Moses Kesselie is een van de collega’s die al jaren samenwerkt met ZOA. Voordat ebola in Liberia opdook, was hij als expert in goed bestuur werkzaam als trainer en coach voor de dorpsleiders in alle gebieden waar ZOA werkt. Waarom brengt hij zijn leven in gevaar om anderen te helpen? Hij legt het uit.
Op het moment dat de noodtoestand in Liberia werd uitgeroepen heeft Moses de focus van zijn werk aangepast. Nu is hij verantwoordelijk voor het team dat voorlichting geeft over ebola en bezoekt dagelijks gebieden waar gezinnen wonen die iemand hebben verloren aan ebola. Het is nogal wat om je toe te wijden aan dit werk, zeker omdat er nog weinig bekend was over de ziekte en het risico op besmetting aanwezig is wanneer je in direct contact bent met mensen die het ebola virus hebben opgelopen. Zeker voor familieleden is het soms moeilijk te accepteren wanneer je ervoor kiest om dit werk te doen. In dit artikel vertelt Moses waarom hij toch ja heeft gezegd tegen deze baan.
Vertrouwen
Om te beginnen wil ik graag mijn land dienen. Deze ziekte is zo gevaarlijk, het had ons hele land kunnen vernietigen. Met mijn bijdrage wilde ik dit voorkomen. Daarnaast is het inkomen natuurlijk ook van belang. Door dit werk te doen kan ik mijn familie onderhouden in deze moeilijke tijden. Ik vertrouw erop dat mijn manager mij alle support biedt om het werk goed en veilig te kunnen doen. Ik sta volledig achter ZOA’s missie en visie en wil deel uit maken van deze organisatie. Deze activiteiten helpen om een positief imago van ZOA en de programma’s die zij uitvoeren in de dorpen waar ze werken. Het draagt bij aan het vertrouwen van de mensen in ZOA.
Beangstigend
Toen ik aan dit werk begon, had ik nog geen ervaring met ebola en hoe de lokale gezondheidszorg hiermee om gaat. Liberia heeft nog nooit te maken gehad met een epidemie zoals dit. Ik kreeg wat voorlichtingsmateriaal over ebola en ging op pad, om te beginnen met voorlichting in de dorpen waar ik al jaren werkzaam ben. Ik werd direct geconfronteerd met mijn grootste uitdaging: het tekort aan behandelcentra en begrafenisteams. Als deel van de voorlichting vertelde ik dat wanneer iemand symptomen van ebola heeft, zij direct contact moesten opnemen met een kliniek of het noodnummer moesten bellen. Al snel kreeg ik te horen dat deze klinieken hun deuren hadden gesloten, dat begrafenisteams niet kwamen en dat het noodnummer onbeantwoord bleef. Ik moest zorgen dat mensen weer vertrouwen kregen in mij en mijn boodschap. Daarom besloot ik om zelf een aantal klinieken te bezoeken en met gezondheidsmedewerkers te praten. Van de 8 klinieken in de omgeving waar ik werk, was er maar 1 open. Althans, deze kliniek was open, maar er was geen medische staf aanwezig. In de provincie Margibi bezocht ik ook het lokale ziekenhuis. Dit was het meest beangstigende wat ik heb gedaan. Toen ik het ziekenhuis inliep besefte ik me dat ik niet meer terug naar huis kon, omdat ik een gevaar zou vormen voor mijn familie. Het ziekenhuis was onbemand. Het enige dat ik zag was een open deur met daarvoor een grote zwarte lap, het teken van rouw. Het ziekenhuis had meer dan 15 gezondheidswerkers verloren aan ebola, sommige anderen lagen nog steeds in de behandelcentra.
Bestrijding
Na mijn bezoek ging ik terug naar de dorpen waar ik toegaf dat de gezondheidszorg inderdaad niet werkt zoals het zou moeten. De nadruk van de bestrijding van ebola moest nu liggen op voorkoming van besmetting. Ik moedigde mensen aan hun handen te wassen, lichamelijk contact met overleden mensen te vermijden en zieken zoveel mogelijk te isoleren. Na deze eerste week ging ik richting huis. Om contact met familieleden te voorkomen, sloot ik mijzelf op in een van de kamers in het huis. Bang dat ik misschien zelf wel besmet was.
Verlies
De volgende week ging ik terug naar de dorpen in Margibi om voorlichting te geven en materialen uit te delen. Zo kwam ik ook in Laworta, waar al 5 mensen overleden waren in de afgelopen 2 weken. Nog een aantal anderen waren ziek. In een dorp verderop waren 16 mensen ziek, waaronder het dorpshoofd. Met mijn team hielpen we deze dorpen om verdere besmetting te voorkomen door voorlichting en het uitdelen van hygiëne pakketten. Ik werkte samen met een aantal lokale leiders en andere vrijwilligers. Toen ik de week erop terug kwam hoorde ik dat 4 van deze mensen inmiddels waren overleden. Uiteindelijk zijn er 29 mensen overleden in dit kleine dorp. Naast het frequente bezoek het begrafenisteam, was ZOA de enige die in deze community hulp bood.
Het was moeilijk om bijeenkomsten te organiseren in dorpen als deze, omdat veel mensen een patiënt thuis hadden of zelfs een lichaam van een overleden patiënt. Tussen de huizen werden kleine hutten gemaakt van lokale materialen. Deze zogenaamde isolatie centers werden gebruikt om de lichamen van overleden mensen te bewaren, of werden gebruikt als laatste rustplaats voor mensen in het laatste stadium van ebola. In afwachting om opgehaald te worden door het begrafenisteam of een ambulance.
Moeilijke momenten
Wat ik moeilijk vind in het werk is dat je mensen ziet die erg ziek zijn en mensen die honger hebben, maar dat je ze niet kunt helpen met medicijnen of voedsel. Families waar iemand ziek wordt, kunnen moeilijk aan eten komen omdat zij voor de zieke moeten zorgen, of omdat de persoon die ziek was normaal gesproken voor het inkomen zorgt. In veel gevallen krijgen families wel wat eten van buren of familie, maar de angst voor ebola en het stigma op deze families zorgt er soms voor dat niemand in de buurt durft te komen.
Mijn familie en vrienden blijven mij voorzichtig benaderen. Voor ik over kan gaan tot normaal contact met mijn naasten, zou ik mijzelf 21 dagen moeten isoleren en monitoren op symptomen van ebola. Ik ben blij dat zij voor mij bidden en mij steunen zodat ik mijn werk kan doen. In mijn werk doe ik er alles aan om besmetting te voorkomen en neem alle protocollen serieus. Toch blijft het spannend, want ook dokters met de meeste kennis overlijden.
Dank
Tot slot wil ik graag mijn dank uitspreken, in eerste plaats naar God die mij beschermt en leidt en die mij kracht geeft dit werk te doen. Daarnaast ben ik dankbaar voor de steun van mijn manager bij ZOA, die ervoor zorgt dat ik mijn werk veilig kan doen. En natuurlijk mijn team, Massayan Baysah, Alpha Sanor en Ansu Kamara, voor hun moed en gedrevenheid.
ZOA
ZOA
05-01-2015
Hulpverlening
https://www.zoa.nl