Pascha, Jezus en Pasen

Overdenking – Voor sommige lezers klinkt het misschien als een wat vreemde vraag: wat hebben het Pascha, Jezus en Pasen met elkaar te maken? Misschien kennen de meesten van mijn lezers het verband al – des te beter! Toch kreeg ik de behoefte om een paar gedachten over dit onderwerp rond Pasen op te schrijven.

In Exodus 12 geeft God Mozes, vóór de tiende en laatste plaag over Egypte, de opdracht om het volk Israël te vertellen dat elke familie op de tiende dag van de maand een lam moest uitkiezen: een gaaf, mannelijk, éénjarig lam, afkomstig van de schapen of de geiten. Dit lam moest tot de veertiende dag in huis gehouden worden en dan geslacht worden. Het moest boven het vuur gebraden worden en samen met bittere kruiden in haast, staand, die avond gegeten worden. Het bloed van het lam moest worden opgevangen en met een bosje hysop aan de deurposten en de bovendorpel van het huis worden gestreken – dat huis waarin het lam gegeten werd. Dit verslag is te lezen in Exodus 12, de eerste 14 verzen.

Waarom God dat zo nauwkeurig voorschreef, lezen we in vers 12 en 13: “Want Ik zal in deze nacht door het land Egypte trekken en alle eerstgeborenen in het land Egypte treffen, van de mensen tot het vee. En Ik zal aan al de goden van de Egyptenaren strafgerichten voltrekken, Ik, de HEERE. En het bloed zal u tot een teken zijn aan de huizen waarin u verblijft. Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan en er zal geen plaag onder u zijn die verderf teweegbrengt, als Ik het land Egypte zal treffen.”

Het paaslam stierf dus als plaatsvervanger, zodat de eerstgeborenen van Israël gespaard bleven voor Gods oordeel!

Laten we nu een grote sprong in de tijd maken: de Heer Jezus was inmiddels geboren en volwassen geworden – volgens Lukas 3:23 “ongeveer dertig jaar oud” – en dan vindt er een bijzondere ontmoeting plaats met Johannes de Doper. Toen hij Jezus zag, riep hij uit: “Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt!” (Johannes 1:29)

Nog eens drie jaar later gaf de Heer Jezus Zijn discipelen de opdracht om naar een bepaald huis te gaan en daar de bovenzaal gereed te maken voor het Pascha – voor Hemzelf en Zijn discipelen. Aan het begin van deze maaltijd zien we het ontroerende moment waarop de Heer de voeten van Zijn discipelen wast – een dienst die eigenlijk aan slaven voorbehouden was. Toch was de Heer Jezus niet te trots om dit te doen. Tijdens de maaltijd zei Hij dat Hij “vurig had verlangd dit Pascha met hen te eten voordat Hij zou lijden” (Lukas 22:15).

Daarna stelde Hij het zogenaamde Avondmaal in: “Doe dit tot Mijn gedachtenis!” Eerst gaf Hij de discipelen gebroken brood, als symbool van Zijn lichaam, dat spoedig onvoorstelbaar zou lijden. Daarna nam Hij een beker met wijn, als symbool van Zijn bloed, dat de volgende dag zou worden vergoten – door geseling, de doornenkroon en uiteindelijk aan het kruis.

Kort na deze maaltijd werd Jezus gearresteerd – dat is de meeste lezers waarschijnlijk wel bekend. Maar heb je ooit nagedacht over de aangrijpende symboliek dat Hij, het “Lam van God”, precies op het moment stierf waarop in Jeruzalem duizenden paaslammeren werden geslacht?

Het eerste paaslam heeft belangrijke parallellen met de Heer Jezus: ook zijn bloed redde mensen van Gods oordeel in Egypte. En God had bepaald dat “er geen been van hem mocht worden gebroken”. Ook van Jezus werd geen been gebroken, en Zijn bloed redt tot op de dag van vandaag ieder mens die God de Vader om vergeving van schuld en zonden vraagt! Johannes schrijft in zijn eerste brief, hoofdstuk 1 vers 7, dat “het bloed van Christus ons reinigt van alle zonde!”

Het eerste paaslam betekende voor elke Israëliet die op Gods instructies vertrouwde, redding – bevrijding uit de slavernij van Egypte en het oordeel over Egypte. Het bloed van de Heer Jezus betekent eeuwige redding van Gods toorn over de zonde – voor iedereen die in geloof Gods aanbod van genade aanneemt. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt het in hoofdstuk 10 vers 14 zo: “Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt.”

En er is nog één belangrijk verschil tussen het offer van Jezus en alle eerdere offers: telkens als een Israëliet opnieuw zondigde, moest hij opnieuw een offer brengen – keer op keer. Maar sinds de Heer Jezus Zijn bloed aan het kruis op Golgotha heeft vergoten, is er geen nieuw offer meer nodig. Ook als wij weer opnieuw zondigen, geldt wat Johannes schreef in zijn eerste brief, hoofdstuk 1 vers 9:
“Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”

Bij alle overeenkomsten tussen het eerste paaslam en de Heer Jezus als het Lam van God, is er toch één groot en belangrijk verschil: het paaslam werd geslacht en bleef dood – de Heer Jezus stierf ook, werd begraven, maar op de derde dag door God opgewekt! Sindsdien verkondigt het lege graf ons: Jezus Christus is waarlijk opgestaan!

Ik wens je gezegende en vreugdevolle Paasdagen!

Lars Krüger

Lars Krüger woont samen met zijn vrouw in Duitsland en is een groot liefhebber van de natuur. Hij is actief in de plaatselijke evangelische gemeente. Regelmatig is Lars met zijn fotocamera te vinden in de natuurgebieden rond zijn woonplaats. Voor deze site schrijft hij over zijn belevenissen en ervaringen en trekt hij mooie parallellen met gedeelten uit de Bijbel. Vertaling: redactie christelijknieuws.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies