Door een extra investering van € 10 miljoen in de culturele sector kunnen meer culturele instellingen subsidie van het rijk ontvangen. Hiermee kiest minister Bussemaker voor talentontwikkeling, voor het bereiken van een divers publiek en voor meer regionale spreiding in het culturele landschap. Kwaliteit staat hierbij voorop. Vandaag maakte Bussemaker haar besluiten voor de culturele basisinfrastructuur voor de periode 2017 – 2020 bekend.
Vorig jaar juni maakte Bussemaker al bekend dat ze € 18,5 miljoen extra investeert in de culturele sector in de komende periode. Vandaag voegt de bewindsvrouw daar nog eens € 10 miljoen hieraan toe. Het totale bedrag voor de komende periode is dus 28,5 miljoen extra. Bussemaker komt met het extra geld tegemoet aan ‘het dringende beroep’ van de Raad voor Cultuur om ‘de financiering van de cultuursector op peil te houden’.
Minister Bussemaker: ‘Cultuur is van grote betekenis, en kan wissels omzetten in de levens van mensen. Ik wil iedereen in Nederland in aanraking brengen met kunst en cultuur: van Vlieland tot Heerlen, van Alexander tot Fatima. Door nog meer te investeren in de culturele sector, komt er een gevarieerd, kwalitatief goed cultuuraanbod voor iedereen in het hele land tot stand.’
Door deze extra investering gaat er in de periode 2017-2020 ruim 389 miljoen euro naar 88 cultuurinstellingen en 6 fondsen die behoren tot de culturele basisinfrastructuur. De basisinfrastructuur is opgebouwd met culturele instellingen die een directie subsidie van het rijk ontvangen. De Raad voor Cultuur heeft over de aanvragen van instellingen geadviseerd.
Extra investeringen in festivals
Een belangrijk gedeelte van de investering van € 10 miljoen is bestemd voor festivals, cultuuronderwijs en talentontwikkeling. Dit komt voornamelijk het culturele aanbod in de regio ten goede. Bussemaker maakt onder andere 3 miljoen euro vrij voor het festivalaanbod in heel Nederland. Zo krijgen alle 23 festivals subsidie die een positief advies hebben gekregen van het Fonds Podiumkunsten, maar waar nog geen budget voor was. Ook een aantal muziektheatergezelschappen kan rekenen op extra financiering.
Bussemaker: ‘Door het hele land worden festivals georganiseerd. En het publiek stroomt toe. Ook publiek dat anders niet in aanraking zou komen met cultuur. Door het budget voor festivals te verruimen, kunnen toonaangevende festivals als Noorderslag, Welcome to the Village en Cultura Nova hun voorstellingen en concerten voort zetten.’
Regionaal cultureel aanbod
De minister investeert de komende jaren meer dan € 2,5 miljoen in regionaal cultureel aanbod. Zo gaat er extra geld naar festivals in de creatieve industrie (waaronder € 400.000 voor de Dutch Design Week), literaire festivals en talentontwikkeling in de regio. Het extra geld wordt verdeeld via de cultuurfondsen. Bij de verdeling zijn kwaliteit en geografische spreiding de belangrijkste criteria.
Cultuuronderwijs
Ook is er meer geld beschikbaar om cultuur in het onderwijs verder te versterken. Zo stelt Bussemaker door een extra bedrag van € 1,2 miljoen het Fonds voor Cultuurparticipatie in staat meer leerlingen in het vmbo te bereiken. Ook steekt Bussemaker € 1,2 miljoen extra in de impuls muziekonderwijs. Met die regeling worden kinderen in het hele land bereikt. De impuls muziekonderwijs is nu al een groot succes: ruim 530 scholen willen meedoen. Met de nieuwe financiële impuls is ook het voortbestaan van de regeling op langere termijn gewaarborgd.
Culturele basinfrastructuur
In de basisinfrastructuur is voor periode 2017 – 2020 ruimte voor bekende gezichten, maar ook voor de nieuwkomers Framer Framed en het Metropole Orkest. De subsidies aan het Letterkundig Museum, Huis Doorn, Slot Loevestein en Museum Meermanno worden verhoogd met in totaal €675.000.
Bussemaker biedt het Orkest van het Oosten en Het Gelders Orkest de ruimte om samen te werken aan een plan voor één symfonische voorziening in het oosten van Nederland. Deze symfonische voorziening moet starten op 1 september 2019.
Het Europees Keramisch Werk Centrum krijgt de komende 4 jaar een projectsubsidie van € 300.000 jaarlijks.
Rijksoverheid
© Henk-Jan Oudenampsen
20-09-2016
Samenleving