Katherine, noodhulpmedewerker van Medair, Afghanistan: Het is ijzig koud in Afghanistan. Onze lichamen doen overal pijn door de kou, het slapen op de grond en de dagenlange reizen over slecht begaanbare bergwegen. We bezoeken gemeenschappen om in contact te komen met families die het hardst hulp nodig hebben. We maken hier de grap dat het voelt alsof we op de maan zijn, zo afgelegen is het gebied.
Het is onze missie om families op tijd voldoende geld te geven, zodat ze het verlies van hun oogst kunnen opvangen. Zo kunnen ze de winter doorkomen en zaaigoed kopen voor het nieuwe seizoen. Vandaag starten we met het verdelen van geld. We maken enveloppen klaar met daarin 9.800 Afghani (ongeveer 135 euro), daarmee kan een gemiddeld gezin voldoende voedsel kopen voor de winter.
“Hoe ver weg woont ze?” vraag ik. “Heel ver,” zegt mijn collega, naar een berg wijzend. We stappen uit de terreinauto en lopen de berghelling op. Een uur lang lopen we in de ijzige wind die sneeuw in ons gezicht blaast. Uiteindelijk komen we aan bij het huis van Amina. Ze woont hier met haar zoon en haar moeder in één kamer. Het is zo donker binnen, dat ik het licht van mijn telefoon moet gebruiken om iets te zien.
We zijn nu twee weken bezig naar afgelegen gebieden te reizen om geld te verdelen onder families. Soms voelt het alsof wat we kunnen bieden veel te weinig is, gezien de noden van de mensen. Maar met dit geld kunnen de mensen in ieder geval de winter overleven.
We zijn nog steeds continu in touw. We hebben in vele gemeenschappen bij elkaar 1.300 families onderzocht, geregistreerd en geld gegeven, dat zijn in totaal 9.100 mensen. Het voelt alsof we het onmogelijke waar gemaakt hebben.
Toch zijn er nog 400 families die hulp nodig hebben en moeten we nog 18 ton zaaigoed en kunstmest naar de meest afgelegen gebieden brengen.
We vertrekken van de basis op weg naar de laatste families. “Dit is misschien wel de moeilijkste klus die we ooit in deze regio gedaan hebben,” zegt één van onze teamleden. “We zijn nog nooit zo laat in het jaar eropuit gegaan.” “Wat doen we als het sneeuwt en we niet meer weg kunnen komen?” vraag ik. “De auto laten staan en op ezels verder gaan” lacht ze, maar ze meent het wel.
Een paar uur later zien we de grote Medair-vrachtwagen met zaaigoed en kunstmest. Hij staat op een hoge bergpas met een gebroken as en een kapot wiel. We zijn ver weg van alles en het sneeuwseizoen staat op het punt te beginnen. Er valt een lange stilte. Dan gaan we aan de slag.
We zwaaien naar de families terwijl we van de distributieplek wegrijden. Onze chauffeur zet de muziek harder en iedereen lacht van verbazing, vreugde en totale vermoeidheid. Het is gelukt. De families hebben eten voor de winter en kunnen in het voorjaar gaan zaaien. We hebben 18 ton verbeterd zaaigoed en kunstmest verdeeld in slechts 36 uur. Ook hebben we 224 boeren getraind. Ze hebben weer reden tot hoop voor het nieuwe jaar.
Medair
Medair
20-02-2017
Hulpverlening
https://www.medair.org