Christin Laleh Saati in Iran is veroordeeld tot twee jaar cel

Laleh Saati, een christelijke vrouw uit Iran, is veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Ook krijgt ze een reisverbod van twee jaar. Dat hebben bronnen in Iran gemeld. De Iraanse autoriteiten beschuldigen Saati (45) ervan de nationale veiligheid in gevaar te hebben gebracht wegens contact met “zionistische” christelijke organisaties. Saati had zich laten dopen in een kerk in Maleisië, en beelden daarvan waren te zien op sociale media. De Iraanse politie pakte haar in februari op voor deze ‘misdaad’.

Saati was in 2017 uit het buitenland teruggekeerd naar Iran om voor haar bejaarde ouders te zorgen. Bij haar terugkomst werd zij ongeveer drie weken door de politie ondervraagd, waarbij het bewijs van haar christelijke activiteiten en doop in het buitenland werd gepresenteerd als belastend materiaal.

Beruchte Evin-gevangenis

De rechter heeft haar nu veroordeeld tot twee jaar cel in de beruchte Evin-gevangenis en een reisverbod van twee jaar na vrijlating. De rechter zei tegen Saati’s advocaat dat zij bewust het risico had genomen voor de rechtbank zou komen door terug te keren naar Iran, “gezien het feit dat ze dergelijke dingen [christelijke activiteiten] buiten Iran heeft gedaan”. Het is niet bekend of Saati in hoger beroep gaat tegen het vonnis.

De zaak van Laleh Saati laat zien welke risico’s christenen lopen door hun activiteiten in het buitenland als zij terugkeren naar Iran. Voor Iraanse christenen is er bij de parlementsverkiezingen van 1 maart niets verbeterd. Het islamitische regime verstevigde zijn macht, ondanks grote onrust en protest onder de bevolking.

Waarom worden christenen in Iran vervolgd?

Iran werd een islamitische staat toen tijdens de Iraanse Revolutie in 1979 de koning werd verdreven en geestelijken uit de sjiitische tak van de islam de macht overnamen. Alle westerse invloeden moesten het veld ruimen. Christenen vallen daar volgens het Iraanse regime ook onder. Er zijn in Iran historische christelijke gemeenschappen, zoals de Assyrische en Armeense kerk. Zij worden door de staat erkend, maar deze gelovigen worden behandeld als tweederangsburgers. Het is uit den boze dat Assyrische en Armeense christenen contact zoeken met christenen met een moslimachtergrond. Zij mogen ook geen diensten houden in het Farsi, de Iraanse taal. Dat geldt ook voor het handjevol kerken waar buitenlanders samenkomen die in Iran werken. Sommige expat-kerken moesten hun deuren sluiten nadat lokale christenen met een moslimachtergrond hun diensten bezochten.

Auteur: Gerhard Wilts
Web: www.opendoors.nl
Beeld: © Henk-Jan Oudenampsen

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies