Keser was brood aan het bakken voor haar kinderen toen haar man thuiskwam met het nieuws dat hun levens veranderde. ‘Iedereen vlucht de stad uit!’ zei hij. ‘We zijn direct vertrokken. We hebben niks meegenomen, geen eten of drinken. Ik heb zelfs de oven niet uitgedaan.’ Ze waren één van de duizenden families die in augustus naar de berg Sinjar gevlucht zijn. Ze werden doorlopend aangevallen door ISIS. Twaalf familieleden zijn gevangen genomen.
Keser vertelt over de afgrijselijke tijd op de berg: bijna geen eten of water, schreeuwende kinderen in doodsangst, pasgeboren baby’s die sterven – onvoorstelbaar leed. Keser en haar gezin wisten uiteindelijk naar Zakho in Noord-Irak te ontsnappen en gingen daar met 18 andere gezinnen in een gebouw wonen dat in aanbouw was. Ze hadden niets meer behalve de kleren aan hun lijf.
Medair gaf alle gezinnen matrassen, dekens, plastic zeilen en huishoudelijke artikelen.
“We sliepen op de vloer, deze spullen konden we dus heel goed gebruiken,” vertelt Keser. “Gisteren zaten we vol zorgen, omdat we niet wisten of iemand ons zou helpen. Vandaag zijn we dankbaar.”
“Als hulporganisaties zoals jullie hier komen, dan schaam ik me. Vroeger had ik medelijden met mensen in Syrië, bijvoorbeeld. Maar nu realiseer ik me dat ik net zo ben geworden, omdat wij ook geholpen moeten worden door organisaties.”
“Ik heb twee dochters en een zoon. Ik kijk nu naar ze, ik vraag me af wat er met hen zal gebeuren. Mijn zoon is vijf, maar hij praat alsof hij 25 is. Als de kinderen een hard geluid horen, zeggen ze dat ISIS eraan komt. Ze omhelzen me en zeggen: ‘Mama, we zijn bang dat ISIS je meeneemt.’ Ik kan onmogelijk vergeten wat er gebeurd is, maar ik heb hoop voor mijn kinderen. Ik hoop dat zij het wel kunnen vergeten.”
Nadat hij zijn gezin veilig naar Zakho had gebracht, ging de man van Keser terug naar huis om te kijken of hij kon helpen. “Hij zei dat ik voor de kinderen moest zorgen, dat ze het niet te koud zouden krijgen.”
Keser doet al het mogelijke om voor haar kinderen te zorgen en ze tegen de kou te beschermen. Maar in haar eentje kan ze niet zo veel beginnen. “De winter komt eraan en de situatie wordt slechter. Het is heel koud ’s nachts in dit gebouw. De koude lucht komt door de ramen en kieren naar binnen. Het is hier veilig, maar we hebben wel dekens en verwarming en winterspullen nodig.”
“Soms zitten we als moeders bij elkaar en praten we over onze situatie,” vertelt Keser. “We praten over hoe ons leven vroeger was, hoe veilig en gemakkelijk we het hadden. Dan huilen we. Alleen onze kinderen houden ons op de been.”
Medair
Medair – Stella Shetham
20-12-2014
Hulpverlening
https://www.medair.org