Joël Voordewind: Wat een mooi nieuws voor Nemr en zijn gezin! Na al die jaren onzekerheid, kregen ze vorige week het bericht dat ze mogen blijven in Nederland. Hij en ook anderen zoals Hayarpi Tamrazyan kunnen verder bouwen aan hun leven. Opnieuw hoop vinden voor de toekomst.
Naast deze twee kan ik nog vele andere kinderen en jongeren noemen, voor wie in deze periode een positief besluit valt op basis van de nieuwe afspraken van het kinderpardon.
In de afgelopen jaren sprak ik met hen en anderen die soms al jaren onzekerheid verkeren. Hun leven stond stil. Dat terwijl er vaak schrijnende omstandigheden waren die wat betreft de ChristenUnie aanleiding genoeg vormden om hen te laten blijven. Hun situatie hebben we na de nieuwe afspraken over het kinderpardon kunnen veranderen. Daar zijn we dankbaar voor.
Maar we weten nu al dat in de toekomst ook asielzoekerskinderen in schrijnende omstandigheden zullen zitten. Soms zijn dat omstandigheden die niet te vatten zijn in regels op papier. Dan is het nodig dat iemand echt kijkt naar de situatie van het kind zelf.
Daarom ben ik nu ook blij met de uitwerking van de afspraken voor het kinderpardon voor de toekomst. Dat kan hoop bieden aan kinderen die in de toekomst veiligheid, hoop en toekomst zoeken in Nederland.
Tot nu toe werd pas aan het einde van de procedure als alles al geprobeerd was, gekeken of een situatie schrijnend is. De discretionaire bevoegdheid. Het was een veiligheidsventiel, maar het had iets geks dat die onzekerheid onnodig lang bleef bestaan.
In de afspraken die vandaag door de staatssecretaris
naar de Tweede Kamer zijn gestuurd, is dat aangepast.
Dat betekent dat er al direct bij de eerste procedure een beroep kan worden gedaan op schrijnende omstandigheden en dat de directeur van de IND de mogelijkheid heeft om op basis daarvan asiel toe te kennen. Dus niet langer aan het einde van de rit, maar aan het begin en dus tijdens de hele eerste asielaanvraag en het eventuele hoger beroep is dit een criterium. Andere partijen drongen erop aan dat die discretionaire bevoegdheid aan het einde van de procedure kwam te vervallen. Wat ons betreft was dat geen noodzaak, maar samen met de zorgvuldige blik aan het begin zien we het als winst en dus een stap vooruit.
Daar komt vandaag nog iets bij. De Raad van State heeft nog een verstandige aanvulling voorgesteld om echt te zorgen dat deze kinderen recht wordt gedaan. Ook na de eerste procedure blijft er altijd de mogelijkheid bestaan dat omstandigheden zo uitzonderlijk zijn en misschien wel veranderen dat de diensten de mogelijkheid hebben om gebruik te maken van – zoals dat ambtelijk heet – eigen beoordelingsruimte of inherente afwijkingsbevoegdheid.
Al die ontwikkelingen van de laatste weken zijn voor mij en voor ons als fractie reden om dankbaar te zijn. We zien dat we met onze inzet nu recht kunnen doen aan de gezinnen die klem zitten. Maar ook omdat we vertrouwen hebben dat deze regels ruimte bieden voor mensen in nood die zich in de toekomst zullen melden. Bovendien hebben we ook af kunnen spreken dat de IND meer capaciteit krijgt zodat er hopelijk voorkomen kan worden dat kinderen langer dan vijf jaar moeten wachten op een besluit. Hoe sneller er duidelijkheid is hoe beter!
Al die ontwikkelingen van de laatste weken zijn voor mij
en voor ons als fractie reden om dankbaar te zijn.
Het is hiermee echt niet klaar. Er komen nog genoeg moeilijke discussies aan over de vraag hoe we in Nederland met mensen in nood omgaan. Daarin blijft het kompas van de ChristenUnie dat we in de politiek recht willen doen aan kwetsbaren zoals de vreemdeling, wees en weduwe. Daarin willen we iets van het Koninkrijk van God laten zien. In dat licht ben ik vandaag dankbaar dat Nederland iets barmhartiger wordt en dat we daar een verschil in konden maken.
Christenunie – Joel Voordewind
© Henk-Jan Oudenampsen
15-04-2019
Samenleving
https://www.christenunie.nl