De ChristenUnie wil dat iedere Nederlander een persoonlijke ‘scholingsbeurs’ krijgt en daarmee recht heeft op evenveel jaren bekostigd onderwijs. Nu betaalt de overheid zo’n tien jaar mee aan het onderwijs voor iemand die naar de universiteit gaat en maar zes jaar voor iemand met een beroepsopleiding op niveau-2.
Wat ChristenUnie-Kamerlid Eppo Bruins betreft wordt dat rechtgetrokken en kunnen mbo’ers later in hun leven vanuit hun scholingsbeurs alsnog aanspraak maken op de jaren die zij aan bekostigd onderwijs ‘over’ hebben. Daarmee kunnen zij zich later in hun leven bij- of omscholen.
Eppo Bruins: “De Onderwijsinspectie waarschuwde eerder dit jaar voor de tweedeling die in het onderwijs ontstaat: hoogopgeleiden met grote kansen, laagopgeleiden met veel minder mogelijkheden. Daar ligt een grote politieke uitdaging. We mogen ons er niet bij neerleggen dat de plek waar je opgroeit of wie je ouders zijn bepalen wat je kansen in het leven zijn.”
Scholingsbeurs vergroot onderwijskansen lageropgeleiden
Bruins wil dat overheid, werkgevers en werknemers een fonds starten waar de scholingsbeurzen mee worden betaald. “Het is goed om te laten doorrekenen wat dat uiteindelijk kost, maar ook wat het dan maatschappelijk én financieel oplevert. Ik praat hier ook met VNO-NCW over omdat ik denk dat dit plan werkgevers uiteindelijk meer oplevert dan dat het kost: door ruimere scholingsmogelijkheden blijven werknemers bij de tijd en vitaal en komen er uiteindelijk minder mensen thuis te zitten. Mensen met universitaire opleidingen krijgen vaak tijdens hun loopbaan nog allerlei cursussen. Een vakman die met zijn handen werkt heeft daar minder kans op. Mensen met een fysiek zwaar beroep moeten zich blijven ontwikkelen om ook na hun vijftigste actief te blijven. Daar is nu veel te weinig aandacht voor.”
Johannes de Vries
© Henk-Jan Oudenampsen
23-06-2016
Onderwijs