet een bezeten persoon is of zo,,” Hij zag er belabberd uit. De arme man z’n benen lagen helemaal open en z’n bovenbenen waren bijna net zo dun als zijn onderbenen. Toen schreeuwde hij weer; “pray for me, pray for me, i need your prater!!”, nu verstonden we het. We kwamen dichter bij en baden allebei voor hem. Nadat we voor heb gebeden hadden leek zijn gezicht, wat eerst zo paniekerig leek, meer opgelucht. Na kort met heb gepraat te hebben liepen we verder.
We vonden de waterplaats waar de kinderen om heen stonden met hun houten karretjes om op hun beurt hun tonnetjes met water te vullen. We liepen nu terug richting het schip. Er was een meisje dat me volgde sinds de waterplaats en ik gaf haar stuk kauwgom. Samen maakten we bellen. 8 jaar oud is ze en had alleen een lang spongebob-tshirt aan. Ze moest elke keer een beetje verlegen lachen wanneer we tegelijkertijd een bel maakte.
Ik was verdrietig toen we bij de poort kwamen en ze mijn hand moest los laten, om niet door de bewaker geslagen en weggejaagd te worden.
Ik liep door het schip en zag de kinderen van het schip een feestje houden, met mooie kleren, eten en drinken en muziek. Weer wist ik even niet wat ik moest denken…
25-08-2010
Buitenland
https://www.martenhiemstra.nl