Kamer akkoord: Meer zorg voor dakloze gezinnen met minderjarige kinderen

De Tweede Kamer heeft vandaag met een breed gedragen steun het amendement van Kamerlid Pieter Grinwis c.s. (ChristenUnie) aangenomen, waarmee dakloze gezinnen met minderjarige kinderen worden toegevoegd aan de groepen woningzoekenden die gemeenten verplicht in de urgentieregeling moeten opnemen. De aanname van dit amendement, mede gesteund door de Kamerleden Ceder en Welzijn, betekent een belangrijke overwinning in de strijd tegen dakloosheid onder kinderen en onderstreept de morele plicht van de overheid om kwetsbare gezinnen een veilige basis te bieden.

Pieter Grinwis (ChristenUnie): “Elk kind in Nederland verdient een dak boven zijn hoofd. Het is diep triest dat in ons welvarende land kinderen buiten moeten slapen of in een daklozenopvang. Vandaag hebben we als Kamer een duidelijk signaal afgegeven: we laten dakloze gezinnen met kinderen niet in de steek”

Een verwoestend effect op kinderen

Het amendement van Grinwis c.s. erkent dat dakloosheid een verwoestend effect heeft op kinderen en dat een stabiele thuisomgeving cruciaal is voor hun ontwikkeling. Volgens recent onderzoek van Kansfonds is 18% van de daklozen in Nederland jonger dan 18 jaar. Het amendement beoogt een einde te maken aan de schrijnende situaties waarin kinderen en hun ouders geen vaste verblijfplaats hebben en van de ene naar de andere plek moeten zwerven.

Ongelijkheid en onzekerheid

De huidige praktijk laat zien dat gemeenten verschillend omgaan met het verlenen van urgentie aan dakloze gezinnen, wat leidt tot ongelijkheid en onzekerheid. Het aangenomen amendement moet ervoor zorgen dat alle gemeenten in Nederland dezelfde norm hanteren en dakloze gezinnen met kinderen met voorrang behandelen.

Een morele imperatief

Grinwis benadrukt dat de strijd tegen dakloosheid onder kinderen een morele imperatief is en dat de overheid alles in het werk moet stellen om deze kwetsbare groep te beschermen. De aangenomen wet is een belangrijke stap in de goede richting en draagt bij aan een samenleving waarin elk kind de kans krijgt om tot bloei te komen.