Abortuscijfer gestegen: Grote vraagtekens bij nazorg abortuscentra

Kees van Helden: Begin deze maand is de Jaarrapportage Wet Afbreking Zwangerschap 2018 verschenen. In dat jaar is het aantal abortussen wederom gestegen, met 479 meer abortussen dan het jaar ervoor waardoor het totaal op 31.002 komt.

Het aantal levend geboren kinderen is daarentegen gedaald met 1.311 kinderen, waardoor de abortusratio (het aantal abortussen t.o.v. het aantal levend geboren kinderen) fors steeg van 159 in 2017 naar 164 in 2018. De abortusratio is nog nooit zo hoog geweest. Ook is het aantal abortussen onder vrouwen uit het buitenland wederom gedaald, wat betekent dat de stijging onder in Nederland woonachtige vrouwen hoger is dan het op het eerste oog lijkt. Het absolute aantal van 31.002 abortussen lijkt daarom relatief stabiel, maar nader onderzoek laat zien dat dat een vertekend beeld is.

Enkele constateringen:

Het aantal zwangerschapsafbrekingen bij tieners is met 138 abortussen gedaald naar 2.520 in 2018. De meeste abortussen vonden procentueel gezien plaats in de provincie Flevoland. De meeste abortussen vinden plaats in de leeftijdsgroep van 25 tot 30 jaar. Een derde van alle vrouwen had al eerder een abortus en 11% had zelfs twee of meer eerdere abortussen.

Het aantal abortussen naar aanleiding van prenatale diagnostiek is gestegen naar 1.211. Deze worden meestal in het ziekenhuis uitgevoerd aangezien 169 van deze abortussen werden uitgevoerd in een abortuscentrum.

Een opmerkelijke constatering in het rapport is 70% van de vrouwen voor een nacontrole naar de huisarts wordt gestuurd. In juli 2019 uitte huisarts Bart Bruin hier al zijn ongenoegen over op Twitter, omdat hij hier helemaal niet op zit te wachten. De nacontrole behoort namelijk tot de taken van de abortuscentra, zo bleek uit de reacties van andere huisartsen. Daarnaast laten de abortuscentra het voorschrijven van anticonceptie ook steeds meer over aan de huisartsen. In 2016 verliet 75% van de vrouwen het abortuscentra met voorgeschreven anticonceptie. In 2018 is dat percentage gedaald naar 48 procent. En in 2016 werd iets meer dan 20% van de vrouwen voor anticonceptie doorverwezen naar de huisarts. Dat percentage steeg in 2018 naar bijna 50 procent.

Op 19 februari 2019 schreef De Stentor in Zwolle dat het aantal abortusartsen in Nederland in enkele jaren is afgenomen van 53 naar 27. Dat is nagenoeg een halvering van de capaciteit. Dit gegeven, plus de stijging van het aantal abortussen, zou ten grondslag kunnen liggen aan de verschuiving van de nazorg. En dat roept vragen op.

Als er door de capaciteitsproblemen geen tijd is voor nazorg, hoe is het dan gesteld met de kwaliteit van andere taken, zoals de voorlichting over alternatieven? En hoe is het gesteld met de tijd die genomen wordt om beoordelen of de vrouw wel een vrijwillige en juiste keuze maakt? Het zou goed zijn als de jaarrapportage hier voortaan ook over zou rapporteren, zeker gelet op het aantal vrouwen dat zegt te kampen met spijt vanwege directe dan wel indirecte dwang.

Kees van Helden

directeur stichting Schreeuw om Leven

Schreeuw om leven
© Henk-Jan Oudenampsen
24-02-2020
Hulpverlening
https://www.schreeuwomleven.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies