Gisterochtend zat ik in de auto op weg naar Hellevoetsluis. Aardig lang ritje, gelukkig genoeg mooie muziek bij me. Toch besloot ik de radio aan te zetten en luisterde ik even naar Groot Nieuws Radio. Tien minuten later zit ik met een brok in mijn keel achter het stuur…
Een tienermeisje, 16 jaar, vertelde:
“….Toen ik naar de middelbare school ging probeerde ik, net als alle anderen, snel vriendinnen te maken. Ik ging om met verschillende meiden, maar echte vriendinnen kreeg ik nog niet in de klas.
Ik kom uit een christelijk gezin en geloof in Jezus is voor mij heel belangrijk. Daar schaam ik me ook niet voor. In mijn klas werd ik hierom uitgelachen en gepest. Als ik bijvoorbeeld een vraag stelde in de les zeiden ze: ‘Je gelooft toch in God? Dan vraag je het toch lekker aan Hem?’ Uiteindelijk werd het pesten zo erg dat ik elke dag met tegenzin en bang naar school ging. Er werden soms pakjes drinken en brood naar me gegooid. Toen kwam een meisje naar me toe. Uit mijn klas. Ze vond het zo bijzonder dat ik toch in God bleef geloven ook al werd ik erom uitgelachen. Dit meisje werd een vriendin en ze heeft zelfs Jezus leren kennen. Ik weet dat God altijd bij me is…“
Lijden om/door het geloof in Jezus
Het verhaal ging nog verder. Wat een verhaal van zo’n meisje. Wat moedig. Ze heeft geleden door haar geloof in God, maar het wel vastgehouden. Dit heeft een klasgenoot aan het denken gezet. Wauw… Nergens in de bijbel staat dat we het lijden moeten zoeken. Wel dat we het soms kunnen verwachten. Er zijn christenen vandaag die worden opgesloten, gemarteld en vermoord om hun geloof in Jezus. En sommigen lijden ‘in het klein’. Heb jij dit wel eens ervaren?
Mat. 5:11 Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. 12 Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.
13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt.
14 Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. 15 Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. 16 Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.
31-01-2011
136
https://www.martinbrand.nu