Pakistan – Een verandering in de houding tegenover moslims en tegenover lijden. Betere communicatievaardigheden. Kennis over het christelijk én het islamitisch geloof. Kennis over veiligheid op internet. Deze kennis en vaardigheden kunnen Pakistaanse christenen helpen om te voorkomen dat er nieuwe ‘Asia Bibi’s’ komen.
Dit blijkt uit onderzoek naar christelijke slachtoffers van de Pakistaanse blasfemiewet. In opdracht van Stichting HVC (Hulp Vervolgde Christenen) brachten Pakistaanse onderzoekers veel voorkomende redenen áchter een aanklacht van godslastering in beeld. De onderzoeksresultaten vormen de basis voor een nieuwe training voor christenen in Pakistan.
De bekende Pakistaanse christin Asia Bibi zat negen jaar gevangen, nadat dorpsgenoten haar beschuldigden van het beledigen van de profeet Mohammed. Aan deze beschuldiging ging een oplopende spanning met een buurvrouw en uiteindelijk een meningsverschil op het werk vooraf. Op vergelijkbare manieren wordt nog altijd de Pakistaanse blasfemiewetgeving regelmatig misbruikt om een conflict te beslechten. Jan Dirk van Nifterik, directeur van HVC: “Christenen in Pakistan hebben het gevoel het risico te lopen op elk moment en elke plek te worden beschuldigd van godslastering.” HVC liet een lokale organisatie onderzoek uitvoeren naar de problematiek die de blasfemiewetgeving vormt voor het dagelijkse leven van Pakistaanse christenen. Eerdere onderzoeken naar blasfemie focussen vooral op de juridische kant. Het onderzoek van HVC zoomt in op de achterliggende redenen waarom mensen worden aangeklaagd.
Voorkom vervolging
HVC ontwikkelt op basis van de onderzoeksresultaten samen met een Pakistaanse partnerorganisatie de training ‘Voorkom vervolging’. Het doel van de training is om blasfemie-aanklachten te voorkomen. Lokale dominees en kerkleiders kunnen hiermee christenen trainen om respectvol, behoedzaam en liefdevol te communiceren en om op een goede, Bijbelse manier te antwoorden op vragen over hun geloof. Ook beoogt de training ook handvatten te bieden aan christenen voor het geval men wel te maken krijgt met een blasfemiezaak. De training is bedoeld voor kerkelijke gemeenten in heel Pakistan. HVC hoopt de training ‘Voorkom vervolging’ op korte termijn te kunnen gaan verspreiden onder Pakistaanse kerken en organisaties. Van Nifterik: “We hopen met deze training de kwetsbaarheid van christenen in Pakistan als het gaat om blasfemie fors te verminderen.”
Wantrouwen schept afstand
De onderzoekers concluderen dat een blasfemieaanklacht vaak een voorgeschiedenis heeft. Veel aanklachten volgen op rivaliteit op het werk of ruzie over bijvoorbeeld het eigendom van een huis of stuk land. Een andere aanjager van blasfemieaanklachten, zijn fanatiek gevoerde discussies over religie. Misvattingen over elkaars geloofsovertuigingen vertroebelen de discussie en vergroten het meningsverschil. Een oververhit debat kan leiden tot een blasfemieaanklacht. Als derde aanleiding wijzen de onderzoekers naar onvoorzichtig gebruik van social media. Laagopgeleide christenen reageren, regelmatig in onwetendheid, op blasfemische cartoons of delen een ogenschijnlijk onschuldig plaatje of video, dat later beledigend blijkt te zijn. Vanuit onkunde beveiligen velen hun social media niet goed genoeg, waardoor een ander blasfemische inhoud kan plaatsen in hun naam. Mensen worden er op die manier ingeluisd. “De Pakistaanse blasfemiewetten creëren wantrouwen tussen verschillende gemeenschappen en vergroten de kloof tussen moslims en christenen. Christenen bewaren afstand tot moslims omdat ze extra kwetsbaar zijn om vals te worden aangeklaagd voor godslastering”, aldus Van Nifterik.
Meer informatie over de training ‘Voorkom vervolging’ is te vinden via www.stichtinghvc.nl/training
Stichting HVC – Maarten Boeve
Stichting HVC
13-01-2022
Kerk
www.stichtinghvc.nl