En rijke en een arme man waren beiden lid van een bepaalde kerk. De rijke man wilde graag iets doen voor de arme man. Daarom ga hij een groot bedrag aan een vriend, die hij volkomen vertrouwen kon en vroeg hem dit geld aan de arme man te geven op de manier die hem het beste toe leek.
Die vriend was een wijs man.
Hij maakte het hele bedrag niet in één keer over, maar hij stuurde honderd gulden naar de arme man en deed er een briefje bij: ‘Dit geld is voor u. Besteed het op een goede manier. Er komt nog meer’. Na een bepaalde tijd stuurde hij weer honderd gulden, met een briefje er bij: ‘Er komt nog meer’. Zo ging het een hele tijd door. Steeds weer kreeg de arme man een bedrag met het bemoedigende briefje: ‘Er komt nog meer’.
Zo gaat het eigenlijk ook met alles wat God ons wil geven. Paulus schrijft aan de gemeente in Filippi: ‘Maar mijn God zal in al uw behoefte voorzien naar Zijn rijkdom in heerlijkheid in Christus Jezus’ (Fil.4:19).
En zo is het ook met de genade van God. Er komt altijd nog meer. De bron ervan is nooit uitgeput: ‘Want uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade’ (Joh.1:16).
Met David kunnen wij zingen: ‘Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil’ (Psalm 68:20).
19-12-2010
132