Ze zitten stijf tegen elkaar aan op een smal houten bankje. Twee jongens en een meisje. Alle drie een jaar of zestien. Een half jaar geleden zagen ze elkaar voor het laatst. Toen zaten ze ook zo stijf tegen elkaar aan. Dat was op een boot op de Middellandse Zee. Van Libië naar Italië. Samen met een kleine driehonderd man. De eerste poging mislukte, de tweede keer haalden ze de overkant.
‘Het was heel angstig, je vergeet het nooit meer.’ In 2018 verdronken er 2262 vluchtelingen op de Middellandse Zee. Veel aandacht krijgen ze niet. En dan hebben we het nog niet over de reis die Eritrese vluchtelingen over land moeten maken naar het verschrikkelijke land Libië. En het wachten daar. Wat zou ons drietal allemaal al achter de rug hebben? ‘Wat deden jullie aan boord?’ vroeg ik, omdat je toch iets wilt vragen. ‘Zingen en bidden,’ klonk het eenparig. Het antwoord ontroerde me. ‘Zijn jullie dat blijven doen?’ Er volgde een aarzelend ‘ja’.
Dubliners
We zijn vanmiddag met een vluchteling naar Amsterdam gegaan. Laten we hem Mozes noemen. Hij is een zogenaamde Dubliner, maar hij komt uit Eritrea. Mozes wilde vanaf het begin naar Nederland omdat hij hier familie heeft. Dubliners zijn vluchtelingen die ergens in Europa aan wal zijn gekomen, hun vingerafdruk daar hebben gegeven, en vervolgens doorgereisd zijn naar een ander land, bijvoorbeeld Nederland. Volgens het ‘Verdrag van Dublin’ moet zo iemand terug naar het land waar hij geregistreerd staat. Dat is niet zelden uitzichtloos. Er is wel een mogelijkheid om in een ander land een asielprocedure te beginnen, maar dat kan pas na 18 maanden. Het is geen eenvoudige opgave om die tijd te overbruggen. Geen onderdak, geen inkomsten, geen verzekeringen. Gelukkig heeft Mozes een plekje gevonden. Er is een kleine kring van vrienden om hem heen die hulp biedt waar dat nodig is. Het lastigste is dat hij niet mag werken. Dat is moeilijk als je jong en gezond bent. Dag in, dag uit in huis zitten, terwijl je juist je leven op wilt bouwen. We putten ons uit in het vinden of creëren van kleine klusjes. Mozes heeft in elk geval genoeg tijd om met zijn vrienden in Amsterdam te bellen. Door al hun verhalen krijgt hij ook zin in die grote stad. We raden het hem sterk af, maar hij wil er toch naartoe. We besluiten mee te gaan. Het was in verschillende opzichten indrukwekkend. De mensen waren vriendelijk. De accommodatie was minimaal maar schoon. Maar wát veel mensen in een kleine ruimte. Mozes ging zonder morren weer mee terug. Hier heeft hij een eigen slaapkamer en in de opvang in Amsterdam moet hij dezelfde ruimte delen met vijf anderen. En ook daar was weinig te doen.
Top 3
Het vluchtelingenvraagstuk staat al geruime tijd in de top drie op de politieke agenda. Samen met het klimaatdebat en de mondialisering. Bij dat laatste probleem speelt ook de eenwording van Europa een rol. Allemaal onderwerpen die aan de grote kant zijn voor kleine stervelingen. Toch moet je er over nadenken. Ook over dat ingewikkelde vluchtelingenvraagstuk. Christenen hebben daarbij een breder perspectief dan veel seculieren. Het is zaak om je niet door emoties mee te laten slepen, maar om Bijbels te blijven denken. Ik behoor niet tot degenen die vinden dat er geen landsgrenzen zouden moeten zijn, dat iedereen hier zomaar binnen zou kunnen wandelen en blijven. Mooie droom, maar het zou alles ontwrichten. Je kunt het vergelijken met dat iedereen je huis zomaar zou kunnen binnenstappen en verklaren dat alles daar ook van hem is. Het huis is van jou – nou ja, nu komt het verschuil met seculieren: wij geloven dat al onze bezittingen God toebehoren. Als dat niet alleen vrome woorden zijn, heeft dat van tijd tot tijd consequenties. We hebben ons huis en al onze andere bezittingen in bruikleen. We mogen er zelf van genieten en we mogen onze naasten er mee dienen. De Bijbel is niet onduidelijk als het gaat over gastvrijheid en over vreemdelingen. Als eenvoudige mensen kunnen we weinig aan de mondiale problemen doen. Wat we zeker en in toenemende mate moeten doen, is bidden voor de overheden. Zij staan voor immense problemen. We moeten bidden dat er mannen en vrouwen opstaan die recht doen. Terug naar onszelf. Onze eigen bezittingen zijn wat overzichtelijker. Alles voor je zelf houden lijkt geen goed idee. Sommige mensen sputteren wat tegen. ‘Ik heb er toch voor gewerkt’, zeggen ze. Dat is waar maar, wie liet je handen bewegen? En waar komen je gaven vandaan? Onlangs was ik aanwezig bij een interview met een Chinese zendeling. Die hebben nog wat minder bezittingen en ze denken eenvoudiger en Bijbelser dan wij. Hoe we vluchtelingen tegemoet moesten treden? ‘Vertel hun vrijmoedig en duidelijk het Evangelie en help hen.’
Vrienden
Mozes heeft nog een lange weg te gaan. Gemakshalve verklaarden de Italiaanse officials hem alvast meerderjarig. Het is geen kleinigheid om dit weer recht te zetten. Zonder een paar goede vrienden redt hij het niet. Dat geldt eigenlijk voor alle vluchtelingen en ook voor veruit de meeste statushouders, de mensen die hier mogen verblijven. We hebben er als volgelingen van Jezus de laatste tientallen jaren een bijzondere taak bij gekregen. Vreemdelingen helpen en hun vrijmoedig en duidelijk het Evangelie vertellen. Wat een voorrecht. Een goed ding om daar een dag bij stil te staan. Laten we behalve voor de vluchtelingen ook voor ons zelf bidden.
Krijn de Jong, Urk
Met vriendelijke toestemming overgenomen van Het Kerkblad voor het Noorden, editie 25 – 20 juni 2019
Krijn de Jong – Kerkblad voor het Noorden
© Henk-Jan Oudenampsen
24-06-2019
Hulpverlening
https://www.kerkbladvoorhetnoorden.nl