De thema’s kansengelijkheid en onderwijs op maat lopen als een rode draad door de onderwijsbegroting voor 2017. Kinderen moeten dezelfde kansen krijgen, vinden minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker. Waar ongelijke kansen dreigen, grijpen ze in. Tegelijkertijd worden leerlingen die meer aankunnen uitgedaagd. Kortom: elk talent wordt gestimuleerd.
Dit kabinet blijft investeren in onderwijs, ondanks budgettaire krapte. In de begroting voor 2017 wordt dat duidelijk zichtbaar in de stijging van het bedrag dat het Rijk bijdraagt aan de scholing van elke leerling of student. In 2012 was de bijdrage per mbo-student nog €7200 per jaar, in 2017 is dat €8100. In het primair onderwijs steeg het bedrag van €6200 in 2012 naar €6700 in 2017 en in het voortgezet onderwijs van €7900 naar €8100. De bedragen in het hoger onderwijs (€6400 in 2012, €6700 in 2017) stijgen vanaf volgend jaar verder omdat dan de eerste investeringen door het studievoorschot pas echt zichtbaar worden.
Gelijke kansen
De samenleving houdt niet op bij het hek van het schoolplein. Ook onacceptabele ontwikkelingen, zoals ongelijkheid van kansen, dringen door tot in het klaslokaal. Het onderwijs in Nederland heeft vanouds een emanciperende taak, die ervoor zorgt dat die verschillen worden verkleind. Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker accepteren niet dat kinderen met dezelfde talenten in het onderwijs niet dezelfde kansen krijgen. Ze zetten volop in op gelijke kansen.
Zo gaat van de €200 miljoen die beschikbaar is voor politieke prioriteiten €55 miljoen naar het bevorderen van gelijke kansen: €15 miljoen gaat naar asielkinderen zodat scholen een (tweede) jaar extra bekostiging krijgen voor taalonderwijs, €10 miljoen naar een structurele oplossing voor mbo-leerlingen van wie de ouders de schoolkosten niet kunnen betalen en €5 miljoen naar achterstandenbeleid. Hiermee krijgen ook kleine gemeenten voldoende geld om voorscholen in te richten voor kinderen met een risico op taalachterstand. €25 miljoen voor gelijke kansen wordt nader ingevuld.
De overige €145 miljoen gaat naar beter onderwijs en goede arbeidsvoorwaarden voor docenten in de komende kabinetsperiode (€133 miljoen), cultuur (€10 miljoen) en de onderwijsinspectie (€2 miljoen).
De begroting voor 2017 maakt ook eerdere maatregelen zichtbaar die minister Bussemaker trof om gelijke kansen te bevorderen, zoals de invoering op 1 januari van de ov-kaart voor mbo-bol-studenten beneden de 18 en de beoogde inwerkingtreding van het toelatingsrecht in het mbo op 1 augustus 2017.
Leraren
Het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de docent die voor de klas staat. Hij of zij bepaalt wat kinderen leren. Dat vraagt om een krachtige beroepsgroep die heldere eisen stelt aan het vak. In schooljaar 2017-2018 gaat daartoe het lerarenregister van start waarin leraren zelf hun kennis en vaardigheden bijhouden. Alle leraren komen dan in het lerarenregister of het registervoorportaal te staan.
De docenten merken dit jaar ook in hun portemonnee dat ze worden gewaardeerd. Liet dit kabinet in 2014, na vijf jaar nullijn, de lonen weer stijgen met de ontwikkelingen in de markt, daar is een forse loonstijging bovenop gekomen. Leraren en schoolleiders kregen er vorig jaar al gemiddeld ruim 5% bij, in 2017 komt daar voor docenten en ander onderwijspersoneel in het primair en voortgezet onderwijs en het mbo nog eenmalig €500 voor een voltijdsbetrekking bovenop.
Scholings- en monumentenaftrek
Naast extra investeringen in onderwijs wil het kabinet stimuleringsregelingen effectiever inzetten. Daarom worden de algemene fiscale aftrekposten voor scholingsuitgaven en monumenten vervangen door gerichte scholingsvouchers en subsidies.
De monumentenaftrek treft maar beperkt doel. Vaak worden er ingrepen mee bekostigd die zonder aftrek ook wel zouden zijn gedaan en gaat er geld naar onderhoud of reparatie van installaties (zoals een cv-ketel) die niet bijdragen aan de monumentale waarde van een pand.
De scholingsaftrek blijkt volgens het CPB nauwelijks te leiden tot meer scholing. Bovendien zijn het vooral hoogopgeleiden die er gebruik van maken in plaats van de mensen die de extra scholing hard nodig hebben: lager en middelbaar opgeleiden die het grootste risico lopen om op lange of korte termijn hun baan te verliezen.
Overigens komt in 2017 het Leven Lang Leren-krediet beschikbaar voor iedereen tot 55 jaar die zich wil blijven ontwikkelen maar geen recht heeft op studiefinanciering. Zij kunnen dan tegen gunstige voorwaarden hun les- of collegegeld lenen als zij een opleiding in het mbo of het hoger onderwijs volgen.
Onderwijs op maat
Kinderen gelijke kansen bieden is iets anders dan eenheidsworst voorschotelen. Geen twee kinderen zijn hetzelfde. Goed onderwijs herkent en erkent de verschillen en zorgt ervoor dat elk kind het beste uit zichzelf haalt. Het kabinet stimuleert dit door goede prestaties zichtbaar te maken, bijvoorbeeld door in het voortgezet onderwijs de mogelijkheid te geven om cum laude te slagen en om vakken op een hoger niveau te volgen. Staatssecretaris Dekker biedt begin 2017 het wetsvoorstel Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen aan. Dit voorstel maakt het mogelijk om nieuwe scholen op te richten die beter aansluiten bij de wensen van ouders en kinderen en stelt tegelijkertijd hogere kwaliteitseisen aan startende scholen. De inhoud van het onderwijs op basisscholen en middelbare scholen wordt verbeterd.
Onderwijs 2032 gaat komend jaar de verdiepingsfase in, waarin de rol van docenten extra accent krijgt en de haalbaarheid en toepasbaarheid van delen van het advies in kaart worden gebracht.
In het hoger onderwijs wordt in 2017 een begin gemaakt met het experiment flexstuderen. Studenten die hun studie willen combineren met activiteiten ernaast kunnen dan hun collegegeld betalen naar rato van het onderwijs dat ze volgen.
Studenten zullen volgend jaar ook merken dat er uitvoering wordt gegeven aan de Strategische Agenda, door kleinschaliger en intensiever onderwijs, betere begeleiding en betere studiefaciliteiten.
Rijksoverheid
© TOFF-fotografie.nl Tobias Huizing
20-09-2016
Samenleving