Vroeger was alles… GROTER!

In de kerstvakantie stond ik oog in oog met een gigantisch wezen. Hij torende boven me uit en was zo’n drie meter lang. Broodje aap? Nee, hoor. Ga maar eens naar het Museon in Den Haag. Daar kijkt Andrewsarchus je glazig aan. Je zou je naar schrikken als je zo’n beest in de vrije natuur tegen het lijf zou lopen?

Wat dat betreft was het lange tijd geleden wel vaker schrikken. Dat er toen pinguïns van anderhalve meter leefden, valt misschien nog mee. Die kun je wel de baas. Kikkers zo groot als een strandbal worden al wat problematischer. Maar ratten zo groot als volwassen stieren en bevers ‘maatje grizzly’ zijn een heel ander verhaal. En hoe zou je reageren als er een libel zo groot als een havik over je heen zou scheren?

Zuurstofpercentage

Fossielen tonen dat insecten vroeger ontzettend groot konden worden. De reden hiervan zoeken wetenschappers in het feit dat het zuurstofpercentage in de lucht destijds hoger was. Gedacht wordt aan 31 tot 35 procent; tegenwoordig is dat 21 procent. Alexander Kaiser van de Midwestern University in Arizona deed hier onderzoek naar. De omgeving heeft grote invloed op hoe een organisme eruitziet. Soms zou je zelfs zeggen dat het van een heel andere soort is, terwijl het aantoonbaar is dat omgevingsinvloeden een compleet ander uiterlijk opleverden. Dat kwam mooi aan het licht bij onderzoek naar mieren.

Mieren

In elke mierenkolonie zijn de taken goed verdeeld. Er zijn verkenners, verzorgers, soldaten. Van die laatste groep verschijnen soms opmerkelijke exemplaren ten tonele: supersoldaten! Deze ’bodybuilders’ komen alleen voor in bepaalde kolonies. Ze hebben een enorme kop en kaken. Ze beschermen de kolonie tegen ongewenste binnendringers door op wacht te staan bij de ingang van het nest.
Onderzoekers wilden weten hoe het komt dat sommige mieren tot zulke reuzen uitgroeien. Ze ontdekten dat het insmeren van larven met het hormoon methopreen daarvoor zorgt. En niet alleen bij deze bepaalde mierenkolonies was dat het geval. Ook de larven van andere mieren groeiden uit tot kleerkasten, terwijl die mieren normaal gesproken nooit supersoldaten ontwikkelen.

Supersoldaten

De evolutionistische verklaring van dit verschijnsel komt wat geforceerd over. Ooit zou een voorouder van de mier een reuzenkop hebben gekregen. In de geslachten erna zou die eigenschap verloren zijn geraakt. Maar niet helemaal: onder de juiste omstandigheden kunnen larven toch weer supersoldaten worden. Dat is, evolutionair gezien, best vreemd. Je zou zeggen dat elke kolonie graag supersoldaten in huis heeft? Want waarom zou je je krachtpatsers de deur uit gooien?

Overlevingspakketten

Er is nog een andere verklaring. Daarbij ga je ervan uit dat genen een schatkist aan bouwstenen bevatten, die een organisme kan gebruiken om te profiteren van (of weerstand te bieden aan) ‘druk van buitenaf’. Genen zijn dan geen product van kopieerfouten (mutaties). Het zijn overlevingspakketten met eigenschappen die een organisme kan aanspreken om in leven te kunnen blijven in een steeds verder aftakelende wereld.

Over de auteur

Johan Démoed is eindredacteur van het populairwetenschappelijke tijdschrift Weet Magazine. Deze column verscheen in een eerdere uitgave van dat blad. 
Meer weten over Weet Magazine? 
Ga dan naar weet-magazine.nl
of abonneer je via weet-magazine.nl/abonneren

Tekst: Johan Démoed 
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen / Mierenboerderij
Web: www.weet-magazine.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies