Roelof Bisschop: Driekwart van onze voedselconsumptie komt uit het buitenland

Op dinsdagavond 6 december 2022 debatteerde de Tweede Kamer over de begroting voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Namens de SGP leverde Roelof Bisschop een bijdrage. Tijdens zijn inbreng vraagt hij onder andere aandacht voor het landbouwakkoord, de PAS-knelgevallen, glastuinbouw en de visserij. Zijn hele bijdrage is hieronder te vinden. Ministers Adema en Van der Wal reageren op woensdag 7 december op de vragen die gesteld zijn door de landbouwwoordvoerders in de Tweede Kamer.

Bij het beluisteren van de inbrengen van de collega’s, met alle waardering en respect, valt mij op dat de schuttersputjes weer betrokken worden, dat de loopgraven weer uitgediept worden, dat we positie kiezen en dat eigenlijk elke fractie een visie heeft op de vraag hoe het anders zou moeten. De SGP heeft die visie natuurlijk ook.

Eén ding heb ik nog niet gehoord: we zijn in Nederland ongelofelijk verwend. We hebben een ongelofelijk effectief landbouwbeleid gehad. Dat klinkt een beetje verontrustend en ernstig, want we hebben toch een gigaprobleem? Ja, zeker, maar de effectiviteit van het beleid was zo groot dat wij ons geen voorstelling meer kunnen maken van wat nu eigenlijk voedselzekerheid is. We vergeten weleens dat het landbouwbeleid, waarop je heel veel kritiek kunt hebben, decennia geleden ingezet is ten behoeve van het waarborgen van de voedselzekerheid. Dat is zo effectief geweest dat wij het vanzelfsprekend vinden dat de schappen in de supermarkten vol liggen.

Ondertussen vergeten we dat driekwart van onze voedselconsumptie geïmporteerd wordt. We vergeten ook dat wij met onze voedselvoetafdruk, om het zo maar even te noemen, ruimschoots ons landbouwareaal overstijgen. Met andere woorden, per saldo zijn wij voor de voeding van onze bevolking voor een behoorlijk deel, ongeveer 20% tot 25%, afhankelijk van import, ook al zouden we zelf dus niks meer exporteren enzovoorts. Daarnaast is dat landbouwareaal ook nog nodig voor het vergroenen van de grondstoffenvoorziening. Mijn eerste vraag aan de bewindslieden is dan ook: zijn de bewindslieden het met de SGP eens dat behoud van goede landbouwgronden een rode draad moet zijn in het landbouwbeleid?

Dat betekent: geen zonneparken op vruchtbare landbouwgronden. Ik weet wat er speelt. Ik weet ook hoe aantrekkelijk het voor stoppers kan zijn om die hectares te verpachten of te verhuren. Dat levert op jaarbasis een aardig bedrag op. Daar kun je een mooi inkomen van bouwen. Maar daar moeten we dus van af. Wij maken onszelf namelijk voedselstrategisch gezien buitengewoon kwetsbaar. In dit verband zou ik daar de vraag aan willen koppelen: wat betekent dit voor het zwaaien met de Wet voorkeursrecht gemeenten en het opkoopbeleid? Hoe kijken we daartegen aan?

Bescherming landbouwgronden
Ik knoop daar een vraag aan vast die concreet betrekking heeft op Zeeuws-Vlaanderen. We zien daar dat landbouwgronden worden opgekocht door Vlaamse havenbaronnen. Mijn vraag aan de minister is: vindt de minister dit met de SGP een ongewenste ontwikkeling? Misschien moeten we ons daar ook breder op bezinnen. Hoe kijkt de minister naar een verbod op buitenlandse opkoop van Nederlandse landbouwgronden in bredere zin? Er zijn namelijk meer kapers op de kust.

Derogatie
Dan het punt van derogatie. Wat betekent dat voor het mestbeleid en het behoud van de bodemvruchtbaarheid? Zo is het derogatieverlies niet uit te leggen. Nieuwe onderzoeksresultaten tonen bovendien aan dat nota bene het drijfmestgebruik minder uitspoeling oplevert dan kunstmestgebruik. Inderdaad, dat verschilt qua grondsoort een beetje en ook qua weersomstandigheden. Dat heeft er allemaal invloed op. Maar dat is wel een bevinding uit recent onderzoek. Wil de minister van Landbouw dit praktijkonderzoek aangrijpen om richting Brussel elke ruimte die er is te benutten voor versoepeling voor de derogatie?

