In augustus was het wereldnieuws, 200.000 jezidi’s werden opgejaagd en omsingeld door de Islamitische Staat terwijl de wereld toekeek. Na dagen zonder hulp werd uiteindelijk de cirkel doorbroken waardoor de jezidi’s konden vluchten.
In een dorp in het noorden van Irak, Kurdistan, zijn velen neergestreken in gebouwen die in aanbouw zijn. Met weinig middelen en sanitaire voorzieningen overleven ze al maanden in deze omstandigheden terwijl de toekomst onzeker blijft.
Ontmoet Shirin
Shirin, moeder van 7 kinderen; 5 meisjes, 2 jongens, vertelt haar verhaal: “We vluchten zoals bijna 200,000 andere jezidi’s naar de bergen toen IS aanviel. We hadden niets bij ons, geen dekens, geen voedsel, ik was hoogzwanger. Mijn man was aan het werk in Erbil, ik vluchtte alleen met de kinderen. Mijn man kwam samen met de Koerdische troepen naar het Sinjar gebergte en kon samen met ons via de doorgang die was gemaakt vluchten.”
Hulp na moeilijke maanden
“De eerste twee maanden dat we hier aankwamen ontvingen we geen enkele hulp, niets. We kregen hulp van familieleden die ons wat geld leenden om de meest noodzakelijke spullen te kopen. Later kwamen er organisaties die ons wat dekens en matrassen gaven. ZOA gaf ons een kachel en brandstof, het is hier erg koud. Ook zijn de open ramen dichtgemaakt met plastic en houten latten. We ontvingen daarnaast kleding en schoenen om warm te blijven. De eigenaar van het huis laat helaas niet toe dat er een sceptische tank wordt gebouwd naast het huis, ondanks dat dit is aangeboden. Hierdoor hebben de acht families die in het huis wonen een tijdelijk toilet gemaakt. Het is er niet erg hygiënisch en er is geen goede afvoer. Wel is er een watertank geplaatst waardoor we schoon drinkwater hebben.”
Opnieuw een verlies
“Kort nadat ik hier in het dorp aankwam beviel ik van mijn zoon. Door de slechte omstandigheden werd hij ziek. Ik ging vaak met hem naar het ziekenhuis maar helaas werd hij niet beter. De laatste keer dat ik met hem in het ziekenhuis was vertelde de arts dat hij niets kon doen en dat ik na vier dagen terug moest komen. Voordat de vier dagen verstreken waren werd hij erg ziek, we gingen ’s avonds direct naar het ziekenhuis maar onderweg overleed hij in mijn armen. Zijn naam was Fahrad, ik zal hem nooit vergeten. Hij is begraven bij een eeuwenoude Yezidische heilige plaats, er staat een steen met zijn naam.” Veel jezidi’s hebben op deze plek hun doden begraven, na de gevechten in het Sinjargebergte. Velen spreken over een genocide, IS heeft het gemunt op alle andersdenkenden, waaronder jezidi’s en christenen.
De toekomst
“In Sinjar hadden we het ook niet gemakkelijk maar we leefden in ieder geval in vrede. Ik zorgde voor de kinderen, het eten, de was, de dagelijkse routine. Mijn man, een ex-militair, had onregelmatig werk in de bouw waarmee hij maar net genoeg verdiende om ons gezin te onderhouden. We hopen dat we kunnen terugkeren naar Sinjar en ons leven daar, dat is alles wat ik wil. Sinds dat we hier zijn, zijn mijn kinderen erg vermoeid en ervaren ze veel stress. Al mijn kinderen gingen naar school in Sinjar, momenteel kan geen van hen gaan. Ik hoop ook voor hen dat ze hun oude leven, in vrede, weer terug kunnen krijgen.”
Kijk voor meer informatie in het Noodhulpdossier Noord-Irak.
ZOA
ZOA
21-04-2015
Buitenland
https://www.zoa.nl/noodhulp-noord-irak