Generaal b.d. Peter van Uhm hield vanavond een indrukwekkende toespraak tijdens de nationale herdenking in aanwezigheid van de Koning en Koningin. Het publiek op de Dam in Amsterdam reageerde met applaus na afloop van zijn toespraak.
De vader van Uhm vocht tijdens de Tweede Wereldoorlog als militair. Zijn verhalen maakten diepe indruk op hem, waarop hij besloot het leger in te gaan. Jaren later volgde de zoon van Uhm hem en ook hij werd militair. Maar hij kwam om bij de vredesoperatie in Afhanistan.
Hier de hele toespraak van de Generaal:
‘Mensen werden vermoord. Uitgeroeid. Louter om wie ze waren. Mensen kwamen in verzet, bestreden de onmenselijkheid. Zij moesten hun moed met de dood bekopen. Wij gedenken hen allen met het diepste respect. Al jong kende ik hun geschiedenis. Door de verhalen van mijn vader. Door de verhalen van de geallieerden die vochten voor ons, een ander volk, in een ander land.
Het maakte diepe indruk. Op 16-jarige leeftijd keek ik om mij heen. De Tweede Wereldoorlog was over. Maar voor veel overlevenden ging de oorlog door. Velen voelen nog iedere dag het duister. Ik besefte: de strijd voor rechtvaardigheid is nooit over. De strijd voor vrijheid begint elke dag opnieuw. In jezelf. En in de samenleving. Ik vroeg mijzelf: ‘‘Peter, miljoenen mensen is ’n keuze ontnomen. Jij hebt wel een keuze. Wat ga jij doen met je leven? Wat ga jij doen om de wereld beter te maken?’’
Ik besloot te dienen. Omdat ik geloof dat in dienen de sleutel ligt. Wie dient, denkt niet alleen in ‘ik’. Wie dient, denkt niet alleen in ‘zij’. Wie dient, denkt ook in ‘wij’. Daar begint de overwinning op het onrecht. Want vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid, een betere wereld, die maak je samen. Ook mijn zoon besloot te dienen. Wat was ik trots. Hij sneuvelde. Voor een ander volk. In een ander land. Vijf jaar en zestien dagen geleden.
Het waren duistere dagen. Wat heb je aan idealen, wat heb je aan die betere wereld morgen, als je er vandaag je zoon aan verliest? Dat zijn de vragen die ook ik mijzelf stelde. Twee weken na zijn dood stond ik hier op De Dam. Het was 4 mei 2008. Een moeilijk, confronterend moment. Maar ook een bewuste keuze.
Dit monument, gewijd aan de nagedachtenis van alle Nederlandse oorlogsslachtoffers, maar ook de saamhorigheid hier op De Dam en in het land, het hielp mij. 4 Mei hielp mij koers te houden in die duistere dagen waarin dienen zo’n pijn deed. Ik hoop dat 4 mei ons allen helpt koers te houden. Niet alleen vandaag. Maar ook de driehonderd-vier-en-zestig dagen erna.
Ik hoop dat de nagedachtenis en saamhorigheid van 4 mei ons helpt om in tijden van ‘ik’, het ‘wij’ terug te vinden. Want niet vanuit het ‘ik’ en het ‘zij’, maar vanuit het ‘wij’, ontstaan de goede dingen. Dat heeft de geschiedenis ons geleerd. Dat moeten wij blijven herdenken. Dat moeten wij blijven afspreken. Met onszelf. En met elkaar.’
journaal 24 schermafdruk
04-05-2013
Samenleving
https://www.4en5mei.nl/