Nieuw onderzoek van Open Doors, gepubliceerd september 2024, laat een systematische discriminatie zien tegen christenen die gevlucht zijn voor Boko Haram en andere miltante moslimgroepen in de noordoostelijke staat Borno in Nigeria.
Het rapport bevat daarnaast interviews uit de eerste hand met overlevenden die in eigen land op de vlucht zijn. Sommigen zagen voor hun ogen hoe hun echtgenoot onthoofd werd omdat hij zich niet wilde bekeren tot de islam.
Een schokkend beeld
John Samuel*, juridisch expert van Open Doors voor sub-Sahara: “Ons onderzoek schetst een schokkend beeld van de situatie van christenen die hun leven al verscheurd zagen door aanvallen van terroristen, waaronder Boko Haram en ISWAP (Islamitische Staat in West-Afrika Provincie).”
Hij vervolgt: “Ons rapport laat zien dat christenen te maken hebben met systematische discriminatie, opzettelijke verwaarlozing en uitsluiting in kampen die speciaal zijn opgezet om binnenlandse ontheemden te helpen. Keer op keer hoorden we van overlevenden dat christenen opzettelijk officiële documentatie wordt geweigerd, die anders zouden hebben aangetoond dat ze in aanmerking komen voor humanitaire hulp van de deelstaatregering. We hebben gehoord hoe christenen dagenlang in de rij kunnen staan in de hoop op voedsel, om vervolgens te worden geweigerd. Christenen zijn zeker niet de enigen van wie het leven ontworteld en verwoest is door Boko Haram en andere terroristen. De kwetsbaarheid van christenen – die in veel noordelijke staten van Nigeria al als tweederangsburgers worden behandeld – wordt echter ernstig vergroot door aanvallen van islamitische extremisten.”
Rapport
Het rapport ‘No road home: Christian IDP’s displaced by extremist violence in Nigeria’, stelt dat christenen in Borno “de lokale overheid en leden van het publiek verantwoordelijk houden voor oneerlijke behandeling en discriminatie op basis van geloof, met name als het gaat om toegang tot onderdak, humanitaire hulp, onderwijs en werk”.
Sommige overlevenden voelden zich gedwongen zich tot de islam te bekeren of hun geloof opzettelijk te verbergen om toegang te krijgen tot de beschikbare hulp. Een christelijke ontheemde uit de gemeente Gwoza zei het volgende: “Er zijn veel verschillende kampen. Zodra je een kamp binnenkomt en ze ontdekken dat je christen bent, moet je het kamp verlaten als je je niet bekeert en moslim wordt.” Een andere overlevende vertelde: “Steun die via de overheid komt, geeft onze vervolgers gewoon meer macht.”
Vanwege de moeilijkheden in officiële regeringskampen verblijven christenen grotendeels in informele kampen, in christelijke gemeenschappen of bij kerken. Het leven daar is echter ook vol moeilijkheden, onder andere door het gebrek aan middelen en voorzieningen. Een ondervraagde zei het volgende: “Als je een baan zoekt, word je geweigerd omdat je christen bent. Zelfs als je afgestudeerd bent en op zoek gaat naar een baan en je draagt een christelijke naam, krijg je de baan niet omdat we als tweederangsburgers worden gezien.”
Voedsel
Het is in onofficiële kampen moeilijk om aan voedsel te komen, omdat overlevenden beweren dat de deelstaatregering veel organisaties ervan weerhoudt om hen hulp te bieden. Terugkeren naar huis is vaak uitgesloten. John Samuel: “Christenen die zelfs maar durven te overwegen om terug te keren naar de gemeenschappen waaruit ze zijn gevlucht, moeten rekening houden met een groot aantal gevaren. Sommige gebieden zijn nu Boko Haram-bolwerken, andere zijn slagvelden geworden tussen opstandelingen en het Nigeriaanse leger. Land ligt bezaaid met landmijnen en in sommige gebieden zijn islamitische ontheemden hervestigd waar ooit christelijke gemeenschappen waren.”
Hij vervolgt: “Zelfs als het christenen lukt om naar huis terug te keren en hun boerderijen voort te zetten, zijn ze kwetsbaar voor herhaalde aanvallen. Extremisten kunnen mensen dwingen dienstplichtig te worden of als christenen worden ontvoerd, worden ze geconfronteerd met hogere losgeldeisen dan bij ontvoerde moslims. In andere gevallen eisen terroristen dat teruggekeerden de jizya-belasting betalen – een vorm van beschermingsgeld – om te mogen boeren en oogsten.”
Nummer zes Ranglijst Christenvervolging
Nigeria staat op nummer zes van de Open Doors 2024 Ranglijst Christenvervolging, een jaarlijks overzicht van de 50 landen waar christenen het zwaarst vervolgd worden vanwege hun geloofsovertuiging. Volgens cijfers uit 2023 telt Nigeria 3,4 miljoen ontheemden in eigen land. Inschattingen geven aan dat 55% vrouwelijk is en bijna 60% 18 jaar of jonger is.
John Samuel: “In het licht van ons rapport vragen we de Nigeriaanse regering om de regering van de deelstaat Borno op te roepen om ervoor te zorgen dat alle ontheemden de nodige steun krijgen, ongeacht leeftijd, geslacht, religie of geloof.” Andere aandachtspunten zijn het actief opzoeken en vernietigen van handvuurwapens, het tegengaan van straffeloosheid en een oproep aan de internationale gemeenschap om meer hulp – korte termijn noodhulp en ook langere termijn praktische en psychosociale hulp – aan de getroffen mensen te bieden, zonder onderscheid te maken.
Meer dan tien landen in de sub-Sahara regio
Het rapport heeft een specifieke focus op twee gebieden met veel vluchtelingen uit eigen land in Nigeria. Het geweld beperkt zich echter niet tot Nigeria maar strekt zich uit naar meer dan tien landen in de sub-Sahara regio. Naar schatting van Open Doors zijn 34,5 miljoen mensen in sub-Sahara Afrika op de vlucht voor conflict en geweld. Tenminste 16,2 vluchtelingen – bijna 50% – zijn christen. Velen van hen zijn gevlucht voor geweld dat specifiek tegen hen gericht was vanwege hun geloofsovertuiging. Open Doors is een campagne gestart met een petitie om het toenemende geweld in sub-Sahara Afrika meer onder de aandacht te brengen: Breek de stilte – Help christenen in Afrika | Open Doors
*Pseudoniem gebruikt om veiligheidsredenen
Open Doors voerde het onderzoek uit in samenwerking met het International Institute for Religious Freedom (IIRF) en de World Evangelical Alliance (WEA).
De staten Borno en Plateau werden gekozen als twee regio’s met een aanzienlijke populatie ontheemden, maar met een verschillende dynamiek van geweld. Van januari tot april 2024 werden tweehonderdtweeënnegentig mensen geïnterviewd die door lokale partners waren geïdentificeerd. Het onderzoek richtte zich op Gwoza en Ngala Local Government Areas (LGA’s) in de staat Borno, en Bassa en Mangu LGA’s in de staat Plateau.
Auteur: Wimco Ester
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen
Web: www.opendoors.nl