Wie is deze toch?

Ik kan me niet meer precies herinneren wanneer ik deze foto heb gemaakt. Het was een van die mooie, zachte zomerochtenden waar je zo van kunt genieten. Ik was weer op pad in de Rieselfelder, en ik keek uit naar mogelijke mooie fotomomenten.

En opeens zat er een grasmus te zingen in het halfhoge gras bij een oude hekpaal. Het zijn leuke vogeltjes met een prachtig lied – maar helaas niet altijd zo makkelijk te fotograferen als ik zou willen! Ze merken ons fotografen vaak op en vliegen snel een paar meter weg, of laten zich vallen in het hoge gras of verdwijnen achter een struik. Dit vogeltje leek me nog niet opgemerkt te hebben, maar terwijl ik een paar foto’s nam, draaide het zich naar me toe en keek me recht aan.

Toen ik deze foto thuis bekeek, moest ik lachen, want het leek alsof het vogeltje me verbaasd aankeek en dacht: “Nou – vertel eens, wie ben jij?”

Een gedachtesprong

De discipelen waren op reis met de Heer Jezus en hadden een aantal dingen meegemaakt, waaronder drie genezingen van zieken door de Heer Jezus, onder anderen een melaatse die eigenlijk door iedereen gemeden werd! We kunnen over deze gebeurtenissen lezen in de eerste 17 verzen van Matteüs 8 en Lucas meldt na één van de genezingen dat de Heer Jezus ook een jongeman uit de dood opwekte, “de enige zoon van zijn moeder, en zij was weduwe”. (Lucas 7, 11-17)

Meer van Galilea

Even later is er een gedeelte dat niet alleen door Matteüs en Lucas, maar ook door Marcus wordt beschreven: De Heer Jezus en Zijn discipelen gingen aan boord van een boot om het Meer van Galilea over te steken. Lucas vertelt in hoofdstuk 8 vanaf vers 23 wat er daarna gebeurde: “Toen zij voeren, viel Hij in slaap. En er viel een stormwind neer op het meer, en hun schip liep vol water en zij waren in nood. Zij gingen naar Hem toe, wekten Hem en zeiden: Meester, Meester, wij vergaan! Toen stond Hij op en bestrafte de wind en de golven. En ze gingen liggen en er kwam stilte. Hij zei tegen hen: Waar is uw geloof? Maar zij waren bevreesd en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Wie is Deze toch, dat Hij ook de winden en het water bevel geeft en ze Hem gehoorzaam zijn?”

Hoofd schudden

Misschien zijn er mensen die nu hun hoofd beginnen te schudden over de discipelen en denken: “Nou, als we dat allemaal zelf hadden meegemaakt, dan …”. Ik heb een vraag, voor iemand die zo denkt: zouden zulke gedachten juist zijn? Zouden wij echt “beter, sterker” geloven dan de mensen uit die tijd? Zouden wij een sterker geloof hebben dan de discipelen?

Ongeloof

De “gewone” mensen in Israël in die tijd, dat wil zeggen de mensen die niet dagelijks bij de Here Jezus waren, vroegen Hem in Johannes 6:30 heel bot: ‘Welk teken doet U dan, opdat wij het zien en U geloven?‘ Zien en dan geloven – is dat niet maar al te goed van toepassing op ons, die de hele Bijbel in onze handen hebben en eigenlijk alles (kunnen) weten over onze Heer? Wat gebeurt er met ons geloof als we vurig bidden maar de Here Jezus ons (blijkbaar) niet antwoordt? Beginnen we dan misschien de vraag van de discipelen uit Lukas 8 in omgekeerde richting te stellen – namelijk: “Wie is Deze dan, die destijds doden heeft opgewekt, blinden weer heeft laten zien en lammen weer heeft laten lopen – en aan dit voor mij zo belangrijke verzoek niet kan of wil voldoen?”

Waar is je geloof?

De mensen in die tijd zagen veel tekenen en wonderen die de Here Jezus deed, maar: “Hoewel Hij zoveel tekenen voor hun aangezicht gedaan had, geloofden zij niet in Hem …” (Johannes 12:37) Helaas herken ik mezelf hier soms in. Ik moet bekennen dat mijn geloof soms gewoon te klein was en is om de beproevingen en uitdagingen van het leven aan te kunnen! Hoe vaak heb ik niet hardop geklaagd en God verwijten gemaakt in tijden van nood – en als antwoord een Bijbelvers als Lucas 8:24 gekregen (hoewel niet elke keer): “Waar is je geloof?”

In de steek

De 12 discipelen waren ook geen geboren geloofshelden – ook al waren ze elke dag bij de Heer Jezus. Toen hun Heer en Meester werd gearresteerd, “lieten de discipelen Hem allen in de steek en vluchtten.” (Matteüs 26:56).

Toch liet de Heer Jezus hen niet in de steek, maar bouwde na Zijn opstanding met hen Zijn gemeente op, omdat zij ondanks al hun menselijke beperkingen iets heel belangrijks hadden ingezien: De Here Jezus vroeg eens aan Zijn discipelen wie de mensen nu dachten dat Hij was. Nadat Hij naar de antwoorden had geluisterd, vroeg Hij Zijn discipelen rechtstreeks: “Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God.” (Matteüs 16, 15-16).

In tijden van nood

Dus als we ooit tijden van nood meemaken waarin onze Heer ons niet het gewenste antwoord geeft, misschien zelfs helemaal zwijgt, dan doen we er goed aan om niet te vergeten dat Hij de Christus is, de Zoon van de levende God. En Hij heeft beloofd alles te doen wat goed voor ons is. Daarin hebben we Zijn woord!

Lars Krüger

Lars Krüger woont samen met zijn vrouw in Duitsland en is een groot liefhebber van de natuur. Hij is actief in de plaatselijke evangelische gemeente. Regelmatig is Lars met zijn fotocamera te vinden in de natuurgebieden rond zijn woonplaats. Voor deze site schrijft hij over zijn belevenissen en ervaringen en trekt hij mooie parallellen met gedeelten uit de Bijbel. Vertaling: redactie christelijknieuws.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies