Zijn leven loopt lekker, hij is gelukkig. Waarom zou hij God nodig hebben? Toch besluit Richard christen te worden. Hoe komt hij erbij om deze stap te zetten? En wordt zijn leven er beter door? Richard heeft een goede baan bij een grote verzekeraar. Hij is met een leuke vrouw getrouwd, met wie hij twee dochters heeft. In zijn vrije tijd is hij een fanatiek wielrenner.
Het leven is goed en Richard geniet er volop van. Hij heeft niet het gevoel dat hij wat mist. Als hij op een zondag met een vriend meegaat naar een kerkdienst, kan hij dan ook niet bevroeden dat dit een enorme ommezwaai in zijn leven gaat brengen.
Hij bleef maar vragen
‘Daar was ik ook helemaal niet naar op zoek. Eigenlijk ging ik mee om van het gezeur van die vriend af te zijn. Bij ons in Apeldoorn was pas een nieuwe kerk opgericht. Een van mijn vrienden nodigde mij steeds uit om mee te gaan. Mijn eerste reactie was: “Ach man, daar ga ik toch niet heen.” Maar hij bleef vragen, vandaar dat ik uiteindelijk maar een keer toegaf. Ik stelde me voor dat ik daarna flink met hem zou discussiëren en dan zouden we het er nooit meer over hebben.’
Het liep anders
Het liep anders dan Richard had gedacht. ‘Ik had natuurlijk wel een beeld bij de kerk. Mijn ouders namen me als kind op een gegeven moment mee naar een grote, traditionele kerk. Wat me daar vooral van bijgebleven is, zijn de rechte houten banken en grijze hoofden. Nu kwam ik in een heel andere kerk terecht. De mensen waren vriendelijk, en er was zelfs koffie – maar al die liederen over Jezus vond ik niks.
De spreker
Maar de spreker compenseerde dit ruimschoots. Hij had het eerst niet eens over God. Hij legde uit dat er verschillende liefdestalen zijn. Voor de een blijkt liefde uit cadeaus, voor een ander zit het vooral in positieve woorden of behulpzaamheid. Maar ook aanraken en het geven van tijd zijn talen waarin mensen hun liefde uiten. Tot mijn verbazing vond ik het heel boeiend. Ik herkende er dingen in en ontdekte dat mijn vrouw en ik verschillende talen spraken. Dit was nieuw voor me; ergens had ik tot dan toe vooral het gevoel dat mijn vrouw mij gelukkig moest maken. Maar dit ging verder. Ik vond dat er wel wat in zat.’
Ongeloof
Richards interesse is gewekt en tot verbazing van zijn vriend besluit hij nog een keer naar de kerk te gaan. Deze keer neemt hij zijn vrouw ook mee. Het spreekt hem aan dat de voorganger elke keer een thema heeft waar ook ongelovige mensen wat mee kunnen. Want zo beschouwt Richard zichzelf. ‘Ik was wel kerkelijk opgevoed, maar ik had helemaal niets met het geloof. Zodra ik als tiener niet langer mee naar de kerk moest, ging ik ook niet meer. Ik was niet anti, als die oude mensen het fijn vonden om een uur op zo’n houten bank te zitten: prima, maar mij zei het gewoon niks. Ik kon net zo goed zonder religie, ik geloofde ook niet dat God echt bestond.’
Verandering
Langzaamaan verandert dat. Richard blijft namelijk naar de kerk gaan. Zo’n twee maanden later klinkt tijdens de kerkdienst het lied ‘Kom maar bij mij’ van Marco Borsato, terwijl Rembrandts schilderij van ‘De verloren zoon’ te zien is. ‘Ik had nog steeds niet zoveel op met het christelijk geloof, maar dat raakte mij heel diep. Zou God werkelijk geïnteresseerd in mij zijn? Als Hij tenminste zou bestaan, dacht ik er meteen achteraan, want dat geloofde ik nog niet.
De gebrokenheid
Een ander punt was de gebrokenheid die ik om me heen zag. Volgens de Bijbel is die het gevolg van Adams ongehoorzaamheid aan het begin van de schepping. Ik dacht: als Adam nou eens niet had gezondigd, dan had alles er een stuk mooier uitgezien. Ik gaf Adam de schuld, totdat ik me realiseerde dat ik zelf ook niet zonder zonde ben. Dat kwartje viel op een zondag en die nacht heb ik voor het eerst gebeden, zachtjes in m’n bed. Al mijn geheimen heb ik verteld in dat gebed. Dingen waarvan ik altijd had gedacht dat ik ze mee in mijn graf zou nemen.
Maar op dat moment was het een opluchting voor me, het voelde als een enorme bevrijding dat ik het aan God had verteld. Deze nacht heeft mijn leven veranderd. Ik heb ervaren dat je niet rond hoeft te lopen met een rugzak, Christus wil de last echt van je afnemen. Ik was gelukkig, mijn huwelijk was goed en ik had het naar m’n zin op mijn werk. En toch was dit een punt van echte bevrijding voor me.’
Twijfel
Hoewel Richard deze nacht markeert als een nieuwe start, is hij niet ineens veranderd in een diepgelovig man. Hij vraagt zich nog vaak af of het christendom wel waar is. Of wordt hij misschien gehersenspoeld in de kerk? En behalve deze hamvraag heeft hij nog veel meer vragen. ‘Juist in die tijd kreeg ik een nieuwe collega die ook naar de kerk ging. Hij zocht mij op en in de pauzes heb ik veel van mijn geloofsvragen met hem gedeeld. Op die manier ging ik steeds meer begrijpen. Hij was er een poosje, maar toen ik geen vragen meer had was hij ook heel plotseling weer verdwenen. Dat heb ik altijd wel bijzonder gevonden.’
Twee voorvallen op zijn werk geven echter de doorslag om helemaal voor God te kiezen. ‘Ik was behoorlijk ambitieus in mijn werk, carrière maken was belangrijk voor me. En eerlijk gezegd was ik niet zo’n persoon bij wie mensen hun hart uit kwamen storten. Maar binnen een week zochten twee collega’s me op, omdat ze wilden praten over hun huwelijksproblemen. Zoiets was ik helemaal niet gewend. Achteraf stond ik verbaasd over wat ik tegen hen had gezegd, waar had ik dat vandaan gehaald?
Dat overtuigde me van een paar dingen: ik zag de gebrokenheid in de wereld om me heen, maar realiseerde me ook dat God van alle mensen houdt. En ik besefte door deze gesprekken dat God mij ook wil inzetten om anderen te helpen. Toen heb ik tegen God gezegd: hier ben ik.’
Onbegrijpelijke stap
Richard is nu vrijwel fulltime werkzaam bij de kerk en ook zijn vrouw werkt met hem mee. Voor de mensen om hem heen is dit een onbegrijpelijke stap. ‘Mensen reageren vaak sceptisch, ze zien dat ik veranderd ben, maar maken zich zorgen of het wel goed met me gaat. De kerk is in hun ogen vooral een soort sekte. Er is sprake van vervreemding. Vroeger vond ik het belangrijk om veel geld te verdienen, maar nu niet meer.’ Zelf is Richard alleen maar heel blij dat hij deze keuze heeft gemaakt. ‘Christen worden is voor mij een bevrijding geweest. En God is werkelijkheid, ik heb gemerkt dat zijn liefde heel dichtbij komt. Ik was eerder ook gelukkig, maar het is niet te vergelijken met hoe ik me nu voel.’
Auteur: Redactie / Alinda Rutgers
Web: leven.nu
Beeld: © Henk-Jan Oudenampsen