Joël Voordewind heeft deze week een bezoek gebracht aan vluchtelingen op de ‘Balkanroute’. Deze vluchtelingen reizen Europa binnen via Turkije en Griekenland. Het aantal vluchtelingen dat de grenzen van Macedonië en Servië oversteekt liep de afgelopen weken op tot naar schatting 6000 mensen per dag. De komende weken wordt een verdere toename verwacht.
Joël Voordewind: “Het is indrukwekkend om zoveel vluchtelingen te zien passeren. Ook de verhalen maken indruk. We hebben Syrische gezinnen gesproken die alles moesten achterlaten. Kinderen zijn jarenlang niet naar school geweest. Van jongeren hoorden we dat familieleden, zoals hun ouders, zijn vermoord door het Assad-regime of door IS.”
Vluchtelingen die de grens tussen Griekenland en Macedonië oversteken, moeten in een ‘transit center’ wachten op de treinen. Als ze 150 kilometer noordelijker uitstappen, moeten ze een aantal kilometer langs het spoor lopen om de grens met Servië over te steken. Daar staan mensen 5 uur in een rij van honderden meters lang, om na lang wachten in bussen naar Hongarije te worden vervoerd.
De humanitaire situatie voor vluchtelingen in de ‘transit centers’ bij de grenzen is zorgelijk. Voordewind: “Als de winter binnen enkele weken invalt, kunnen vluchtelingen niet goed worden opgevangen. Ze liggen op de grond te slapen in de buitenlucht of in open tenten. Er zijn gezinnen met jonge kinderen en baby’s bij.” Bij het scenario dat de grens van één van de Balkanlanden (tijdelijk) dicht gaat, zijn de gevolgen helemaal niet te overzien. Duizenden mensen komen dan in kleine kampen met weinig voorzieningen terecht. De ChristenUnie wil daarom dat de EU en Nederland meer geld uittrekken voor de humanitaire situatie van vluchtelingen op de ‘Balkanroute’.
De inzet van bussen en treinen heeft gezorgd voor minder illegale routes en minder kansen voor mensensmokkelaars. Het Macedonische spoorbedrijf lijkt helaas misbruik te maken van de situatie. Waar een normaal treinkaartje naar de Servische grens 7 euro per persoon kost, betalen vluchtelingen 25 euro per persoon om in de volgepakte treinen mee te kunnen.
Naar schatting is een ruime meerderheid van de migrantenstroom op de vlucht voor oorlog en terrorisme, vooral uit Syrië (rond de 70%). Wel worden naar verhouding steeds meer andere migranten, zoals arbeidsmigranten, gesignaleerd die zich in de mensenmassa voegen. Ook neemt het aantal migranten toe uit andere landen dan Syrië en Irak, zoals Afghanistan, Pakistan, Iran, Bangladesh en Somalië. Slechts een derde van de honderdduizenden mensen die de grens passeren, wordt geregistreerd.
De ChristenUnie pleit daarom voor betere screening en selectie aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Ook VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR pleit voor screening, goede registratie en preselectie aan de buitengrenzen. Arbeidsmigranten die niet onder het VN-vluchtelingenverdrag vallen en dus niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning moeten worden teruggestuurd, voordat ze verder Europa intrekken. Voordewind: “Dit is nodig om het draagvlak voor de opvang van oorlogsvluchtelingen in Nederland te behouden. Wij blijven staan voor een ruimhartige opvang van Syrische vluchtelingen en christenbekeerlingen uit landen zoals Iran en Pakistan.”
Joël Voordewind deed werkbezoek samen met de Nederlandse hulporganisatie Dorcas. Dorcas is actief bij de Grieks-Macedonische grens. Een Macedonische partnerorganisatie deelt met hulp van vrijwilligers uit lokale kerken inmiddels 1000 voedselpakketten per dag uit aan de passerende vluchtelingen.
ChristenUnie
ChristenUnie
11-10-2015
Buitenland
https://www.christenunie.nl