WADDINXVEEN – Sinds begin deze maand is er flinke onrust over een nieuwe coronavariant: de Indiase. Die slaat met verwoestende kracht om zich heen. Wat betekenen al die varianten? Wat staat ons nog te wachten? Komt er straks een supervirus dat iedereen uit de weg ruimt? Volgens het populairwetenschappelijke tijdschrift Weet Magazine loopt het niet zo’n vaart.
In een uitvoerig artikel in het jongste nummer van Weet Magazine (nr. 68, april) wordt het leven en de ontwikkeling van een virus beschreven. Een virus vermenigvuldigt zichzelf door een levende cel binnen te dringen en die cel te ‘hacken’ om kopieën van zichzelf te maken. Die kopieën kunnen dan weer nieuwe cellen infecteren. Dat kopiëren gaat echter niet altijd goed; er treden vaak kopieerfoutjes (mutaties) op. De ‘dochtervirussen’ zijn daardoor net een beetje anders dan het ‘moedervirus’. Meestal zijn het hele subtiele verschillen, die amper effect hebben op het functioneren van het virus. Als ze wel effect hebben, is het vaak een nadelig effect: ze verzwakken het virus. Maar af en toe hebben mutaties een vóórdelig effect op de vermeerdering van het virus. Bijvoorbeeld doordat ze het virus in staat stellen om cellen makkelijker binnen te dringen of de immuunrespons van de gastheer te ontlopen.
Wordt een virus gevaarlijker?
Als virussen zo veel muteren, ontstaat er dan straks niet een gevaarlijk supervirus? Ze worden immers steeds besmettelijker? “Dat valt gelukkig wel mee,” zegt evolutiebioloog Ruben Jorritsma, medewerker van Weet Magazine en auteur van het artikel. “Een virus is ondanks alle mutaties allesbehalve onverslaanbaar. We hebben een geweldig immuunsysteem dat zo sterk en flexibel is, dat virussen feitelijk de underdogs zijn.” Om het immuunsysteem voor te blijven, móéten virussen wel continu muteren. Doen ze dat niet, dan is het einde verhaal voor het virus. Het is alsof je omhoog loopt op een neergaande roltrap: zodra je stopt met lopen, zak je onherroepelijk naar beneden.”
Levende gastheer
Er is nog een reden waarom mutaties niet onherroepelijk leiden tot een steeds gevaarlijker virus. Virussen hebben namelijk weliswaar de neiging om besmettelijker te worden, maar ze worden niet per se dodelijker. Dat komt doordat een virus er niets aan heeft als een besmet persoon overlijdt. Jorritsma: “Het virus wil zich gewoon verspreiden, en hoe langer een besmet persoon leeft, hoe meer diegene met anderen in aanraking komt, en hoe beter het virus zich dus kan verspreiden.”
Geen supervirus op komst
De succesvolste mutanten zijn dus niet per se de dodelijkste. Het meest succesvolle virus vindt een goede balans tussen enerzijds een snelle aanmaak van virusdeeltjes (wat ten koste gaat van de gastheer) en anderzijds een langdurige kans op besmetting van andere personen (wat juist een levende gastheer vereist). Er is dus geen reden om te denken dat het coronavirus op lange termijn steeds dodelijker wordt. Voor een zeer dodelijk supervirus dat zou ontwikkelen uit het coronavirus hoeven we dus niet bang te zijn.
Weet Magazine – Klaas Roos
© Henk-Jan Oudenampsen
06-05-2021
Onderwijs
https://www.weet-magazine.nl