Vijftig jaar Woord en Daad: Een interview met Rina Molenaar

Vijftig jaar geleden werd Woord en Daad opgericht. Al die jaren brachten we de wereld dichtbij en verbonden we mensen met elkaar. Voor tienduizenden mensen maakte ons werk een wereld van verschil. Tegelijk is het werk nog even nodig en relevant als vijftig jaar geleden. Dit jaar reflecteren we in een speciale jubileumrubriek met verschillende betrokken op een halve eeuw Woord en Daad. Deze week: Rina Molenaar, al bijna 25 jaar betrokken bij Woord en Daad, de laatste jaren als directeur-bestuurder.

Als je moet kiezen: is er een wereld gewonnen of vooral nog een wereld te gaan?
Dan kies ik voor: een wereld gewonnen. Over de lange termijn valt op hoe we veel meer vanuit gelijkwaardig partnerschap zijn gaan werken. Partnerorganisaties hebben daar wereldwijd ook een steeds grotere stem in, ze durven zaken aan ons terug te geven, ons te spiegelen. Dat stemt me echt hoopvol. Maar ik twijfel ook, omdat we wel te maken hebben met een wereld die in brand staat. Dat houdt me de laatste tijd erg bezig. Er staat veel op scherp, zowel in Nederland als wereldwijd. We zien dat in landen waar we al jaren werkten de situatie razendsnel is omgeslagen, onder meer door toenemend terrorisme. Het is moeilijk om te zien als daardoor programma’s onder je handen afgebroken worden.

Over welke situaties ben je ontzettend blij dat daar verschil in is gemaakt?
Ik ben heel erg blij dat het tegengaan van uitbuiting bij kinderen een plek heeft gekregen in ons werk. Dat heeft mijn hart, ook omdat ik zelf een onderwijsachtergrond heb. Mijn eerste kennismaking met ontwikkelingssamenwerking was een reis naar India – ik zag daar hoe kinderen op straat werden afgeranseld, vreselijk. Je kunt op zo’n moment niets doen. Door de jaren heen heeft onderwijs altijd een belangrijke plek gehad bij Woord en Daad, maar we zagen ook dat onderwijs lang niet altijd genoeg is om een situatie van uitbuiting en gedwongen werk te veranderen. We bereikten veel kinderen ook nog niet. Ik ben dankbaar dat we de laatste jaren nu ook werken aan het doorbreken van die ketens van uitbuiting, intussen al in zes landen.

Wat is een dierbare herinnering?
Het verhaal heb ik wel eerder verteld, maar ik denk aan de vrouw die ik ontmoette op een plein in Bogotá, de hoofdstad van Colombia. De burgeroorlog woedde, overal was chaos en agressie. Ik had een jas aan van onze partnerorganisatie CDA Colombia omdat je daar als hulpverlener wat bescherming van kreeg. Stel je voor: demonstrerende jongeren hadden zichzelf vastgebonden, het krioelde van de mensen, er werd geschreeuwd, in een hoek van het plein had een vrouw zelfs net een baby gekregen.

‘De mensen hebben me verlaten’, zei ze, ‘maar God gaat met me mee.’
En ineens valt mijn oog op een vrouw, die midden in de chaos op een muurtje zit en in de Bijbel leest. Ik heb haar kort gesproken – ze had op zeven plekken gewoond, ze was overal weer verjaagd. ‘De mensen hebben me verlaten,’ zei ze, ‘maar God gaat altijd met me mee.’ Haar Bijbel was, naast een fles water en een zwarte handtas, zo ongeveer haar enige bezit. Er ging zo’n ongelooflijke vrede van haar uit.

Voel je wel eens onmacht?
Ik voel soms onmacht in het groot, bijvoorbeeld toen in Tigray, Ethiopië, de burgeroorlog uitbrak. We hadden aan een schitterend programma gebouwd samen met prachtige organisaties. We werkten toe naar het afronden en overdragen van het programma. Dat ging goed. En dan gebeurt er zoiets groots waar je geen enkele invloed op hebt, maar wat je werk wel onderuit haalt. Maar ik voel het ook als ik in Bogotá of Ouagadagou over straat loop en zie dat kinderen afschuwelijk behandeld worden – getuige zijn van zoiets, went nooit. Mensen lopen voorbij zonder iets te doen. Dan kun je je écht machteloos voelen.

Waar valt nog een wereld te winnen?
Er is nog een wereld van onrecht en ongelijkheid te gaan. Daar is samen met andere, ook nationale, partijen nog veel werk te doen. We maken een potje van de mooie aarde die ons is toevertrouwd. Rijkdom neemt toe bij de rijken, terwijl mensen in het globale Zuiden daar de grootste gevolgen van ondervinden. Overigens helpt het écht als zij weten dat er aan de andere kant van de wereld oprechte interesse is, dat er naar hen geluisterd wordt. Door de jaren heen heb ik geleerd dat dat een groot verschil kan maken.

Wat is en blijft de toegevoegde waarde van Woord en Daad?
De toegevoegde waarde van Woord en Daad is dat wij namens een prachtige achterban in Nederland ons werk mogen doen, met een grote groep mensen en organisaties wereldwijd, én verbonden in het geloof. Middenin deze wereld waarin zoveel gebeurt, slaan we met elkaar de hand aan de ploeg. Totdat Jezus terugkomt! Dat geeft een gezamenlijke motivatie en betrokkenheid, een diepere laag waarin we elkaar vinden. Het idee dat we een God hebben die de wereld regeert en in Zijn hand heeft, geeft mij persoonlijk veel rust.

Meer over Woord en Daad 50 jaar: www.woordendaad.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies