Eind september werd in London en Istanbul een nieuwe vertaling van de Bijbel in het Perzisch gepresenteerd. Een bijzonder moment, aangezien sommige medewerkers van het vertaalproject inmiddels als martelaar voor hun geloof gestorven zijn.
Volgens coördinator dr. Mehrdad Fatehi voelde het project als het opvoeden van een kind: “Achttien jaar hard werken, maar de moeite waard voor zo’n bijzondere dag als vandaag.”
Het vertaalwerk werd ‘het Michaelian-project’ genoemd, ter ere van Tateos Michaelian, de bekendste Bijbelvertaler uit Iran, die twintig jaar geleden werd doodgeschoten. Zijn weduwe Juliet ontving het eerste exemplaar van de nieuwe bijbel, samen met andere familieleden en vrienden van Iraanse christenen die om hun geloof gestorven zijn. Onder hen ook Rashin Soodmand, dochter van de in 1990 vermoorde predikant Hossein Soodmand: “Ik was kapot van de dood van mijn vader, maar toch wilde ik Jezus met anderen delen. We hadden geen bijbels, dus schreven we Bijbelteksten met de hand en lieten die achter in taxi’s en restaurants. Ik heb gebeden om bijbels voor mijn land. God heeft geantwoord.”
In Iran zijn vrijwel alle christelijke activiteiten, zoals evangelisatie, Bijbelcursussen en het uitgeven van Bijbels en christelijke lectuur, illegaal, zeker als dat in het Perzisch gebeurt. Maar ondanks gevaren en beperkende maatregelen door de Iraanse overheid is het plan de komende drie jaar 300.000 exemplaren van de Bijbel in het Perzisch verspreiden.
Iran staat op de 9e plaats van de Ranglijst Christenvervolging. Naar schatting telt het land 450.000 christenen. De meerderheid heeft een moslimachtergrond.
Open Doors
© Henk-Jan Oudenampsen
16-10-2014
Buitenland
https://www.opendoors.nl