Wij schrijven het jaar des Heren 1572. Tijdens de tachtig jarige oorlog belegerden de Spanjaarden de stad Rotterdam. Ze eisten dat de inwoners de stad zouden overgeven. Als ze niet aan deze eis zouden beantwoorden, zou de stad worden verwoest. Bij een vrijwillige capitulatie zouden de Spanjaarden de inwoners echter sparen.
Het stadsbestuur besloot op het verzoek van de vijand in te gaan en de stad over te geven. Eén van de Rotterdamse kooplieden vertrouwde de woorden van de Spanjaarden niet. Hij bracht zijn vrienden bijeen in zijn grote woning. Vervolgens sloeg hij zijn meubels kort en klein en gooide de brokstukken de straat op. Ook gooide hij zijn eigen ruiten is en hij slachtte een lammetje, waarvan hij het bloed over de drempel van de voordeur op straat liet lopen.
De Spanjaarden hielden hun belofte niet en vielen rovend, plunderend en dodend de stad binnen. Bij het huis van de koopman aangekomen, zagen ze de verwoesting en het bloed. Ze dachten ze dat hun kameraden al binnen waren geweest. Zo bleven het huis en zijn bewoners ongedeerd, dankzij de dood en het bloed van een onschuldige lam.
Iedereen, die schuilt achter het bloed van Jezus Christus en zijn volbracht werk aan het kruis van Golgotha in het geloof aanneemt, is eens en voor altijd in veiligheid.
19-12-2010
132