Column – Een goede kennis van mij stuurde mij bovenstaande foto die hij van twee wulpen had gemaakt. Ze maakten hem blij. Het voorjaar breekt aan. De foto riep bij mij nog wat anders op.
Het lijkt net alsof de wulpen met elkaar in gesprek zijn. De snavels zijn naar elkaar gericht en met wat fantasie zou je zo maar een kort gesprekje tussen deze vogels kunnen aanhoren. Zo in de zin van: “Wat fijn om je weer te zien. Alles goed met jullie? Waar hebben jullie de winter doorgebracht?” Vandaar dat het melodietje in mij opkwam ‘Waarover spraken zij, die twee daar (op het hek).’
Een bijbelverhaal
De woorden ‘waarover spraken zij’ riepen weer een andere gedachte over spreken met elkaar op. “Wat zijn dit voor gesprekken die die u al lopend met elkaar voert?” De vraag van de Heere Jezus aan twee mannen die onderweg waren van Jeruzalem naar het dorp Emmaüs. Uit de reactie van hen wordt duidelijk waarover ze spraken. “Bent U als enige een vreemdeling in Jeruzalem dat U niet weet welke dingen daar in deze dagen gebeurd zijn? En Hij (d.i. de Heere Jezus) zei tegen hen: Welke dan? En zij zeiden tegen Hem: De dingen met betrekking tot Jezus….” De reactie van de Heere Jezus hierop is ook veelzeggend; “O onverstandigen en trage van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan? En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was.” Het hele verhaal kan je lezen in Lukas 24 vanaf vers 13.
Onze paasdagen
Pasen, het feest van de opstanding van de Heere Jezus ligt weer achter ons. Ik weet niet wat voor jou de gespreksonderwerpen waren tijdens dit van oorsprong christelijke feest. Misschien is het onderwerp ‘de opstanding van Jezus’ helemaal niet aan de orde geweest. Misschien ging het over de paashaas, paasbrood, paaseieren en paasinkopen. Als de Heere Jezus op enig moment bij ons zou zijn geweest, had Hij misschien ons dan ook de vraag gesteld “Wat zijn dit voor gesprekken die u met elkaar voert?” Had hij ons misschien ook gezegd dat wij onverstandig waren en traag van hart omdat wij niet geloven in al wat de profeten eeuwen daarvoor al gesproken hebben over het lijden van de Heere Jezus en de heerlijkheid die Hem wachtte. Zou zo maar kunnen.
Dit waren wat gedachten van mij bij de woorden ‘waarover spraken zij’ en twee communicerende wulpen.
Willem van Leiden