Herdenken voorbij de dood

Vandaag is het weer 4 mei. Dodenherdenking. Voor veel Nederlanders een herinnering die langzaam vervaagt. Herdenken wordt lastig. Behalve dan voor degenen die het aan den lijve ondervonden, en voor hen die de littekens na generaties nog met zich meedragen.

Deze week wordt in synagoges wereldwijd gelezen over Jom Kipoer (Grote Verzoendag – Leviticus 16). Na de dood van de twee zonen van Aäron, maakt God duidelijk dat er één keer in het jaar verzoening gedaan moet worden over volk en Tabernakel, zodat Hij in het midden van Israël kan blijven wonen. Het was de enige dag in het jaar dat er überhaupt iemand in het allerheiligste van de Tent mocht komen. Die ‘iemand’ was de hogepriester: de meest heilige (lees: ‘apart gezette’) persoon betrad op de meest heilige tijd van het jaar de meest heilige plaats op aarde.

Het was een beladen dag, een dag waarop de Israëlieten ‘zich verootmoedigden’, wat in de praktijk inhield dat men de hele dag niet at of dronk en zich onthield van welk genot ook. Een dag om eigen tekortkomingen en zonden te overdenken, maar vooral ook het offer wat daarvoor werd gebracht. Bloed stond centraal op die dag. Met bloed moest zorgvuldig worden omgegaan. Bloed vertegenwoordigt het leven en bewerkt verzoening (Leviticus 17:11). Zonder vergoten bloed is er zelfs geen vergeving (Hebreeën 9:22).

Op Paasmorgen werd de wereld opgeschrikt door het vergoten bloed van meer dan 350 christenen in Sri Lanka, door bomaanslagen in kerken en hotels. Vorige week was er (weer) een schietincident in een synagoge in de Verenigde Staten, waarbij een vrouw omkwam. De vraag dringt zich aan ons op: hoe kunnen wij eigenlijk herdenken?

Afgelopen donderdag was in Israel Jom haSjoa (dag van de Holocaust). Deze herdenkingsdag voor de Joden die in WOII werden vermoord, werd in 1953 ingevoerd. Om tien uur ’s morgens gaat dan in het hele land het luchtalarm af. Het verkeer wordt stilgelegd. Mensen staan overal stil, of stappen uit hun auto en gaan ernaast staan. Twee minuten stilte. Gezamenlijk denken aan de slachtoffers van dood en vernietiging. Jaarlijks wordt op deze dag de ‘March of the Living’ gehouden: ruim 300.000 (voornamelijk jonge Joodse) mensen lopen van kamp Auschwitz naar (vernietigingskamp) Birkenau (Polen). Dwars tegen Holocaustontkenning en jodenhaat in zeggen ze daarmee: ‘we zijn er nog, en we leven!’

De eerder genoemde brief aan de Hebreeën haakt op dezelfde manier in op Grote Verzoendag en wijst naar Jezus: Hij was slachtoffer, maar tegelijk Hogepriester. Het offer van zijn bloed was voor eens en altijd genoeg om ongerechtigheid weg te nemen en mensen te verzoenen met God en met elkaar.

Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God (Hebreëen 12:2).

Sybe de Vos

Column a.d.h. Leviticus 16:1-18:30 (Synagoge lezing) en de actualiteit.

Afbeelding: Herdenken. Illustratie: Sybe de Vos.

Link filmpje nu.nl: > bekijk filmpje

© Sybe de Vos | 4 mei 2019

Sybe de Vos

03-05-2019
Onderwijs
https://www.sjoeal.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies