Afgelopen nacht sloot de website om vragen in te dienen aan de wetenschap. Om 0.00uur stond de teller op het overweldigende aantal van 11656 vragen. Deze vragen vormen de basis voor de Nationale Wetenschapsagenda. Vragen die betrekking hebben op duurzaamheid, gezondheid, hersenen en economie komen het meest voor.
Minister Bussemaker (OCW): ‘Je verwonderen en het stellen van vragen is de basis van wetenschap. De 11656 vragen laten zien dat wetenschap in Nederland leeft. Ik wens alle wetenschappers die in de jury’s zitten om de vragen te valideren veel succes met deze flinke klus. Ik ben erg benieuwd hoe de Nationale Wetenschapsagenda er uit komt te zien.’
‘Erg mooi om te zien dat de oproep om iedereen te betrekken bij de Nationale Wetenschapsagenda zo’n gehoor heeft gevonden. En ik vind dat ook terecht, want wetenschap is ontzettend belangrijk voor onze maatschappij. Voor de zorg, voor onze energievoorziening, voor innovatie en economie maar ook voor ons persoonlijke leven,’ aldus staatssecretaris Dekker (OCW).
Ministers Bussemaker (OCW) en Kamp (EZ) en staatssecretaris Dekker (OCW) hebben de Kenniscoalitie, bestaande uit hoger onderwijsinstellingen, wetenschappelijke instituten en het bedrijfsleven, de opdracht gegeven om de Nationale Wetenschapsagenda op te stellen. Voorzitters van de Nationale Wetenschapsagenda zijn Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan.
De vragen zijn gesteld door individuen en door groepen uit de wetenschap, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Er zijn meer mannelijke vragenstellers dan vrouwelijke en de leeftijdsgroepen van 30 tot 40 en 50 tot 60 jaar zijn het sterkst vertegenwoordigd. De afgelopen drie dagen is er een eindsprint ingezet, meer dan 60% van alle vragen is in deze periode ingediend.
De hele maand mei gaat een groot aantal jury’s, bestaande uit wetenschappers, zich buigen over de vragen. Alle 11656 vragen worden getoetst. Belangrijk daarbij is of er al een antwoord te geven is op de ingediende vraag en of de vraag überhaupt door de wetenschap te beantwoorden is.
De vragen worden ingedeeld in drie verschillende thema’s breed maatschappelijk, uitgesproken economisch en algemeen wetenschappelijk. Voor alle drie de thema’s wordt er in juni een conferentie georganiseerd. Deze conferenties zijn het startpunt van een dialoog over de vragen, die doorloopt tot in het Weekend van de Wetenschap op 3 en 4 oktober. Eind november 2015 vindt de presentatie van de Nationale Wetenschapsagenda plaats.
Rijksoverheid
© Henk-Jan Oudenampsen
01-05-2015
Onderwijs