Column – Ken je de naam Blue Monday? Het is de derde maandag van januari: deze dag ervaren sommigen als de deprimerendste dag van het jaar. Toen ik op Blue Monday (20 januari j.l.) las over de start van de campagne ’30 dagen niet klagen’ was ik van plan een column te schrijven over (niet) klagen. Nadat ik mij wat over ‘klagen’ had ingelezen zag ik door de bomen het bos niet meer. Te veel onderwerpen kan je linken aan het thema ‘klagen’. Ik kwam dus niet tot schrijven.
Het verdriet van Hanna
Toch lees je nu een column over klagen. Ik ben zelf niet op zoek gegaan het thema, maar het lezen van de geschiedenis van Hanna in 1 Samuel 1 was voor mij de aanleiding hiertoe. Hanna klaagt haar nood aan God. Uit haar geschiedenis blijkt dat zij ongewild kinderloos was. Dat gaf haar veel verdriet. En met dat verdriet gaat ze naar de tempel en stort daar haar hart uit voor God. En over dat facet van klagen (je hart uitstorten voor God) wil ik nu iets gaan zeggen.
Laat ik beginnen met het citeren van een paar bijbelverzen uit 1 Samuel 1 over het klagen van Hanna:
Vers 10: Bitter van gemoed bad zij tot de Heere en zij huilde erg.
Vers 15: Maar Hanna antwoordde en zei: Nee, mijn heer, ik ben een diepbedroefde vrouw; … ik heb mijn ziel uitgestort voor het aangezicht van de Heere.
Andere voorbeelden uit de Bijbel
Hanna staat in de bijbel niet alleen als het gaat om het uitstorten van een klacht bij de Heere God. Reinier Sonneveld noemt in het blad Visie onder meer de volgende voorbeelden:
- Alom bekend is het klagen van Job. Zijn verdriet en lijden zijn zo groot dat hij geen uitweg maar ziet. Lees in dit verband hoofdstuk 6:2-3 en 8-11.
- In Psalm 88 wordt God oprecht aangeklaagd, en de dichter maakt de wanhoop niet kleiner dan deze is. En in tegenstelling tot andere psalmen eindigt deze psalm niet hoopvol, maar diep in de put.
- De profeet Jeremia staat zo bekend om zijn geklaag, dat er zelfs een werkwoord voor klagen naar hem is vernoemd: jeremiëren. En hij klaagde niet alleen over het volk Israël, maar ook over zijn eigen lot. Lees bijvoorbeeld Jeremia 20:14,18
- In het boek Klaagliederen staan vijf liederen, over het lot van Jeruzalem, wanhoop en God als tegenstander. In hoofdstuk 3 is een bijzondere klacht te lezen, waarin de dichter ook een ander geluid laat horen. Binnen een paar regels slaat het lied om van klaaglied naar lofzang. De dichter doet niet al teveel moeite om wanhoop en hoop aan elkaar te verbinden of te polijsten, maar laat de twee uitersten ruw naast elkaar bestaan.
Gebedsverhoring
Terug naar Hanna. Haar gebed wordt door de Heere verhoord en Samuël wordt geboren. Samuël is een gebedsverhoring. Zijn naam betekent ook ‘Ik heb hem van de Heere gebeden’. Het is wellicht goed hier ook te vermelden dat niet elk gebed door de Heere wordt verhoord. Niet-verhoorde gebeden zijn vaak een bron van verdriet.
Alles voorleggen aan God
De geschiedenis van Hanna laat mijns inziens zien dat je vrij aan God mag voorleggen wat je dwars zit, ‘Geestelijk klagen’ is het volle verdriet bij God brengen. Het is transparant worden voor God. Je ‘hele hebben en houwen’ vertel je. Geen uitzonderingen. Geen duistere kant, geen twijfel, geen pijn laat je liggen. God mag alles zien, sterker nog: je wijst God alles aan. Kijk God, dat is verschrikkelijk. En dat; en dat; en dat.
Weet je waarom ik dit zo expliciet vermeld? Omdat er in 1 Petrus 5 vers 7 staat: “Werp al uw zorgen op Hem, wat Hij zorgt voor u.” Er gelden dus geen uitzonderingen. Ja, een christen mag klagen bij de Heere God, zijn hemelse Vader.
Ik sluit af met een voor mij bekend lied uit de zangbundel Geestelijke Liederen:
Breng zorgen en smart
bij ’t minnende hart van God,
onze zorgende Vader.
Als kommer u kwelt,
als angst u beknelt,
juist dan komt zijn liefde u nader.
Hij weet wat u lijdt,
hoe macht’loos gij zijt,
en opent u troostend zijn armen.
Wie is Hem gelijk,
zo mild en zo rijk
aan liefde, genâ en erbarmen.
Zelfs diep in de nacht
verneemt Hij uw klacht,
en zendt u zijn licht op uw wegen.
Auteur: Willem van Leiden
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen (Klaagmuur Jeruzalem)