Reken maar dat het klopt

Soms ligt iets zo voor de hand dat het lachwekkend wordt als je het in twijfel trekt. Neem zoiets als rekenen. Stel, je hebt de som 4+3=7. Zou het alleen in Nederland zo zijn dat 3 en 4 bij elkaar opgeteld 7 is? Of geldt dat ook in Australië of op Mars? Het antwoord is duidelijk: 3+4 is overal 7, waar je ook bent. Is 3+4=7 dan misschien tijdgebonden? Zou de som van beide getallen in de middeleeuwen 8 of 6 zijn geweest en alleen in onze tijd 7? Onzin natuurlijk. 3+4 was vroeger net zo erg 7 als nu.

We trappen de schep een stukje dieper. De rekenkundige wet achter de optelsom is ook nog eens onveranderlijk. Dat wil zeggen dat 3+4 altijd 7 is, net zoals 3+2 altijd 5 is; onafhankelijk van waar je bent en wanneer je de som maakt. Je kunt er dus gerust op zijn dat een optelsom niet de ene dag zus en de andere dag zo moet worden gemaakt. Gelukkig maar.

Abstracte zaken

Hieruit blijkt dat abstracte zaken, zoals getallen en rekenkunde, heel andere eigenschappen hebben dan tastbare, zoals een schoen, fiets of een vrouw. Die veranderen – de een sneller dan de ander – wel degelijk naarmate de tijd verstrijkt, en ze zijn niet altijd en overal hetzelfde (en dat is misschien maar goed ook!).
Maar wanneer zijn getallen en rekenkunde precies ontstaan? Sommigen beweren dat ze er pas gekomen zijn toen de mens voor het eerst met getallen aan de gang ging. Die vlieger gaat niet op.

Veranderen

Bij alle menselijke uitvindingen zie je dat ze door de jaren heen veranderen: verschillende startmodellen van auto’s werden bijvoorbeeld steeds meer verbeterd. Geldt dat ook voor getallen? Er zijn wel verschillende manieren bedacht om getallen te noteren – de Romeinse (V) en Arabische (5) notering bijvoorbeeld – maar ten diepste geef je hiermee hetzelfde getal aan. Dat geldt ook voor de verschillende manieren die er zijn om tot de juiste uitkomst van een som te kunnen komen.

Tijdloos

Wat ik hiermee wil zeggen is dat getallen en rekenkunde, die tijdloos zijn, al bestonden vóórdat de mens er was. Het zijn geen menselijke creaties. Het gaat ons al duizelen als we denken aan de oneindigheid van getallen. Daar kunnen we ons geen voorstelling van maken. Laat staan dat het principe daarachter voortkomt uit onze eigen hersenen.

Computertijdperk

Leuk en aardig allemaal, dat gefilosofeer over getallen, maar wat heb je er nu aan om te weten dat getallen en rekenkunde onveranderlijk, tijdloos, niet plaatsgebonden en niet door mensen zijn bedacht? Kijk om je heen. Ons computertijdperk draait op enen en nullen. Machines volgen trouw de onveranderlijke wetten van de rekenkunde. Mensen maken daar dankbaar gebruik van.

Ontstaansbron

Hoe die wetten en getallen hier gekomen zijn? Het resultaat van een langzame ontwikkeling over miljarden jaren? Getallen kunnen niet evolueren. Dat is een onzinnige gedachte. Ze moeten een andere ontstaansbron hebben dan de intelligentie van de mens. In de Bijbel lees je over God dat Hij onveranderlijk, consistent, tijdloos en overal aanwezig is. En dat zijn ook precies de kenmerken van getallen en rekenkundige wetten. Is het dan niet veel logischer ze aan Hem toe te schrijven, omdat ze laten zien wie Hij is?

Over de auteur

Johan Démoed is eindredacteur van het populairwetenschappelijke tijdschrift Weet Magazine. Deze column verscheen in een eerdere uitgave van dat blad. 
Meer weten over Weet Magazine? 
Ga dan naar weet-magazine.nl
of abonneer je via weet-magazine.nl/abonneren

Tekst: Johan Démoed 
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen
Web: www.weet-magazine.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies