Minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker maken vandaag bekend dat zij 30 miljoen euro investeren in de Nationale Wetenschapsagenda. Dit doen zij in samenspraak met universiteiten, hogescholen, NWO en de KNAW. Hiermee investeren zij als eerste in drie thema’s uit de wetenschapsagenda.
De gekozen thema’s uit de agenda sluiten goed aan bij de thema’s van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: onderwijs en jongeren in een veerkrachtige samenleving, digitalisering als aanjager van vernieuwing en natuurwetenschappelijke kennis als bron van vernieuwend vermogen. Voor deze drie thema’s is ongeveer 20 miljoen euro beschikbaar.
Door deze investering kunnen er nieuwe samenwerkingen ontstaan. Tussen wetenschappers van verschillende disciplines, tussen universiteiten en bedrijven en tussen hogescholen en kennisinstituten. Door disciplines overstijgende samenwerking, door nieuwe kenniscentra op te richten en broedplaatsen voor talent te ontwikkelen ontstaan er nieuwe inzichten en op die manier kan de Nationale Wetenschapsagenda zorgen voor antwoorden op de maatschappelijke en economische uitdagingen van vandaag en de nabije toekomst.
Minister Bussemaker: “Ik vind het van groot belang dat er gelijke kansen voor iedereen zijn. Om hiervoor te zorgen is samenwerking cruciaal. Niet alleen tussen wetenschappers en met het bedrijfsleven, maar juist ook met maatschappelijke organisaties. Daarom investeren we nu in een thema als veerkrachtige samenleving zodat er op dit gebied nieuwe samenwerking kan ontstaan, dat zal zorgen voor nieuwe inzichten.”
Naast de investering van 20 miljoen euro in de drie thema’s wordt er ook geïnvesteerd in de basis van de wetenschap, belangrijk daarin zijn talentontwikkeling en valorisatie. Om ervoor te zorgen dat Nederland aantrekkelijk blijft voor wetenschappelijk talent en dat nieuwe wetenschappelijke inzichten leiden tot oplossingen voor de maatschappelijke en economische uitdagingen wordt er zo’n 9 miljoen in geïnvesteerd.
Staatssecretaris Dekker: “Het is van groot belang dat de gekozen thema’s en de nieuwe inzichten van de wetenschapsagenda maximaal effect hebben op de maatschappij en economie. Zij moeten leiden tot nieuwe oplossingen voor maatschappelijke problemen en technologische innovaties die zorgen voor economische groei en meer banen.”
Vandaag presenteerde de Kenniscoalitie, bestaande uit de universiteiten (VSNU), de hogescholen (VH), KNAW, NWO, VNO/NCW, instituten voor toegepast onderzoek (TO2), de universitaire medische centra (NFU) en MKB Nederland een verdere uitwerking van de Nationale Wetenschapsagenda, het ‘Portfolio voor Onderzoek en Innovatie’. Dit portfolio bouwt voort op de wetenschapsagenda en bestaat uit vijfentwintig prominente aansprekende onderzoeksthema’s, waarop Nederland toonaangevend is en nieuwe activiteiten echt het verschil kunnen maken.
De verdere uitwerking door de Kenniscoalitie werd vandaag in ontvangst genomen door minister Bussemaker, staatssecretaris Dekker (OCW) en minister Kamp van Economische Zaken. Kamp onderschrijft het belang van publiek-private samenwerking om extra te kunnen investeren in wetenschap en innovatie. De afgelopen twee jaar heeft het kabinet samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen al jaarlijks twee miljard euro via het topsectorenbeleid bijgedragen aan onder meer fundamentele wetenschap om een goede basis te leggen voor deze investeringsagenda.
Minister Kamp: ,,Nederland moet als kenniseconomie op wereldniveau concurrerend blijven. Daarom hebben we ons als doel gesteld om in 2020 tweeënhalf procent van het bruto binnenlands product in onderzoek en ontwikkeling (R&D) te investeren, een half procent meer dan nu. Dat vergt extra investeringen door het bedrijfsleven, maar ook stimulansen voor het bedrijfsleven door de overheid.”
Rijksoverheid
Rijksoverheid
15-09-2016
Samenleving