Vrede hebben met wat je krijgt ‘voorgeschoteld’

‘U moet bij uw uitrusting ook een schepje hebben en het moet zó zijn dat u daarmee een gat graaft wanneer u buiten het kamp gaat zitten. Daarna moet u zich omkeren en uw uitwerpselen bedekken.’ (Deuteronomium 23:13)

Alles wat je hier op aarde meemaakt, is net als voedsel: je neemt het in je op, het gaat door je heen, je moet het verwerken en dan wordt het in je gescheiden in twee delen: het ene deel wordt één met je, dat bouwt je op, dat geeft je kracht, dat vormt je. Het andere deel, dat niet goed voor je is, dat je niet verteren kunt, wordt uitgescheiden. Dat mag je niet vasthouden, dan krijg je er last van, dan geeft het spanning. Dat moet je loslaten, dan gaat het weg uit je leven.

En juist dit laatste is zo belangrijk. Blijf er ook niet in roeren, ga het niet uitpluizen, het stinkt, het is niet goed voor je. Begraaf het en laat het achter je en juist dan kan dit deel, dat jij ‘niet verteren’ kon, dat niet een deel van jouw leven mag worden, op zijn bestemming komen. Want daar heeft het op een andere manier zin, als mest dat de aarde vruchtbaar maakt.

Vertrouw er maar op dat ‘alle dingen’, die jij op je bordje hebt gekregen, toch ‘meewerken ten goede’ (Romeinen 8:28). Dan krijg je er vrede mee.

Het is onmogelijk hier op aarde iets tot je te nemen (~ te eten of te drinken) zonder uitscheiding. Zo heeft onze Schepper het gemaakt. Je kunt niet van te voren het voedsel scheiden in deze twee delen. Het moet eerst door je heen gaan en dan pas wordt de scheiding gemaakt. Zoals een gezond lichaam dit uit zichzelf doet, want het is van levensbelang, zo geldt ook voor ons:

‘Heb een afkeer van het kwade, wees gehecht aan het goede.’ (Romeinen 12:9)

Auteur: Redactie
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies