Veel christelijke gezinnen zijn zwaar getroffen door de aardbeving die begin deze maand het westen van Nepal trof. In het district Jajarkot verloor Usha* haar man en leeft nu met haar drie kinderen in de openlucht. Haar huis is beschadigd en er zijn nog veel naschokken.
Zeker 157 mensen kwamen om, toen op vrijdag 3 november een zware aardbeving met een kracht van 6,4 op de schaal van Richter het district Jajarkot trof. De beving werd gevoeld in de hoofdsteden New Delhi (India) en Kathmandu (Nepal). Het was de dodelijkste aardbeving sinds mei 2015 toen bij twee aardbevingen ruim 9.000 Nepalezen omkwamen.
In het dunbevolkte Jajarkot vielen ruim 360 gewonden. Tal van huizen zijn verwoest of ernstig beschadigd. Veel inwoners zijn getraumatiseerd door de natuurramp. Omdat er naschokken zijn, zijn velen bang om weer hun huizen binnen te gaan; ze verblijven nu buiten in zeiltenten.
Rotsblok
Een van hen is Usha (31). Haar man raakte ernstig gewond bij de evacuatie van hun gewonde zoon. Hij stierf een dag later. Geëmotioneerd vertelt Usha wat er gebeurde. “Die nacht, toen de aarde ineens begon te beven, rende mijn man met een van onze kinderen naar buiten. Maar een rotsblok raakte hen. Ze kwamen vast te zitten; mijn man bloedde hevig en mijn zoon had een wond in het gezicht.” Niemand schoot te hulp, omdat het te gevaarlijk was.
Later bracht een reddingsteam Usha’s man naar het ziekenhuis, maar het was al te laat. Kort erna kwam Usha erachter dat al haar bezittingen vernietigd waren. “Ik kon er niet achter komen wie dat had gedaan. Maar ik vermoed dat sommige dorpelingen die ons haten om ons geloof dat hebben gedaan”, zegt ze.
Ook andere christelijke gezinnen hadden te lijden nu hun woningen volledig waren ingestort. Onder de doden zijn zeker drie christenen, waaronder een kind, meldt een lokale bron. Drie kerken raakten gedeeltelijk beschadigd. Aan vijftig families in Jajarkot zijn dekens en tentzeilen uitgedeeld.
Met de winter voor de deur is de wanhoop onder christenen groot. “Hun verhalen braken ons hart”, zegt Nabin Baral, een lokale partner van Open Doors. “We kwamen erachter dat er nog meer getroffen christelijke gezinnen zijn die hulp nodig hebben, maar we konden hen niet bereiken vanwege onze beperkte voorraad hulpgoederen en moeilijk toegankelijke locaties.”
‘Bid voor ons’
Toch is er ruimte voor dankbaarheid. Gita Rasaili bijvoorbeeld, die haar 7-jarige zoon en huis verloor door de aardbeving, is blij met de tent waar ze nu kan wonen. Sarada Nepali* glimlacht, ondanks de ontberingen, want ook haar gezin kreeg tenten en dekens. “Vannacht konden we goed uitrusten, omdat we niet meer in één tent hoeven te slapen. Heel erg bedankt voor die hulp.”
Elina*, met een verband om haar hoofd, moet zorgen voor haar baby van vier maanden. “God heeft onze levens gered. Ik raakte gewond aan mijn hoofd, maar ik leef nog”, zegt ze met trillende stem. “Ik dank de Heer. Ik vraag jullie om voor ons te bidden, want ons huis is volledig verwoest waardoor we nu in tenten wonen.” Haar ogen vullen zich met tranen: “Bid om bescherming voor ons, en om hulp.”
In de bergstaat Nepal staat godsdienstvrijheid onder druk van radicale hindoegroeperingen en antibekeringswetten. Nepal telt 31 miljoen inwoners van wie 80 procent hindoe is. Het aantal christenen bedraagt ongeveer een half miljoen.
Auteur: Gerhard Wilts / OpenDoors
Web: www.opendoors.nl
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen
Namen met een * zijn om veiligheidsredenen niet de werkelijke namen