Gewasbeschermingsmiddelen
Voor het behoud van voedselproductie met minder gewasbeschermingsmiddelen is nog steeds veel praktijkonderzoek nodig. De overgang die gemaakt moet worden naar groene gewasbeschermingsmiddelen wordt ook door de SGP ondersteund. Alleen, je kunt het je niet permitteren dat als zich een plaag of ziekte voordoet, je dan op een gegeven moment moet zeggen: we hebben wel een chemisch middel, maar dat mogen we niet meer gebruiken. Dan woekert die ziekte door en mislukt de oogst. Dat kun je je niet permitteren. Voor dat onderzoek zijn nog veel middelen nodig. Inmiddels trekt het kabinet twee keer 10 miljoen euro uit voor het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming, maar dat staat niet in verhouding tot de grote opgave richting 2030. De tijd begint wat dat betreft te dringen. Mijn vraag aan de minister is: wil hij kijken naar extra meerjarige financiering uit het transitiefonds?

Emissiereductie op het boerenerf
Dan emissiereductie op het boerenerf. Als het gaat om stikstof, horen we vaak wat niet kan, maar het is beter om te kijken naar wat wél kan. Dat is ook de lijn van het rapport van Remkes geweest. Dan zien we dat talloze ondernemers veel verder zijn dan de besluitvorming en het kabinet. Ik zou dat met voorbeelden kunnen illustreren; ik doe dat niet vanwege de tijd, want ik heb toch het vermoeden dat de tijd ondertussen doorgaat.

In de sector – daar wil ik het wel over hebben – wordt de Haagse wil om volop in te zetten op die innovaties, die in de praktijk al plaatsvinden, een beetje gemist. Het budget is schraal. Ik mis een serieus actieprogramma met geld om dit uit te rollen. In 2023 is er slechts 29 miljoen euro voor de subsidieregeling brongerichte verduurzaming en slechts 38 miljoen voor innovatie op het boerenerf, waarbij ondertussen alleen sociaal-economische begeleiding genoemd wordt. Ik merk ook terughoudendheid bij het testen en opschalen van het realtime meten van ammoniak. Waarom is dat? Welke concrete ambitie gaat het kabinet aan de dag leggen, niet voor over twee jaar, maar voor morgen en overmorgen? Komt er bijvoorbeeld een model passende beoordeling voor bepaalde typen geborgde, brongerichte emissiereducerende systemen? Ook daarvan zou ik u de namen kunnen noemen, maar dat is niet eens nodig. U kent ze ongetwijfeld.

De Stikstofcoöperatie Nieuwkoopse Plassen – u hebt vanmiddag kennis met hen gemaakt – heeft al eerder drie ton startsubsidie gekregen, met als resultaat onder andere een draaiende, zoals ze dat dan noemen, stikstofkraker, en 70% emissiereductie. Nu willen ze de helft van de bespaarde stikstofruimte verleasen aan de Rotterdamse haven. Daar kun je nog over discussiëren, want het gaat wel over NH3 c.q. NOx. Daar moeten we het over hebben. Prima. En de rest is voor de natuur. Ondertussen lopen ze vast, horen wij als wij bij hen informeren hoe het allemaal loopt. Ze lopen vast in het ministerie, bij wijze van spreken. Waarom krijgen ze steeds nee te horen, ondanks de aangenomen motie om dergelijke initiatieven op te pakken? Gaat het er volgend jaar dan echt van komen? Of – ik benoem dat toch maar in alle eerlijkheid – is het achterliggende probleem misschien dat de minister van Landbouw gaat over de maatregelen op het boerenerf, en de minister voor Stikstof en Natuur over opkoop en de rest van de stikstofaanpak? Ik leg hier geen waardeoordeel in, maar ik zou me kunnen voorstellen dat door de verkokering van beleid allerlei innovatieve technieken in de stikstofaanpak tussen wal en schip gaan vallen. Ik zou daar graag een reflectie op willen.

Piekbelasters
Dan het punt van de piekbelasters. We hebben als SGP veel vragen over de aanpak richting de 3.000 piekbelasters. Wat gaat de minister doen met de stikstofruimte die daaruit vrijkomt? Het is eerst voor de natuur, maar dan is de vraag: wat blijft er dan over voor PAS-knelgevallen? Graag eerst stikstofruimte voor het voorkomen van handhaving. Wordt de dreiging van een verplicht instrumentarium voor emissiereductie het zwaard van Damocles, voor een veel grotere groep bedrijven dan de 600 waar Remkes over sprak, of heeft de minister haalbaardere emissie-eisen voor ogen? Waarom niet veel meer inzet op haalbare innovaties en emissiereductie bij deze piekbelasters? Dan kun je met hetzelfde geld een veel grotere slag slaan.

PAS-knelgevallen
Ik wil ook het punt van de PAS-knelgevallen benoemd hebben. We hebben dat regelmatig benoemd. We hebben dat ook in de aanloop naar de wet, in december 2020, voor het voetlicht gebracht. Er worden nu verschillende aantallen genoemd, zoals 2.500. In het verleden was het altijd 3.500 of 3.600. Dan hebben we het ook nog over de niet-meldplichtigen enzovoorts. Maar wij zijn het aan onszelf verplicht te voorkomen dat ze de dupe worden van een traag legalisatieprogramma. De handvol bedrijven in Overijssel die echt klem zit, is ons allen zeer bekend. Ik zou van de minister ook hier in dit verband graag de garantie willen hebben dat deze bedrijven niet voor de bijl gaan. Dat zijn op zichzelf gezonde bedrijven. Ik zie daar verschillende mogelijkheden voor. Ik noem er maar één, maar desgevraagd ben ik gaarne bereid om die aan te vullen met de rest. Gebruik de stikstofruimte die Rijkswaterstaat tegen alle bedoelingen in heeft opgekocht, maar voorlopig niet heeft gebruikt, omdat die verbreding voorlopig nog even niet doorgaat. Daar zou u een heleboel problemen mee kunnen oplossen. De vraag is dus: gaat de minister die dwangsommen voorkomen?

Innemen latente ruimte
Dan het innemen van de latente ruimte. De minister kijkt daarnaar. Ik vind het eerlijk gezegd een gevaarlijke route. Bedrijven zijn bijvoorbeeld overgenomen met zicht op bepaalde ontwikkelingsmogelijkheden in de toekomst. Ook dreigt investeren in schone technieken – we moeten eens even nagaan wat dat betekent – afgestraft te worden: je past een schone techniek toe, je creëert daarmee latente ruimte en als dat wordt afgenomen, zou je een averechts effect kunnen bereiken. Ik pleit voor terughoudendheid in dezen.

Alternatief kritische depositiewaarde
We hebben het al eens gehad over het alternatief voor de kritische depositiewaarde. Vanwege de tijd zal ik het wat dat punt betreft laten bij het volgende: ook hierin moet fors geïnvesteerd worden. Mijn vraag aan de minister is hoe dat vorm gaat krijgen.

Landbouwakkoord
Dan het landbouwakkoord. Ik zou nog eens goed naar de architectuur van dat overleg willen kijken. De bedoeling is – dat zijn de woorden van de minister – om een zeer breed mogelijk draagvlak te krijgen. De minister zal dan misschien zeggen: je moet je niet door de sector laten gijzelen. Ik zou die woorden zelf niet kiezen, maar een dergelijke gedachtegang bij bepaalde collega’s van mij zou ik me wel kunnen voorstellen. Ik ben het er in die zin dan mee eens, maar je moet er wel in goed overleg uit komen. De zaak is alleen maar gebaat bij echt meer draagvlak. Je moet dus zorgen voor een goede architectuur. Ik zou de minister willen vragen om daar nog eens goed naar te kijken en om op die manier toe te werken naar een duurzaam verdienmodel.

Glastuinbouw
Ik kom later nog wel terug op de keurmerken, evenals op de multifunctionele landbouw, maar ik wil iets meer aandacht besteden aan de glastuinbouw. Die zitten in een zware crisis. Maar als ze willen investeren in energiebesparing en verduurzaming, zullen ze financieel fit moeten zijn. Dat verdient de steun van de overheid. De regeling Energie-efficiëntie glastuinbouw was dit jaar ruimschoots overtekend. Er is dus meer nodig. Op dit punt hopen we met een motie te komen.

Visserij
We hebben diverse malen aan de bel getrokken over de visserij. Er staan potjes klaar, vanuit het verleden al, zoals de BAR-gelden. Het wordt maar niet vrijgegeven. Het is dan ook zorgelijk dat er zich op dit moment meer dan 60 kotters hebben aangemeld voor de saneringsregeling. Ik snap dat de hoge brandstofprijzen ook een oorzaak zijn, maar die zijn van latere datum. We saneren dan echt een sector die van cruciaal economisch belang is voor Nederland, niet alleen voor de voedselvoorziening, maar ook voor de omliggende bedrijvigheid. Denk aan toeleveranciers en verwerkers. Er is behoefte aan subsidie om te komen tot vernieuwende concepten. Mijn vraag is: is de minister daartoe bereid?

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies