Het is best lastig, of onmogelijk, om werkelijk blij te zijn met de poederprijs of troostprijs zoals meer mensen deze onderscheiding noemen als je gericht was op iets mooiers. Ik weet nog dat ik in mijn tienerjaren eens meedeed aan een talentenjacht en ik wilde gewoon winnen. Dat was het doel. De eerste prijs winnen. Het was namelijk een geldbedragje dat ik goed kon gebruiken voor mijn brommer (als ik het me goed herinner).
Ik zong het liedje ‘just say hello’ van Rene Froger en laten we maar zeggen dat het me niet mee zat. Tot drie keer toe viel de stroom (en dus ook het licht en geluid) uit tijdens het tweede couplet en stond ik voor een donkere zaal waar het publiek zich luidkeels liet horen.
De presentor liet me steeds overnieuw beginnen, maar na de derde keer had ik er geen zin meer in. Ik bedankte voor de eer en had er goed de smoor in. Later tijdens de prijsuitreiking kreeg ik een soort van troostprijs terwijl een ander er met het fel begeerde geldbedrag vandoor ging. Echt blij kon ik niet zijn. Integendeel. Ik had mijn ogen gericht op de prijs. Maar kreeg ‘em niet…
Waarom deze inleiding? Ik kom veel mensen tegen die zeggen dat ze bij Jezus horen en tegelijkertijd zijn ze er schijnbaar onbewogen onder. Ze horen over vergeving van hun zonden. Over hoopvolle beloften voor hun eeuwige toekomst. Over de vrede van God. Over de blijdschap en troost van de Heilige Geest in elke situatie. Ze zeggen ‘ja, ik weet het…’. Maar het lijkt alsof het gaat om de poedelprijs. Het was niet wat hun hart echt begeerde. Iets anders stond op het verlanglijstje.
Het is wel mooi natuurlijk, vergeving van zonden en een herstelde relatie met God… Maar een echtgenoot was leuker geweest. Best fijn dat Hij me wil leiden en gebruiken op aarde. Maar ik had toch liever promotie gemaakt op mijn werk. Tuurlijk is het heel goed om een geliefd kind van God de Vader te zijn. Maar een compliment van mijn moeder had ik liever gekregen.
Ik ben van nature veel meer gericht op korte termijn geluk. En dat denk ik te kunnen vinden in tastbare dingen. Spullen. Huis. Werk. Of vakanties, hobby’s of allerlei relaties. Ik ben als mens van nature, en dat herken je vast, minder goed in staat om werkelijk blijdschap te ervaren over ‘geestelijke’ zaken dan over een nieuw ‘koffiezetapparaat. Ik zeg er bewust bij ‘van nature’. Want ik geloof dat het mogelijk is om te groeien in een nieuwe natuur. Een nieuwe gerichtheid.
Even een kleine test. Als ik je nu zou vragen waar je hart op dit moment naar uitgaat, wat zou het antwoord zijn zijn? Als ik in staat zou zijn om je op dit moment te geven wat in je gedachten naar boven komt als eerste ‘verlangen’. Wat zou het zijn? Het doet me een beetje denken aan de vraag die God aan Salomo stelt. Hij mocht God vragen wat Hij maar wilde en God zou het geven. Salomo vroeg om wijsheid. En God besloot hem de rest (wat velen als eerste zouden vragen) erbij te schenken omdat Hij het antwoord zo waardeerde.
Jezus zegt: ‘Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is daar zal ook je hart zijn.
Met name die laatste zin speelt in mijn gedachten vandaag. Waar mijn schat is daar zijn mijn hart (vol van) zijn. De Bijbel heeft het over stabiele vreugde. Stabiele hoop. Stabiele vrede en liefde. Wij verlangen allemaal naar vreugde, hoopvol zijn, vrede van binnen, liefde ervaren. En helemaal op een stabiele, blijvende manier. We willen niet leven als jojo’s die steeds maar weer op een neer gaan en heen en weer worden geslingerd. Daarom hebben we een nieuwe BRON van vreugde en blijdschap nodig.
Het belangrijkste op aarde voor mij is het kennen van Jezus. En vanuit die relatie gaan alle andere zaken ook meer betekenis krijgen. Ze vallen op hun plek. Ik erken dat ik de hulp van Gods heilige Geest nodig heb om mijn ogen (en hart) te richten op wat blijvende en echte vreugde geeft die mijn hart kan vervullen.
Dan zal ik niet meer boos worden als iemand zegt dat we blij kunnen zijn. Nu nog wel. Want ik heb dit niet. En dat niet. En dat gaat niet goed. En dit gaat niet goed…. En daar gebeurd dit… Als mijn hart weet waar het (blijvend) geluk kan vinden, zal het niet langer genoegen nemen met tijdelijke ‘snacks’ die ons hongerig achter laten maar steeds weer verlangen naar echt Geluk. En mensen die dat geluk hebben gevonden, worden een bron voor anderen. Ze hebben genoeg ontvangen om te kunnen delen.
“Als U nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt U op wat boven is, niet op wat op aarde is” (Paulus in Kol. 3:1-2)
Martin Brand
18-08-2014
136
https://www.martinbrand.nu