In de strijd tegen Jodenhaat moet het kabinet nu zo snel mogelijk overgaan tot handelen en handhaven, anders is er weinig toekomst voor het Joodse leven in Nederland. Dat zei SGP-Kamerlid Diederik van Dijk tijdens een debat over antisemitisme in de Tweede Kamer. De Kamer debatteerde op donderdag 25 april over dit onderwerp. Lees de bijdrage van Diederik van Dijk hieronder.
“Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren.” Woorden van de Joods-Italiaanse verzetsstrijder Primo Levi die Auschwitz als één van de weinigen overleefde en een autobiografisch boek schreef over de verschrikkingen; ‘Is dit een mens’.
Volgende week zijn we 2 minuten stil. We herdenken de oorlog waarin meer dan 100.000 Nederlandse Joden vermoord werden. Dat gebeurde niet van de één op andere dag; eerst werd opgeroepen niet bij Joden te kopen, werden Joden bespuugd en moesten Joodse kinderen van school, later moesten ze ook vrezen voor hun veiligheid.
Anno 2024 moeten er extra veiligheidsmaatregelen genomen worden om de nationale herdenking doorgang te laten vinden, wordt Joden vanwege hun veiligheid aangeraden hun Joodse kenmerken te verbergen, geen Hebreeuws meer op straat te spreken, hun feesten even niet te vieren en hun kinderen maar van school te halen. Ook de AIVD geeft in het jaarverslag aan dat dreiging tegen Joodse doelwitten in Nederland groter is geworden en het aantal antisemitische incidenten is schrikbarend gestegen.
Wat de SGP betreft is de grens van schuren al lang en breed overschreden. We moeten er alles aan doen om te voorkomen dat er een klimaat ontstaat waarin er begrip groeit voor Jodenhaat.
Grote woorden, weinig daden
Het toenemende antisemitisme leidt tot grote afkeuring. Niet alleen in de samenleving, maar ook in het politieke spectrum worden van links tot rechts verklaringen ondertekend en wordt met veel overtuiging gesproken over het feit dat het in Nederland wat Jodenhaat betreft helemaal de verkeerde kant op gaat.
De vraag is wat de Joodse gemeenschap hier daadwerkelijk mee opschiet wanneer betogers geen strobreed in de weg gelegd wordt bij het scanderen van gruwelijke verwensingen naar een holocaustoverlevende bij de opening van het nationaal holocaustmuseum.
De minister roept ouders en docenten terecht op meer onderwijs te geven over de Holocaust, juist ook omdat op scholen het aantal incidenten erg hoog is, maar tegelijkertijd blijkt dat antisemitisme niet tot de kerndoelen van het burgerschapsonderwijs behoort en dat een bezoek aan het nationaal holocaustmuseum facultatief is.
- Is de minister bereid antisemitisme expliciet op te nemen in de nieuwe kerndoelen van het burgerschapsonderwijs?
De minister-president geeft in zijn brief aan dat de gehele samenleving de verantwoordelijkheid heeft om anderen aan te spreken om antisemitisme de kop in te drukken. Het is echter de taak van de overheid om er zorg voor te dragen dat er daadwerkelijk strenger gestraft wordt bij antisemitische incidenten, in welke vorm of gedaante dan ook. De SGP wijst hier op de Duitse aanpak waarbij het wetsartikel vrijwel identiek is, maar de aanpak van antisemitisme duidelijk steviger is dan in Nederland
- Is de minister bereid om in navolging van Duitsland antisemitisme harder aan te pakken en hierbij antisemitische leuzen onder de reikwijdte het strafrecht te laten vallen?
Antisemitisme buiten de deur houden
Wat de SGP betreft moeten we er alles aan doen om antisemitisme, letterlijk, buiten de deur te houden. Toch worden haatpredikers toegelaten om antisemitische boodschappen bij gesubsidieerde verenigingen te uiten. Het is al mogelijk om met bestaande wetgeving – de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding – haatpredikers te weren.
- Waarom zet de minister dit middel niet vaker in om haatpredikers te weren?
- Is de minister bereid de subsidie en de ANBI-status voor clubs die terreur verheerlijken in te trekken?
In Duitsland is vorige maand besloten dat nieuwkomers moeten beloven het Joodse leven te beschermen. De SGP is groot voorstander van deze invoering in Nederland, bijvoorbeeld door dit expliciet in de participatieverklaring op te nemen en een verplicht bezoek aan het Holocaustmuseum.
- Kan de minister toezeggen dit Duitse voorbeeld ook bij de uitvoering van de eerder aangenomen motie van de SGP op dit punt te betrekken?
Scholen en universiteiten
De minister geeft blijk van een veelvoud gevoerde gesprekken met onderwijsinstellingen waarbij ook aangegeven wordt dat de inspectie scholen kan aanspreken.
- Kan de minister voorbeelden noemen waarin dit is gebeurd? Heeft dit prioriteit binnen het toezicht of wordt dit gewoon aan het reguliere toezicht overgelaten?
- Vraagt de inspectie in het toezicht op sociale veiligheid gericht naar de specifieke groep Joodse leerlingen?
De SGP is verbolgen over het feit dat een organisatie als StudentsforPalestine (SfP) met een achterban die geweld verheerlijkt en antisemitische flyers uitdeelt, na gevoerde gesprekken nog steeds de gelegenheid krijgen van universiteiten om bijeenkomsten te organiseren onder het mom van Teach-Ins?
- Is de minister bereid afspraken te maken met de instellingen voor hoger onderwijs om de toegang tot gebouwen zodanig te controleren dat risico’s op antisemitische incidenten wordt voorkomen?
Integrale aanpak
De SGP pleit voor een meer integrale aanpak van antisemitisme. De minister van Justitie en Veiligheid is hoofdverantwoordelijk, maar heeft commitment nodig van andere ministeries
- Hoe gaat de minister dit commitment verder vormgeven in de nationale strategie antisemitismebestrijding?
De nationaal coördinator antisemitismebestrijding heeft plannen uitgewerkt om antisemitisme tegen te gaan en onder de aandacht te brengen op scholen. Toereikende financiële middelen ontbreken echter nog.
- Is het kabinet bereid om conform de aangenomen motie van de SGP bij de Voorjaarsnota met structurele middelen te komen om het werkplan van de NCAB blijvend te financieren?
Het OM geeft aan ingeval van een haalbare en bewijsbare zaak over te gaan tot vervolging. Wat de SGP betreft verschuilt het OM zich in de opsporing van antisemitische leuzen teveel achter uitspraken die gedaan zijn in een context van vóór 7 oktober. Inmiddels is de context van de uitspraak helder: Israël moet van de kaart en de Joden moeten verdwijnen.
- Is de minister bereid om de aangenomen motie over de leus ‘from the river to the sea’ uit te voeren en met het OM in gesprek te gaan over het vervolgen hiervan?
- Kan de minister hierbij ingaan op het gebruik van de IHRA-definitie bij aangiftes?
Slot
Waar kunnen Joden vandaag nog moed uit putten? Voor het antwoord op die vraag wijzen we naar Boven. God is trouw aan Zijn volk. Daarin ligt de enige bemoediging voor Israël en voor het Joodse volk. Daarin ligt ook de bemoediging voor de wereld. Want in Israël zullen alle volken gezegend worden.
Auteur: Diederik van Dijk
Web: www.sgp.nl
Beeld: © Henk-Jan Oudenampsen