Hetzelfde rijtje

Column – Na het ontbijt kregen mijn vrouw en ik een gesprekje over hebzucht. De directe aanleiding daarvoor weet ik niet meer. Nadat de tafel was afgeruimd wilde ik meer weten over wat hebzucht is en wat de Bijbel over hebzucht en/of hebzuchtigen zegt. Dat resulteerde in deze column en welke ontdekking ik daarbij deed lees je aan het eind.

Betekenis

Van hebzucht vond ik de volgende omschrijving: Hebzucht is een drang naar altijd meer en nooit genoeg. Een vorm van schraapzucht of schraapzuchtigheid. Een dorst naar geld, macht, aanzien of prestige. Maar ik vond ook nog een uitspraak van Plato: Wie rijk wil zijn moet niet zijn vermogen vermeerderen maar zijn hebzucht verminderen.

Wat zegt de Bijbel over hebzucht en hebzuchtigen?

Met behulp van een zoekmachine vond ik 16 bijbelteksten. Hier volgen ze:

Psalm 10, vers 3: Want de goddeloze beroemt zich over zijn hartenwens; hij zegent de hebzuchtige, hij lastert de HEERE.

Spreuken 28, vers 25: Wie hebzuchtig is, verwekt ruzie,

Markus 7, vers 22: diefstal, hebzucht, allerlei kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, lastering, hoogmoed, dwaasheid;

Lukas 12, vers 15: En Hij zei tegen hen: Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit.

Romeinen 1, vers 29: Ze zijn vervuld van allerlei ongerechtigheid, hoererij, boosaardigheid, hebzucht, slechtheid. Ze zijn vol afgunst, moord, ruzie, bedrog, kwaadaardigheid.

1 Korinthe 5, vers 10: Echter, niet in het algemeen met de ontuchtplegers van deze wereld, of met de hebzuchtigen, of rovers, of afgodendienaars, want dan zou u uit de wereld moeten gaan.

1 Korinthe 5, vers 11: Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broeder wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover. Met zo iemand moet u zelfs niet eten.

1 Korinthe 6, vers 10: Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.

Efeze 5, vers 3: Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past,

Efeze 5, vers 5: Want dit weet u, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.

Kolossenzen 3, vers 5: Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is.

1 Thessalonicenzen 2, vers 5: Want wij hebben nooit vleiende woorden gebruikt, zoals u weet, en ook geen voorwendsel voor hebzucht. God is getuige!

2 Petrus 2, vers 3: En zij zullen u door hebzucht met verzonnen woorden uitbuiten. Het vonnis over hen is reeds lang in werking en hun verderf sluimert niet.

2 Petrus 2, vers 14: Hun ogen zijn vol overspel en zondigen onophoudelijk; zij verlokken onstandvastige mensen en hebben hun hart geoefend in hebzucht; kinderen van de vervloeking zijn het.

Hetzelfde rijtje

Wat mij opvalt is dat hebzucht in hetzelfde rijtje wordt genoemd als zonden, die wij als ‘grote zonden’ typeren. Onderschatten wij wellicht de ernst van hebzucht? Alles wat ik hier nog meer over dit onderwerp schrijf doet afbreuk aan de ernst van bovenstaande teksten uit het Woord van God. Daarom wil ik het hierbij laten.

Auteur Willem van Leiden
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies